29

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 ACHTERGROND 29 verschillende deskundigen uit haar netwerk, waaronder landschapsarchitecten en energie-experts. De hiervoor speciaal opgerichte stichting E.V.A. (Ecologisch Centrum voor Educatie, Voorlichting en Advies) publiceerde en verspreidde de plannen met succes. Nog voor er een locatie was gevonden, hadden zich al tachtig bewoners gemeld. In 1995 klopte de gemeente Culemborg aan. Kon zo’n wijk niet bij hen in de stad worden gebouwd? ‘Een unieke kans’, zegt Kaptein. Ze is nog altijd enthousiast over de bereidheid van de gemeente om samen te werken met de stichting, zónder projectontwikkelaar. ‘Het is een zegen geweest dat de gemeente het lef had om dat zelf te doen.’ Tegenover station Culemborg ligt de wijk Lanxmeer. Je loopt naar binnen via een wilgenlaantje vol fluitende vogels, langs een ietwat verwilderde rietvlakte. Dit is een helofytenfilter, vertelt een bordje. Via de wortels van het riet wordt het afvalwater uit de wijk aan de natuur teruggeven, zonder tussenkomst van het riool. De laan leidt naar verschillende huizenblokken rondom hofjes met houtsnipperpaadjes, fruitbomen, picknicktafels en soms een houtoven of een oude waterpomp. Middenin woont Marleen Kaptein, initiatiefnemer van de wijk. Ze is inmiddels 77 jaar oud en vertelt nog graag over de samenwerking met de gemeente. ‘Grandioos’, zegt ze vanachter haar keukentafel. De glazen deuren naar haar achtertuin kijken uit op een oude appelboomgaard boven op een waterwingebied van Vitens. Toen het voormalig waterbedrijf Gelderland hier dieper moest gaan pompen, kwamen er 25 jaar geleden dertig hectare van een beschermd gebied vrij, waar onder voorwaarden op kon worden gebouwd. Die voorwaarden bleken goed te matchen met de plannen die Kaptein destijds had voor een ecologische wijk. Die zou met een eigen waterhuishouding en energiesysteem weinig schade aanrichten. De huizen van houtskeletbouw op schuimbeton werden niet zwaarder dan de kleilaag die ervoor werd afgegraven. Kaptein had haar projectvoorstel voor een integraal ontworpen wijk vanuit haar woonplaats Amsterdam uitgewerkt met PIJLEN Achteraf bezien stonden destijds ook wel alle pijlen in de goede richting. Er kwam een bouwlocatie vrij en het concept van EVA paste precies binnen de doelstellingen van Culemborg. Ook op veel overheidsagenda’s verschenen al duurzaamheidsambities, maar vaak niet op de manier die Kaptein logisch leek. ‘Er werd bijvoorbeeld gezegd dat er weinig budget voor was, omdat de consument er niet voor zou willen betalen’, zegt ze. ‘Bij grote Vinex-wijken ging de regie al snel naar ontwikkelaars en betreurde de overheid vervolgens dat het milieubeleid de burger nog niet had bereikt.’ Het bracht Kaptein op het idee van een landelijk voorbeeldproject voor duurzame stedelijke ontwikkeling. Daarmee wilde ze burgers en professionals laten zien dat de kwaliteit van de leefomgeving vanzelf omhoog gaat als je met duurzame systemen bouwt. Na een opleiding tot binnenhuisarchitect werkte ze voor de onderzoeksgroep Open Bouwen OntwikkelingsModel (OBOM) aan de TU Delft en als bestuurslid voor Mens en Architectuur en de Vereniging voor Integrale Biologische Architectuur (VIBA). Om de verschillende ideeën goed toe te passen, was het belangrijk om niet één ecologisch gebouw neer te zetten, maar een hele wijk met een integraal stedenbouwkundig plan. ‘Minimaal 250 woningen’, zegt Kaptein. ‘De grootste milieuwinst zit in de infrastructuur.’ Ook essentieel was de positief ingestoken ‘De grootste milieuwinst zit in de infrastructuur’ samenwerking van verschillende partijen tijdens de ontwikkeling van de wijk. Kaptein was dat al gewend uit de theaterwereld, waarvoor ze de eerste twintig jaar van haar carrière toneelhoeden maakte. ‘Daar werkt iedereen – acteurs, dansers en decorontwerpers – aan één gezamenlijk ideaal.’ Het staat volgens Kaptein haaks op de competitie die gebruikelijk is in de bouwwereld, tussen en zelfs bínnen kantoren. LEUKE VORMPJES Qua integrale aanpak was de wijk Lanxmeer destijds inderdaad koploper, zegt Anne-Louise Vader. Ze is als projectleider bij de gemeente Culemborg nu zo’n vijf jaar betrokken bij de wijk. Daarvoor zag ze als landschapsarchitect dat bouwprojecten vaak begonnen met het storten van een flinke laag zand om nooit meer naar de ondergrond te hoeven kijken. Vader: ‘Daar werden dan wijken in leuke vormpjes op gebouwd, zoals een vierkant of een cirkel. Dat zie je in heel Nederland terug op de luchtfoto’s.’ Bij Lanxmeer werd juist wel gekeken naar de ondergrond en kwam bijvoorbeeld een oude rivierarm van de Lek weer terug. Inmiddels is dat niet meer zo uitzonderlijk en is een integrale aanpak wijd verbreid, denkt Vader. Wat ze nu vooral bijzonder vindt aan het huidige Lanxmeer is de mate van invloed van bewoners. ‘Sceptici denken soms dat die betrokkenheid hooguit twee jaar duurt, maar dat gaat hier nog altijd door.’ De Culemborgse wijk heeft bijvoorbeeld een eigen energiecoöperatie, bewoners zijn samen verantwoordelijk voor het groenbeheer en ze beslissen met de commissie Toetsing Plantontwikkeling mee over nieuwe bouwplannen. Die nauwe betrokkenheid kost de gemeente wel veel tijd. Er is veel overleg en vernieuwende bouwplannen passen niet zomaar in bestaande procedures. Als voorbeeld noemt ze een paar tiny houses op een nog onbebouwde kavel in de wijk, met bijbehorende vergunningchecks op geluid en brandveiligheid. ‘Het is een stuk makkelijker om gewoon tien rijtjeswoningen neer te zetten.’ Vader hoort vaak over plannen voor een duurzame wijk, waarbij Lanxmeer als voorbeeld dient. ‘Dat beperkt zich dan tot een wadi en een windmolen. Als ik vraag naar de toekomstige bewoners, zijn die nog niet in beeld’, zegt Vader. ‘Maar zonder hun input werkt het niet.’ Ze raadt gemeenten aan om al bij de eerste plannen een oproep te plaatsen in de lokale krant. Wie zou hier willen wonen en al willen deelnemen aan een projectgroep? Bij de gemeente Culemborg is het gelukkig allang bekend dat samenwerken met ver

30 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication