4

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 04 NIEUWS RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA Het aandeel windenergie staat in de pas opgeleverde regionale energiestrategieën 1.0 onder druk. Daar komt de Raad van State-uitspraak over ten onrechte niet meegewogen milieu-effecten van windturbines nog bij. Toch zien experts een uitweg. UITSPRAAK RAAD VAN STATE BIEDT MOGELIJKHEDEN LOKALE NORM WINDMOLENS SNEL TE BEPALEN Een half jaar vertraging kan het zomaar opleveren, schat directeur Olof van der Gaag van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE). Dat is de tijd die het rijk volgens hem minimaal nodig heeft om op last van de Raad van State een nieuwe landelijke norm vast te stellen voor de schadelijke gezondheidseffecten van windturbines. ‘Zonde’, vindt Van der Gaag. ‘We kunnen juist wel wat extra snelheid bij de energietransitie gebruiken.’ Tot nu toe konden gemeenten zich bij het vaststellen van bestemmingsplannen en de vergunningverlening aan windexploitanten beroepen op de algemene regels van het Activiteitenbesluit uit 2011. Van meet af aan waren er volgens advocaat Rachid Benhadi van Hekkelman Advocaten twijfels of het Europese Hof van Justitie daarmee akkoord zou gaan. Vorig jaar wees dat hof een vergunning voor een Belgisch windmolenpark af, vanwege het ontbreken van een milieubeoordeling waarin geluid, slagschaduw en lichtschittering separaat worden behandeld. De overwegingen uit die uitspraak gelden ook voor Nederland, oordeelde de Raad van State, eind juni. Volgens Ralph Frins, universitair docent omgevingsrecht aan de Radboud Universiteit, zal er nu eerst een milieu-effectrapportage (plan-MER) moeten worden opgesteld voor de windturbineregels uit het Activiteitenbesluit. Het hangt van de uitkomst van dat plan-MER af of de wind‘ In een paar weken kun je eigen regels vaststellen’ turbineregels ook daadwerkelijk zullen moeten worden aangepast. Als een aanpassing van het Activiteitenbesluit aan de orde is, moeten ook beide Kamers in de gelegenheid worden gesteld om daarover te kunnen meepraten. Op een tijdspad wil Frins zich niet vastpinnen, wel dat het traject zeker ‘de nodige tijd’ zal kosten. Benhadi: ’Je ziet aan de stikstofdiscussie dat zoiets makkelijk lang kan duren.’ Die loopt inmiddels al zo’n twee jaar en het einde is nog niet in zicht. IN EIGEN HAND Als alternatief voor die nationale route, zouden gemeenten het recht ook in eigen hand kunnen nemen door zélf normen vast te stellen waar nieuwe windturbines aan moeten voldoen. Een mogelijkheid die nadrukkelijk door de Raad van State wordt geopperd. ‘Maar die route is óók tijdrovend’, vreest Van der Gaag van de NVDE. ‘En gemeenten hebben het met alle maatschappelijke opgaven waarvoor ze moeten opdraaien al druk genoeg.’ Advocaat Benhadi is veel optimistischer over die lokale oplossing. Volgens hem kunnen gemeenten in principe ‘in een paar weken tijd’ eigen milieuregels voor windturbines vaststellen, mits ze daarvoor een gespecialiseerd adviesbureau inschakelen. Ook zouden gemeenten normen voor geluidshinder kunnen overnemen uit bijvoorbeeld lokale geluidregels die nu al gelden voor de industrie op een lokaal bedrijventerrein. Moet elke gemeente daarbij zelf het wiel uitvinden? ‘Juist niet’, adviseert Benhadi. ‘Trek samen op met buurgemeenten in de RES-regio, of met de provincie.’ DISCUSSIE Frins sluit zich bij Benhadi aan. ‘Met gezamenlijke normen die gelden voor meerdere gemeenten kunnen onnodige discussies worden voorkomen of beperkt. Als twee buurgemeenten afwijkende normen hanteren met betrekking tot geluidhinder door windturbines, kan daar discussie over ontstaan. Zeker als er geen goede onderbouwing voorhanden is.’ Bovendien voorkom je zo een ander probleem: dat bovenlokaal opererende windexploitanten kopschuw worden. Benhadi: ‘Als die te maken krijgen met uiteenlopende regels per gemeente, kan dat negatieve gevolgen hebben voor hun businesscase. En dan ben je als gemeente misschien nog verder van huis.’

5 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication