BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 06 NIEUWS BESTUUR DOOR: WOUTER BOONSTRA Kiezers weten nauwelijks wat provincies en waterschappen precies doen en kennen hun bestuurders ook niet. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Twente en de Universiteit Utrecht. ‘Er is een hoop werk aan de winkel.’ BURGER KENT BETEKENIS PROVINCIE EN WATERSCHAP NIET BLINDE VLEKKEN IN BESTUURSLAND ‘Geen idee, heb totaal geen feeling met de provincie. Wat doen ze eigenlijk? Waarom bestaan ze? Heb echt geen idee wat ze doen en waarom ze er zijn.’ Zo beantwoordt een van de deelnemers aan het allereerste Provinciale en Waterschapskiezersonderzoek (PWKO), samengesteld door wetenschappers van de Universiteit Twente en de Universiteit Utrecht, de vraag waarom hij geen idee heeft van het belangrijkste probleem in zijn provincie. Hij staat niet alleen. Slechts enkele deelnemers aan het kiezersonderzoek in provincies en waterschappen konden najaar 2020 heel specifiek aangeven wat het belangrijkste probleem is dat speelt in hun provincie of waterschap. Meer dan de helft van de ruim 2.600 deelnemers had geen enkel idee. Provincies en vooral waterschappen zijn voor inwoners onbekend. Veel inwoners beantwoorden vragen erover dan ook niet. De namen van de commissaris van de koning en het waterschap zijn bij slechts 17 procent van de inwoners bekend. In Drenthe en Friesland valt dat nog mee met respectievelijk 56 en 50 procent die Jetta Klijnsma en Arno Brok kunnen noemen, maar Andries Heidema (Overijssel, 9 procent), Hans Oosters (Utrecht, 8 procent) en Jaap Smit (Zuid-| Holland, 7 procent) zijn totaal onbekend. Ouderen kennen hen beter dan jongeren. ‘Onbekend maakt onbemind’, suggereerde een deelnemer. En dat lijkt te kloppen. De interesse in provinciale en waterschapspolitiek is beperkt en de verbondenheid met provincies en vooral met de waterschappen is relatief laag. Iets meer dan een vijfde van de deelnemers weet de juiste naam van het waterschap te noeEen op de vijf burgers weet naam van eigen waterschap men. 80 procent blijkt niet geïnteresseerd in de waterschapspolitiek. Verder is bijna zeven of de tien inwoners niet geïnteresseerd in provinciale politiek. VERBONDENHEID Kijkend naar de mate van verbondenheid met provincies en waterschappen dan is die met provincies (50 procent) en vooral waterschappen (20 procent) fors lager dan met Nederland (84 procent) en gemeenten (60 procent). Het gevoel van verbondenheid is wel veel sterker in Zeeland (72 procent), Friesland (71 procent), Groningen (69 procent) en ook Limburg (63 procent) dan in de randstedelijke provincies Utrecht (43 procent), NoordHolland (41 procent), Zuid-Holland (39 procent) en Flevoland (34 procent). Wat het functioneren van de democratie betreft, krijgen provincies en waterschappen minder waardering dan gemeenten voor de tevredenheid met het functioneren van de democratie, het vertrouwen in personen en instellingen en tevredenheid met hoe volksvertegenwoordigers hun rol vervullen (zie grafiek). Waar waterschappen een voldoende scoren in de aanpak van problemen (onder inwoners die zo’n probleem kunnen noemen), behalen provincies een onvoldoende. In Drenthe en Friesland blijkt het vertrouwen in Provinciale Staten relatief hoog (60 procent resp. 64 procent), evenals in Gedeputeerde Staten (51 procent resp. 57 procent) en de commissaris van de koning (54 procent resp. 60 procent). In Flevoland, ZuidHolland en Limburg blijkt het vertrouwen juist wat lager. Gemiddeld genomen krijgen Statenleden een 5,0 op een schaal van 0 tot en met 10, terwijl algemene bestuursleden van waterschappen gemiddeld een 5,1 krijgen. Dat is lager dan het gemiddelde van 5,4 dat gemeenteraadsleden in een vergelijkbaar onderzoek uit 2019 kregen. Het aandeel kiezers dat een 6 of hoger geeft aan gemeenteraadsleden is met 45 procent duidelijk hoger dan bij de leden van Provinciale Staten (30 procent) en algemeen bestuur (29 procent). Veel inwoners kunnen, vooral over hun waterschap, niet zeggen in welke mate ze dat waarderen. Onbekend maakt dus vooral meningloos, lijkt de conclusie. Uit het oordeel van de inwoners met een mening erover, blijkt dat provincies en waterschappen minder bemind zijn dan gemeenten. De vraag is echter of ze minder waardering krijgen, omdat ze minder bekend zijn. BOODSCHAP Alle factoren wegend zien de onderzoekers een bescheiden verband tussen bekendheid en waardering. Dat wijst erop dat voor provincies en waterschappen onbekend inderdaad onbemind maakt, of iets positiever gezegd: bekender maakt wat meer bemind.
7 Online Touch Home