34

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 34 ACHTERGROND RUIMTE woningbouwproject. De conclusie was: er zijn geen nadelige milieugevolgen te verwachten, dus we maken geen m.e.r.. Dat woningbouwproject is onderuitgegaan bij de Raad van State.’ En dat terwijl de te verwachten nadelige milieugevolgen ‘evident’ waren, aldus Loeven. Het betrof het autoverkeer dat zou ontstaan door de nieuwe wijk en industrielawaai van een industrieterrein op de nieuwbouwwoningen. ‘Als je daar nou een m.e.r. voor had gemaakt, dan hadden ze dat allemaal netjes uitgezocht en was al die informatie beschikbaar geweest en had je veel minder risico gelopen. Wat is nu het gevolg? Terug naar af.’ Er is op dit moment geen centrale registratie van m.e.r.-beoordelingen, dus geen zicht op aantallen en kwaliteit. Ik begrijp dat jullie willen dat de m.e.r.-beoordelingen centraal worden geregistreerd. Loeven: ‘Sterker nog, er is een Europese verplichting om dat te monitoren.’ Dus we houden ons nu niet aan die Europese verplichting? Van der Burg: ‘Die is multi-interpretabel. De minister heeft gezegd: wij gaan kijken of we aan die Europese verplichting kunnen voldoen en zo nee, hoe we er wél aan kunnen voldoen. Dat komt omdat Europa feitelijk zegt: je moet monitoren op basis van de gegevens die je hebt.’ Jullie willen het graag in een centrale database hebben. ‘Wij denken dat de minister dat graag zou moeten willen en dat wil ze ook.’ FEYENOORD CITY Een andere tekortkoming die de Commissie benoemt is het ontbreken van een verplichte tweede ronde voor de gevallen waarin essentiële informatie in het m.e.r. ontbreekt. Slechts de helft van de bevoegde gezagen legt een aanvulling voor. Volgens de Commissie maakt het Arcadis-rapport duidelijk dat dit wettelijk zou moeten worden verplicht. Als Loeven begint uit te leggen waarom dat goed zou zijn, begint Van der Burg enthousiast te vertellen over een aanvulling die de Commissie m.e.r. ontving over Feyenoord City in Rotterdam. ‘We hadden binnen drie, vier weken een aanvullend verhaal van Rotterdam van 127 pagina’s waarin ze tak-tak-tak alle punten aanroeren.’ Dus het kán wel. Van der Burg: ‘Zeker, zeker. Je ziet goede voorbeelden en die willen we ook genoemd hebben. Alleen, het is nog geen standaardpraktijk.’ Eric van der Burg Lourens Loeven De minister van I&W zegt dat ze naar a anleiding van het Arcadis-rapport gaat overleggen met de Commissie m.e.r., maar ze schrijft in een Kamerbrief ook dat ze geen extra verplichtingen wil opleggen. Wat heb je dan aan dat overleg? Van der Burg: ‘Ik hoop dat wij de minister kunnen overtuigen dat er wel een extra dingetje bij moet komen.’ MOOI RIJTJE Een ander aandachtspunt van de Commissie is dat bij veel omgevingsvisies van gemeenten geen m.e.r. wordt opgesteld, terwijl dat bij kaderstellende plannen verplicht is. ‘In december waren we bezorgd’, zegt Loeven. ‘Inmiddels zijn we positiever. Er komt een mooi rijtje aan: Amsterdam, Rotterdam, Nijmegen, Zwolle, Kampen, Etten-Leur, Hilversum. Maar er zijn ook gemeenten die zeggen: onze omgevingsvisie is niet kaderstellend. Dan denk ik: maak hem dan niet.’ In welk concreet geval heeft de gemeente nagelaten zo’n plan-m.e.r. op te stellen? Van der Burg: ‘Daar hebben we het ook als bestuur van de Commissie over gehad: wij zijn adviseur en geen politieagent.’ Er is nu geen handhaving. Jullie willen dat er een inspectie komt die handhaaft. Van der Burg: ‘Als wij advies uitbrengen dan is het handig als iemand anders zegt: er gebeurt iets mee of er gebeurt niks mee.’ Loeven: ‘Het zou mooi zijn als de heer Van Aartsen dat meeneemt in zijn onderzoek naar handhaving van milieuwetgeving.’ Zien jullie de Omgevingswet als een vooruitgang of een achteruitgang? Loeven: ‘Allebei. Een achteruitgang is dat het verplichte advies van de Commissie op complexe projecten vrijwillig wordt. Dat is effe slikken, ja.’ Van der Burg: ‘Een vooruitgang is dat de milieueffectrapportage een omgevingseffectrapportage (o.e.r.) wordt, dus dat er een bredere kijk komt op datgene wat het effect is van wat je als initiatiefnemer of het bevoegd gezag doet.’ Loeven: ‘De kern van de Omgevingswet is een integrale afweging van milieu en omgeving. Dat is ook het idee van omgevingsvisie en omgevingsplan, maar dat valt nog niet mee. Sommige gemeenten vluchten in abstracties. Die kunnen ertoe leiden dat ze geen scherpe keuzes maken of afwegingen uitstellen. Wij zeggen: “Niet alles kan, papier is geduldig, maar je moet wel keuzes maken vaak. Breng het in beeld, maak botsproeven.” Daarom vinden we de verbreding van milieueffectrapportages naar omgevingseffectrapportages een grote vooruitgang. Nederland is zo klein, de strijd om de ruimte zo scherp: de woningbouwopgave, transitie van de landbouw, energietransitie ... Om een integrale afweging te maken is de m.e.r. een prachtig instrument. Omdat je alternatieven moet ontwikkelen. Gemeenten zijn met de Omgevingswet gedwongen één omgevingsvisie te maken en doelen vast te leggen op het gebied van gezondheid, geluidhinder, natuur, energietransitie. Het begint steeds meer te knijpen. Wij zeggen heel vaak: wacht even, u heeft een ambitie op dat vlak en dat vlak en nu zien we dat u niet aan uw eigen ambitie voldoet.’ SUPER MAKKELIJK In een eerdere baan begeleidde Loeven grote projecten bij gemeenten. ‘Dan krijg je veel inspraakreacties over onderwerpen die ook in de m.er. staan. Dat was voor mij super makkelijk. Kreeg je bezwaren over geluid of over het verkeer? Dat staat allemaal in de m.e.r.. Als je je zaken niet op orde hebt, loop je of vast bij het beantwoorden van inspraak of bij de rechter. Mensen komen goed beslagen ten ijs en weten precies wat er mist. Of de wethouder krijgt in de raad het vuur aan de schenen omdat aan bepaalde dingen niet is gedacht.’ Maar eerst nog een gesprek met de vooralsnog halsstarrige minister. Van der Burg: ‘Als wij opvallende data aanleveren, dan gaat de minister erover nadenken, en de Kamer ook. Aandacht voor data leidt tot verandering voor beleid. Gaat het dan in mijn ogen te langzaam? Bijna alles gaat te langzaam, dus ook dit.’

35 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication