BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ESSAY 21 ‘ Wij pleiten allereerst voor praktische toepassingen’ MARK HILLEN VOORZITTER SOCIAL ENTERPRISE NL FREDO SCHOTANUS BIJZONDER HOOGLERAAR PUBLIEKE INKOOP UNIVERSITEIT UTRECHT; PRINCIPAL CONSULTANT SIGNIFICANT SYNERGY JEROEN WEGKAMP DIRECTOR SUPPLY CHAIN & PROCUREMENT PWC 2022 (maar liefst dit jaar al) ten minste 10 procent van haar inkoopvolume volledig of grotendeels gunt op basis van het maximaliseren van maatschappelijke waarde. Met daarbij de ambitie om het percentage uit te bouwen naar ten minste 50 in 2025. De hoogte van het percentage kan verschillen per productgroep en per overheid en moet vastgesteld worden door het bestuur en openbaar worden gepubliceerd en gemonitord. Overheden moeten wat aanbestedingen betreft niet alleen worden beoordeeld op de naleving van rechtmatigheid, maar ook op duurzaamheid. Net als rechtmatig inkopen mag duurzaam inkopen niet iets vrijblijvends zijn. Duurzaam en sociaal inkopen kan onder andere worden gedaan door alleen offertes bij duurzame en sociale ondernemers uit te vragen. Ook kan substantieel meer gewicht aan maatschappelijke gunningscriteria worden toegekend dan de vaak gebruikelijke 5 of 10 procent. De ondernemer die inclusiviteit of circulariteit heeft opgenomen als integraal onderdeel van zijn businessmodel, kan het gemakkelijkst invulling geven aan de maatschappelijke elementen van de uitvraag. Dergelijke ondernemers hebben daarmee dus een grotere winkans en duurzaam en sociaal ondernemerschap wordt hiermee gestimuleerd. Het effect reikt verder dan de opdracht. Om de complexiteit te verlagen, kan de aanbesteder randzaken die niet leiden tot meer inclusiviteit of circulariteit, zoals het uitvragen van keurmerken, (tijdelijk) beperken. Alle begin is moeilijk en het is niet efficient als elke inkoopafdeling nieuwe methodes gaat uitvinden. Zet daarom een programmabureau op om opdrachtgevers en inkopers te trainen en te helpen om volgens de laatste inzichten en meetmethodes te werken. Daarmee creëer je – samen met onder andere RIVM, TNO, hogescholen en universiteiten – een grote set aan landelijke of Europese meetmethodes voor maatschappelijke waarde en werk je aan kennisontwikkeling in de breedte. Ook kunnen inkoopsamenwerkingsgroepen, zogeheten buyer groups, worden opgestart met overheden met soortgelijke uitdagingen. WETTELIJKE STOK Met de bovenbeschreven aanpak kan vandaag worden begonnen. Het zal een groot aantal ervaringen opleveren, veel successen en ongetwijfeld ook een aantal moeilijkere trajecten waar lering uit getrokken kan worden. Op basis van deze ervaringen kan in de periode 2023-2025 verder invulling worden gegeven aan onder andere de rijksinkoopstrategie ‘Inkopen met impact’: ‘Toevoegen van maatschappelijke waarde is geen secundair doel of bijzaak. Het is de kern van ons werk.’ De Aanbestedingswet biedt voldoende ruimte voor duurzaam en sociaal inkopen, maar de wet is tegelijkertijd vrijblijvend. De ervaring leert dat voor blijvende verandering een wettelijke stok achter de deur nodig is. Zo werd inkopen op basis van BPKV pas gemeengoed nadat het als norm in een wet was verankerd. Maar tijd is kostbaar. Daarom willen wij niet wachten op een wetswijziging, maar voor sociaal en duurzaam inkopen de route van de Gids Proportionaliteit bewandelen. Wij stellen voor dat de wetgever een commissie instelt – waarin aanbestedende diensten, (sociale) ondernemers en onafhankelijke experts zijn vertegenwoordigd – met als taak de Gids Duurzaam en Sociaal Inkopen te formuleren. De Gids kan allereerst als baken dienen en kan na twee jaar worden geëvalueerd, verbeterd en bij Algemeen Maatregel van Bestuur verplicht worden gesteld. Bijkomend voordeel van een Gids is dat er ruimte is voor meer tekst en toelichting, voorbeelden en diagrammen en figuren. Inkopen op prijs-kwaliteit-maatschappelijke waarde wordt zo binnen drie jaar verplicht voor álle aanbestedingen volgens dezelfde ‘pas toe of leg uit’-werkwijze als nu wordt gehanteerd voor BPKV. Bij elke aanbesteding waarbij geen of onvoldoende expliciete aandacht wordt gegeven aan het gestelde in de Gids Duurzaam en Sociaal Inkopen, moet in de aanbestedingsstukken worden gemotiveerd waarom dat het geval is. Als er bijvoorbeeld geen gunningscriteria zijn die gericht worden op maatschappelijke waarde, moet dit worden gemotiveerd. Geïnteresseerde leveranciers kunnen vragen stellen, klachten indienen, naar de Commissie van Aanbestedingsexperts gaan of naar de rechter als een overheid ongemotiveerd geen expliciete aandacht geeft aan maatschappelijke waarde. Maatschappelijk bevlogen ondernemers krijgen zo de gelegenheid om hun toegevoegde waarde zeer nadrukkelijk naar voren te brengen. Daarnaast kan steekproefsgewijs onderzoek worden gedaan door bijvoorbeeld een monitoringscommissie. MVI wordt de norm, niet-maatschappelijk verantwoord inkopen wordt een risico. MEETBARE DOELEN De overheid kan haar inkoopkracht beter benutten voor het versnellen van duurzame transities en het realiseren van inclusiviteit in de economie. De afgelopen jaren is veel aandacht gegeven aan MVI, maar om maximale maatschappelijke waarde te realiseren zullen we de vrijblijvendheid achter ons moeten laten. Dus kiezen voor duidelijke en meetbare beleidsdoelen op de korte termijn waarbij een bepaald inkoopvolume volgens het principe ‘maximaliseren van maatschappelijke waarde’ in de markt wordt gezet. Binnen drie jaar kan een volgende brede stap worden genomen. Maatschappelijke waarde wordt voorgeschreven door de Gids Duurzaam en Sociaal Inkopen en wordt overal opgenomen in gunningscriteria met een ‘pas toe of leg uit’-clausule. Inkopers kunnen en willen wel, beleidsmakers en opdrachtgevers zijn nu aan zet.
22 Online Touch Home