27

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 ACHTERGROND 27 Deze publieke ‘bricoleurs’ verbinden mensen, ideeën en belangen En dan is het ook nodig om ‘buiten’ en bewoners en de ambtelijke organisatie? Blijleven deed uitgebreid onderzoek in zes gemeenten en onderscheidde vijf participatiepraktijken: de situatie in kaart brengen, relatiewerk, bemiddelen, ‘buiten en ‘binnen’ verbinden en praktisch ondersteunen. ‘Als je met bewonersinitiatieven gaat werken, weet je van tevoren het eindresultaat niet of hoe je het moet aanvliegen. Je moet eerst de situatie in kaart brengen: hoe kijken anderen ernaar?’ Het gaat daarbij niet alleen om bewoners. Je moet ook onderzoek doen in de ambtelijke organisatie: welke beleidskaders zijn er, waar liggen ruimtes en mogelijkheden? ‘Dit in kaart brengen van de basisvoorwaarden stopt niet, want dat beeld blijft zich doorontwikkelen.’ Dat vraagt ook om relatiewerk met bewoners: je hebt vertrouwen nodig. ‘Investeer in die relatie en leg zaken uit vanuit jouw perspectief. Alleen dan kun je verder.’ VAKKENNIS Regelmatig moeten ambtenaren bemiddelen tussen groepen bewoners en zoeken naar gedeelde oplossingen. Daarbij kan vakkennis een rol spelen. ‘Je kunt het niet altijd alleen aan de buurt overlaten. Je bent niet alleen neutrale facilitator, maar hebt als ambtenaar ook een inhoudelijke rol. Een verkeerskundige kan bijvoorbeeld actief meedenken over concrete oplossingen.’ ‘binnen’ te verbinden. ‘Je hebt een verbinding nodig met gemeentelijke processen. Dat is een belangrijke rol en kan intern dus spanningen opleveren.’ Uiteindelijk kom je uit waar je wilde zijn: praktische ondersteuning aan het bewonersinitiatief. ‘De angst bij participatie is vaak dat vakkennis niet belangrijk is, dat je alleen naar bewoners moet luisteren. Maar dat is niet zo in de praktijk. Vaak speelt vakkennis een grote rol bij ‘bemiddelen’ en bij het verbinden van ‘buiten’ naar ‘binnen’. Het kan een bron van spanning én een oplossing zijn. Bewoners kunnen een zebrapad willen op een plek die de verkeerskundige onlogisch vindt. Deze vakamb tenaar moet dan kunnen uitleggen waarom dat niet kan, maar kan vervolgens ook andere oplossingen aandragen.’ Hoe succesvol de processen waren kun je verschillend bekijken, vindt Blijleven. ‘Is het succesvol als er een project is, of als alle bewoners tevreden zijn?’ Vaak kwam het idee tot stand, maar er was ook een aantal processen waarin men gezamenlijk concludeerde dat het initiatief niet zo’n goed idee was. ‘Ambtenaren ervoeren dat niet als ‘falen’. Als je daar samen op uitkomt, zonder dat de relatie eronder lijdt, vinden zij dat toch een positieve uitkomst.’ MEEDENKEN Deze publieke ‘bricoleurs’ verbinden mensen, ideeën en belangen. ‘Niet alle ambtenaren zijn even intensief met participatie bezig. Het is wel noodzakelijk ADVERTENTIE om soms flexibel te zijn en mee te denken om te kunnen inspelen op ideeën. Alle ambtenaren zouden er een beetje mee bezig moeten zijn.’ Gemeenten dienen ambtenaren tijd en ruimte te bieden voor participatieprocessen en te investeren in samenwerking tussen afdelingen en ambtenaren. ‘Ambtenaren lopen tegen agenda’s aan vol met plannen en vooraf vastgelegde budgetten, terwijl ze ook iets met participatie en initiatieven moeten doen. Je kunt hiervoor een aantal uren of budgetten invoeren die niet aan een project zijn gekoppeld of – waar nodig – tijd en middelen voor participatie in kunnen bouwen in projecten. Hoeveel is nodig voor het participatieproces?’ Laat ambtenaren met elkaar spreken over wat ze willen met participatie en hoe ze daarin onderling zouden kunnen samenwerken, adviseert Blijleven. ‘De door mij onderzochte gemeenten hebben veel aandacht voor participatie in beleid en trainingen.’ Daarvoor is politiek-bestuurlijke steun belangrijk, want zelfs in gemeenten die ‘iets hebben’ met participatie lopen ambtenaren soms tegen de politiek aan. ‘Politiek en participatie kunnen elkaar doorkruisen. Als ambtenaar kun je het college erin meenemen en erbij betrekken. De verbinding leggen tussen de gemeente en de wijken is een rol voor de ambtenaar.’ Het gevaar is dat een gemeente alleen een apart participatiebeleid of aparte participatieafdeling opzet. Dat is de verkeerde weg, aldus Blijleven. ‘Geef participatie vorm in de gehele organisatie.’

28 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication