15

H BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 ACHTERGROND 15 ‘ Ik heb nergens een goed doorlopen proces gezien’ sturen op de doelen, maar zacht op het proces. We moeten bewonersgroepen er nu actief bij betrekken.’ Het creëren van maatschappelijk draagvlak was een van de voornaamste redenen om de energietransitie regionaal aan te pakken. Niet de rijksoverheid moest bepalen waar de windmolens kwamen en hoeveel het er moesten zijn. Juist van onderop, vanuit de gemeenten en de bewoners, moest die afweging worden gemaakt. Maar het lijkt erop dat in veel regio’s het traditionele pad van de ruimtelijke ordening wordt gevolgd: er wordt een plan gemaakt, er worden een paar informatieavonden georganiseerd door de gemeenten of het wordt aan de ontwikkelaars overgelaten. Van de Pas: ‘Tegenstand tegen plannen zul je altijd houden. Maar als je mensen vraagt of ze zich zorgen maken over klimaatverandering, zegt driekwart onomwonden “ja”. Mensen realiseren zich dat ze zelf moeten bijdragen aan een oplossing, al zien ze een windmolen in hun directe leefomgeving niet zitten. Maar de nut- en noodzaakdiscussie moeten we lokaal voeren. Als u die schone energie belangrijk vindt, dan moet dat ook in uw buurt. Zo voorkom je het denken vanuit schuttersputjes. Zoals Amsterdammers die zeggen: zet die windmolens lekker in het lege Drenthe. Of mensen in de regio die aangeven: laat ze in de stad lekker hun eigen energie opwekken.’ NIET VANZELF Een voorbeeld waar burgerparticipatie beter werd aangepakt, was in de RESregio Food Valley (Gelderland). Rob Rietveld van het Nederlands Platform Burgerparticipatie en Overheidsbeleid (NPBO) was er vanaf het begin bij betrokken. Ook daar ging het niet vanzelf, zegt hij. ‘Er was wel een stakeholderstafel met bedrijven, netbeheerders en organisaties. Maar daar was de burger niet bij.’ In Food Valley werd uiteindelijk een burgerforum samengesteld, door vijfduizend willekeurige burgers uit de acht verschillende gemeenten een uitnodiging te sturen. Uit de aanmeldingen werd een representatieve groep geselecteerd. PROTEST Burgers keren zich tegen windmolens bij IJburg ‘Daarnaast is gebruikgemaakt van een internetraadpleging van alle burgers uit de regio om aan te geven wat zij belangrijk vinden. Dat is allemaal meegenomen in het stakeholdersoverleg.’ Volgens Rietveld is het volwaardig meepraten van burgers in het proces een absolute vereiste. ‘Van begin tot eind. We moeten een gezamenlijk probleem gezamenlijk oplossen. We moeten niet denken dat we de stem van de burger kunnen reduceren tot een inspraakavond of klankbordgroepje. Daar kijken burgers dwars doorheen. Ik heb het idee dat mensen dat inmiddels beginnen te snappen, maar ik heb nog nergens een goed doorlopen proces gezien.’ Een manier om burgers meer bij duurzame energie-opwek te betrekken, is ze ervan te laten mee profiteren. Om die reden hebben de partijen in het Klimaatakkoord bedacht dat energieprojecten zo veel mogelijk moeten streven naar een deelname van 50 procent van omwonenden of burgers uit de regio. Dat kan in een energiecoöperatie, waarin geld van burgerinvesteerders niet alleen direct als winst wordt uitgekeerd, maar ook wordt geïnvesteerd in maatschappelijke doelen in de directe omgeving van een wind- of zonnepark. Daarmee profiteren alle omwonenden, of ze nu in de windof zonne-energie investeren of niet. Er is nog een tweede voordeel, stelt Siward Zomer van Energie Samen, de landelijke koepel van energiecoöperaties. ‘Je organiseert de positieve krachten. Het kantelt het beeld dat je in zo’n proces maar twee partijen hebt: de initiatiefnemers die eraan verdienen en degenen die tegen zijn. Bij deelname heb je een buurtgenoot die je kent en die op de fiets langskomt om meer informatie te geven. Dan ontstaat er een dialoog.’ TIJD Inmiddels worden er participatietrajecten in verschillende regio’s opgetuigd. Zomer: ‘Voor het oprichten van een energiecoöperatie is tijd nodig. Zeker bij de aanleg van zonneparken gaan de ontwikkelingen veel sneller dan bij een windmolenpark. Ik denk dat bij zon te veel te snel is ontwikkeld.’ Veel van het vereiste werk belandt op het bordje van gemeenten. Zeker de kleinere hebben niet de mensen en middelen om een gedegen proces uit te voeren. ‘Het is ook een kwestie van kennis en ervaring. Een ambtenaar bouwt nooit twee keer een windpark, dus veel van die opgedane kennis verdwijnt weer als die molens er staan.’ Volgens Zomer moeten de regio’s hun rol niet alleen bestuurlijk invullen, maar ook een groter deel van de uitvoering gezamenlijk ter hand nemen. ‘Dat doen sommige regio’s wel, maar in andere staan gemeenten er alleen voor in het uitvoeren van de participatie. Dat hadden we vier jaar geleden al kunnen zien aankomen.’

16 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication