26

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 26 ACHTERGROND RUIMTE DOOR Pleinen waar voorheen kon worden geparkeerd, werden omgevormd tot terras Peter Brouwer groet tientallen keren een passant tijdens een wandeling door het centrum van Deventer. De binnenstadmanager kent de winkeliers, de pandeigenaren en de gemeenteambtenaren die rond het middaguur door de oude binnenstad lopen. De winkeliers hebben ook tijd om hem te groeten; begin april blijft het winkelbezoek nog beperkt tot winkelen op afspraak, en de winkelstraten zijn leeg. Brouwer wijst op een koffiebar ‘net deze week geopend’ en laat zien wat er is verfraaid aan het straatwerk en de gevels. ‘Er zijn de afgelopen tijd duizenden liters verf tegenaan gegaan.’ Brouwer startte als binnenstadmanager van de Hanzestad na het faillissement van V&D. Het vertrek van het warenhuis liet een gat achter in een prominente winkelstraat in de stad. Ook op andere plekken in de binnenstad stonden grote oppervlaktes winkelvastgoed leeg. Gemeente, winkelbedrijven en vastgoedeigenaren wezen vooral naar elkaar voor de oplossing van het probleem. Brouwer wist de partijen bij elkaar te krijgen om Deventer als een gezamenlijk project, als één merk, weer op de kaart te krijgen. ‘Met de ondernemers en vastgoedeigenaren hebben we een businessplan geschreven waarin we duidelijke keuzes maakten over welke kant het op moet met de binnenstad. De gemeente was ook enthousiast.’ De keuzes waren fors: het totale oppervlakte aan winkelruimte moest omlaag, en het winkelgebied moest worden beperkt. Oude winkelstraatjes werden bestemd tot woongebied. Pleinen waar voorheen kon worden geparkeerd, werden omgevormd tot terras. Het verdwijnen van parkeerruimte zorgde wel voor wat discussie, erkent Brouwer. ‘Maar de sfeer in de stad is er door dit soort maatregelen zeker op vooruit gegaan.’ Inmiddels is het bijna vijf jaar later en is een hoop veranderd in de stad. Terwijl grote winkel- en vastgoedbedrijven zich terugtrokken, kwamen er veel lokale eigenaren voor in de plaats. Dat is positief voor de betrokkenheid van de ondernemers bij de stad, vindt Brouwer. ‘Die liefde heb je echt nodig.’ Ook werd het wonen in de leegstaande ruimte boven winkels gestimuleerd. ‘De medewerking van de gemeente is essentieel.’ Brouwer wijst op de Keizerstraat, de entree naar het winkelgebied. ‘De aantrekkelijke inrichting van zo’n straat maakt het verschil voor de beleving van een stad. Als ik een mooi verzorgd tuinpad zie, kan ik al veel zeggen over hoe de woning er van binnen uitziet.’ Naast de voormalige V&D zit inmiddels een supermarkt. ‘Een binnenstad met meer bewoners kent ook een andere dynamiek: mensen die hier wonen moeten ook gewoon hun dagelijkse boodschappen doen.’ Maar toen kwam corona. INVESTERING In recent onderzoek van Andersson Elffers Felix (AEF) naar de financiële gevolgen van de coronacrisis voor gemeenten wordt de binnenstad expliciet als risico benoemd. ‘De verwachting vanuit de meeste gemeenten is dat er, ondanks de huidige steun vanuit rijk en gemeenten, op middellange termijn zaken zullen verdwijnen uit het straatbeeld. Dit schaadt de inkomsten uit ozb, zowel door de waardedaling van commerciële pande n als door de toename aan dubieuze debiteuren. Ook vermindert het inkomsten uit parkeren, toeristenbelasting en precariobelasting.’ AEF ziet bij een aantal gemeenten de wens ontstaan om de komende jaren een substantiële investering te doen in de binnenstad. ‘Wel is dit voornemen logischerwijs alleen voorbehouden aan gemeenten die verwachten ook na de coronacrisis in goede financiële gezondheid te zijn.’ De coronacrisis heeft de al langer bestaande trend slechts versterkt. Veel binnensteden hebben sinds begin deze eeuw last van toenemende leegstand in winkelcentra. Belangrijkste oorzaak is de enorme vlucht die het online winkelen heeft genomen. Bovendien groeide het winkeloppervlak in veel binnensteden in de jaren van 1990 tot 2005 nog fors, waardoor faillissementen na de financiële crisis in 2008 vervolgens voor nóg grote gaten zorgden. Maar niet alleen de markteconomie speelt een rol: veel gemeenten hielden zich de afgelopen dertig jaar opvallend afzijdig als het ging om de koers van de eigen centra. Ze waren terughoudend in het stellen van eisen aan het soort detailhandel in straten en aan het uiterlijk van de winkels. Dat zorgde ervoor dat veel binnensteden ouderwets bleven en niet meer aansloten bij de wensen van de huidige consument. Funshoppers weken uit naar hippere steden. De centra met veel leegstand raken zo in een neerwaartse spiraal: er worden steeds minder eisen gesteld aan nieuwe ondernemers die – eindelijk – een leegstaand winkelpand vullen en er is steeds minder geld beschikbaar om de openbare ruimte aantrekkelijk te houden. De effecten verschillen per binnenstad, zo blijkt uit rapporten van onder meer het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). In de grote steden en in aantrekkelijke regionale centra is de leegstand beheersbaar. Maar steden buiten de Randstad met alleen een regionale winkelfunctie hebben het moeilijk. Zoals Doetinchem, Oss, Emmen én Roosendaal. FACILITEREND In de West-Brabantse gemeente staat inmiddels meer dan een kwart van de vierkante meters winkeloppervlak leeg. Al in 2013 vroeg Roosendaal aan stedenbouwkundige Riek Bakker om de binnenstad grondig door te lichten en de stad weer aantrekkelijk te maken. Aan dat plan, waarin Bakker onder meer adviseerde om het winkelgebied fors in te krimpen, de openbare ruimte te verfraaien en autoverkeer in een vaste route om de binnenstad te sturen, houdt wethouder Cees Lok (binnenstad, VVD) nog steeds vast. ‘We hebben ons in het hele proces als gemeente vooral faciliterend opgesteld. Riek Bakker heeft met iedereen gesproken, van bewoners en winkelend publiek tot winkeliers, pandeigenaars en horecaondernemers. Ze had echt een onafhankelijke stem, we wilden als gemeente niet de trekker zijn.’ Het resulteerde ook in een onafhankelijk binnenstadsbestuur dat richting moet geven aan de ontwikkeling van het centrum en het uitvoeren van het plan-Bakker. Inmiddels gaan de plannen verder. Onlangs reageerde de gemeenteraad positief op het initiatief om van de Dr. Braberstraat voortaan een woonstraat te maken. Een symbolische stap, want de straat ligt midden in het traditionele winkelgebied en was vroeger vooral bekend door het immense gebouw van V&D. En waar het warenhuis teloorging door de veranderende tijd, moet ook de straat, waar inmiddels vrijwel alle panden leeg staan, veranderen. Er komt plek voor zo’n tweehonderd woningen. Ook elders in de binnenstad ontstaat meer gelegenheid voor wonen, zegt Lok. ‘Inmiddels hebben we de strikte bestemming van winkelpanden losgelaten. Overal mag nu alles. Dat betekent dat ook in leegstaande plinten van hoogbouw, waar vroeger nog een bestemming voor detailhandel of kantoor op zat, voortaan gewoond kan worden.’

27 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication