36

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 36 ACHTERGROND VER WEG IN EIGEN LAND maar ook voor winkelen, het onderhouden van sociale contacten, en vrijetijdsbesteding. Er is grote potentie voor regionale ontwikkeling in Zeeland, ziet Meijers, maar alleen een beter geïntegreerd Zeeland kan die potentie waarmaken. In 2003 zijn er weliswaar afspraken gemaakt om tot 2033 tol te heffen, maar tolheffing is nooit in steen gebeiteld, schrijft Meijers. Bovendien is de situatie nogal veranderd sinds 2003. Aan het begin van de eeuw waren Zeeuws-Vlamingen nog beduidend minder afhankelijk van ‘de overkant’ voor onmisbare voorzieningen. ‘Uiteindelijk is het een politieke keuze om wel of geen tol te heffen’, concludeert Meijers. APPELTJE EITJE Cees Liefting zag het beloofde compensatiepakket voor het uitblijven van de marinierskazerne als een herkansing om een goede deal voor ZeeuwsVlaanderen in de wacht te slepen. Hij ging in gesprek met Bernard Wientjes, die het pakket als speciaal adviseur samenstelde, en nodigde daarbij ook onderzoeker Evert Meijers uit. Het was een opmerkelijk gesprek, vertelt Liefting. Wientjes liet weten dat hij aan het begin van zijn opdracht verwachtte dat het ‘appeltje eitje’ zou zijn: een tolvrije tunnel leek de meest logische oplossing. Het is een onderwerp dat leeft bij de Zeeuwen, zag Wientjes. Maar gedurende zijn opdracht kreeg hij andere geluiden te horen, van ‘bestuurders die andere dromen hebben’, zoals Liefting het parafraseert. De ‘elite van Zeeland’, zoals de mensen van de Roosevelt Academy in Middelburg en de Economic Board Zeeland, wilde bijvoorbeeld liever een nieuw kenniscentrum. In het uiteindelijke plan werd inderdaad een Delta Kenniscentrum voor voedsel, water en energie opgenomen. PvdA-fractievoorzitter Van de Voorde: ‘Bestuurlijk Nederland vindt dit mooi, maar de burgers niet.’ Het pakket werd aangeprezen als een boost voor werkgelegenheid, maar dat is wat Liefting betreft de verkeerde insteek: ‘Wij hebben in Zeeland helemaal geen last van te weinig banen. We hebben last van te weinig mensen.’ Tot slot spelen ook een krimpend onderwijsaanbod en gebrekkig openbaar vervoer een sleutelrol in de vervlaamsing van Zeeuws-Vlaanderen. Terneuzens wethouder Sonja Suij (jeugd en onderwijs, VVD) weet er alles van en vertelt er graag over, zelfs als het eigenlijk de eerste dag van haar vakantie is. In heel Zeeuws-Vlaanderen – met zo’n honderdduizend inwoners en een breedte gelijk aan de afstand tussen Rotterdam en Amsterdam – zijn er nog maar drie middelbare scholen over. Suij ‘ De werkgever in Vlissingen betaalt geen vergoeding voor de tunnel geeft een voorbeeld: ‘Een leerling uit Cadzand is anderhalf uur onderweg met de bus naar Terneuzen.’ De schooltijden worden overigens gedicteerd door de trein uit Amsterdam, gaat Suij verder. De leerlingen zijn afhankelijk van de bus naar het treinstation in Goes, licht ze toe. En die bus is weer afgestemd op de trein van Amsterdam naar Goes. Hoe doen de Vlamingen dat? ‘Daar is het andersom: de buslijnen zijn afgestemd op de lestijden van de school.’ Een school in Zelzate bijvoorbeeld, net over de Vlaamse grens, heeft een eigen busdienst met een stopplaats binnen de Nederlandse grenzen. Suij: ‘Dan weet je als ouder: mijn kind stapt daar om tien voor acht op de bus en wordt ‘s avonds weer netjes afgeleverd.’ IN DE BRES Op die manier worden Vlaamse scholen dus steeds aantrekkelijker voor Nederlandse gezinnen. Van de ruim zesduizend jongeren tussen 12 en 18 jaar in Zeeuws-Vlaanderen gaan er al bijna zeshonderd over de grens naar school. En hoe minder leerlingen de Zeeuws-Vlaamse scholen overhouden, hoe minder financiering de scholen van het rijk ontvangen, hoe minder scholen er overblijven. Suij probeert het lokale onderwijs uit alle macht met gemeentelijke middelen overeind te houden, maar vindt dat eigenlijk haar taak niet. ‘Onderwijs is een kerntaak van de nationale overheid. Het kan niet zo zijn dat omdat je toevallig geboren wordt in Kloosterzande, dat je dan minder onderwijskansen zou hebben dan als je geboren wordt in Rotterdam of Amsterdam. Daar moet een gemeente toch niet voor in de bres hoeven te springen?’ Overigens vinden niet al haar collega’s haar betoog even geloofwaardig. Suij, die uit het grensplaatsje Koewacht komt, heeft namelijk zelf in Vlaanderen op school gezeten, heeft er gestudeerd en heeft er derKLEINERE PONT Alleen fietsers en voetgangers kunnen per pont de Westerschelde over tien jaar gewerkt als docent. Zelf vindt ze het jammer dat Vlaamse scholen door veel Zeeuws-Vlamingen als concurrentie worden gezien. ‘We moeten wat minder met die grens denken. We kunnen er juist profijt van hebben dat we elkaars buren zijn.’ Om dat in te zien, moet Zeeuws-Vlaanderen van het predicaat ‘krimpgebied’ af, vindt Suij. Zelf spreekt ze liever van een ‘regio met groeipotentie’. De hulp van de Nederlandse overheid is wel nodig om die potentie te realiseren. ‘Nu zouden we hier de piketpalen moeten slaan: waar gaan we in deze regio naartoe?’ Onderzoeker Evert Meijers waarschuwde in zijn rapport over de toltunnel in 2018 al voor een ‘Belgisch scenario’ in het geval dat de tol blijft bestaan. In een recentere publicatie bestudeert hij ook de fusie van de havenbedrijven van Vlissingen, Terneuzen en Gent tot de ‘North Sea Port’. Die samenwerking lijkt een verdergaande oriëntatie richting Vlaanderen nog aannemelijker te maken. Bovendien kondigde de Belgische federale overheid onlangs aan werk te willen maken van een treinverbinding van Gent naar Terneuzen. Dan wordt over de grens naar school gaan, studeren of werken wellicht nóg aantrekkelijker, en worden andersom de huizen in Zeeuws-Vlaanderen nóg interessanter voor de Vlamingen. Als de Nederlandse overheid ZeeuwsVlaanderen blijft zien als een krimpgebied dat het niet waard is om flink in te investeren, zou het zomaar kunnen dat de Belgische overheid in het gat springt. In plaats van Hollands Wingewest kan Terneuzen haar naam dan misschien beter veranderen in Gent aan de Westerschelde.

37 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication