51

DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: MARTINE SPRANGERS RUIMTE SPECIAL 51 Een open warmtenet gaat in de Apeldoornse wijk Kerschoten het aardgas vervangen. Hoe zorg je voor een sluitende businesscase en houd je buurtbewoners bij het langdurige proces betrokken? Binnenlands Bestuur volgt elk half jaar deze proeftuin uit het Programma Aardgasvrije Wijken. APELDOORNSE WIJK KERSCHOTEN GAAT VOOR OPEN WARMTENET ‘ WE HOPEN OP EEN KOUDE WINTER’ Ze is nog steeds ‘hartstikke trots’, zegt gemeentelijk projectleider Xandra van Lipzig. Eind van de zomer werd de samenwerkingsovereenkomst getekend tussen alle in Kerschoten actieve partijen. Daarin staat dat de Apeldoornse jarenzestigwijk een duurzaam open warmtenet zal krijgen. Alle wijkbewoners ontvangen tussen 2025 en 2030 een aanbod om op dat net aan te sluiten, waarbij de voorgestelde nieuwe energierekening niet hoger mag liggen dan de gasprijs van dat moment. Let wel: het aanbod verplicht de bewoner tot niets, behalve dan in huurcomplexen waar meer dan 70 procent van de bewoners wil meedoen. ‘Zo gaan we van vrijblijvendheid naar commitment’, vat Van Lipzig de betekenis van het document samen. Pas in 2023, dus over twee jaar, worden door de betrokken partijen definitieve knopen doorgehakt. Dan moet ook de businesscase rond zijn. ‘We zetten flink in op het aanboren van additionele fondsen. Daarvoor zitten we nu goed in de race. En we hopen ook nog bedrijven in de buurt te kunnen aanhaken.’ Alles wijst voorlopig dus op een open warmtenet voor Kerschoten. Daarmee volgt Apeldoorn de Gelderse trend die eerder al in onder meer Arnhem, Nijmegen en Wageningen werd ingezet. ‘Wij leggen als publieke partij de infrastructuur aan’, legt warmtenetontwikkelaar Theo Voskuilen van Allianderdochter Firan uit dat overal in Nederland bij de aanleg van energienetwerken is betrokken. ‘Het warmtenet is vervolgens beschikbaar voor verschillende warmteproducenten en leveranciers, net zoals dat nu bij het gas- en elektriciteitsnet het geval is.’ Hoewel in Gelderland dus steeds meer gemeenten deze optie kiezen, gebeurt dat elders in Nederland volgens Voskuilen nog vrij weinig. ‘Meestal hebben de warmteleveranciers zelf het netwerk in handen, soms ook de warmtebron. Daarmee hebben ze een monopolie. Bij een open warmtenet kun je meer partijen toelaten. Wij vinden het belangrijk dat er ruimte is voor verschillende modellen. Dus zowel voor geïntegreerde warmtenetten als voor open warmtenetten. Zo stimuleer je concurrentie. Dat komt uiteindelijk ten goede aan de consument.’ GEMAK En toch, relativeert Van Lipzig, ben je als gemeente niet meteen ‘gekke Henkie’ als je wel voor zo’n concurrentieloos gesloten warmtenet kiest. ‘Een gesloten net heeft ook z’n voordelen. Vanuit een gemeente geredeneerd is dat bijvoorbeeld meer gemak: je kunt alles in één keer uit handen geven aan een marktpartij. Er zijn er genoeg bij met ‘ Concurrentie komt ten goede aan de consument’ een goeie staat van dienst en referenties. We hebben er zelf ook naar gekeken. Uiteindelijk hangt het ervan af welke rol je als gemeente in de wijk wilt spelen.’ Volgens Voskuilen is ook de lokale energiesituatie een factor. ‘In een gemeente als Amsterdam hebben Vattenfall en Westpoortwarmte al jaren een sterke positie. Ze hebben in de stad hun warmtebronnen en warmtenetten, hun klanten en hun organisatie. Het vormt samen zo’n geïntegreerd systeem dat het ook voor een gemeente bijna onmogelijk is om er dan nog een ander bedrijf tussen te krijgen.’ Met een open warmtenet hou je als gemeente dus de vinger aan de pols. Maar zorgt die bemoeienis ook niet voor extra vertraging in de toch al zo moeizaam op gang komende energietransitie? Kan een marktpartij in haar eentje niet sneller meters maken? Dat hoeft niet, bezweert Voskuilen. ‘Voor ons is Zaanstad een goed voorbeeld. In twee jaar tijd is daar een open warmtenet gerealiseerd, waar naast tweeduizend bestaande woningen ook BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021

52 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication