BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 06 NIEUWS RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS Regionale vervoerders kampen sinds de coronacrisis met dalende aantallen passagiers. Daarom schrijven ze nauwelijks in op nieuwe concessies voor het openbaar vervoer. ‘Als vervoerders geen zicht op rendement hebben, vallen ze om.’ VERVOERDERS VREZEN TE LAAG RENDEMENT COVID-19 ZET AANBESTEDING OV ONDER DRUK Het was voor de provincie Gelderland eind augustus een flinke teleurstelling: voor de nieuwe concessie voor de Valleilijn, waar op dit moment vervoerder Connexxion nog treinen laat rijden, kwam geen enkele inschrijving. De provincie had tijdens de aanbesteding nog wel een overbruggingsmaatregel voorgesteld: zolang de coronamaatregelen van kracht zijn, wil de provincie 80 procent van de vervoersopbrengsten garanderen. Het bleek niet voldoende om vervoerders over de streep te trekken. Problemen met de aanbesteding van regionale vervoersconcessies spelen in meer provincies. Friesland legde de aanbesteding van het busvervoer in de provincie en de Waddeneilanden in oktober stil. De provincie verwacht dat de aanbesteding op dit moment geen goede inschrijvingen zal krijgen. Ook in een aantal andere regio’s, waaronder Zaanstreek/Waterland, Zuid-Holland Noord en West-Brabant, moet de vervoersconcessie de komende tijd worden aanbesteed of is het proces al begonnen. De kans dat vervoerders zich nu inschrijven is niet groot, denkt Didier van de Velde, directeur van adviesbureau inno-V, dat overheden helpt bij dergelijke aanbestedingen. ‘Er zit nu niemand in de bus en er is geen peil op te trekken wanneer die vervoercijfers weer omhoog gaan. Maar de kosten van de vervoerder gaan wel door. In een traditionele aanbesteding moet een vervoerder kunnen berekenen ‘ Niemand weet wanneer de vervoercijfers omhoog gaan’ hoeveel ze gaan verdienen per reiziger, en waar de risico’s liggen. Omdat er nu zo veel onzekerheden zijn, valt daar niets over te zeggen.’ Het grote knelpunt zit in de opbrengstverantwoordelijkheid van de vervoerder. De concessiehouder moet zijn inkomsten halen uit provinciale exploitatiebijdragen en uit kaartverkoop. ‘Als provincies de komende tijd nog concessies willen afsluiten, of zelfs tijdelijke overbruggingsconcessies willen aangaan, dan moeten ze een oplossing vinden voor het dragen van die opbrengstverantwoordelijkheid.’ OMVALLEN De decentrale ov-autoriteiten, verenigd in DOVA, kijken op dit moment naar overbruggingsconcessies. Daarnaast proberen provincies, vervoersregio’s en rijk om de concessie voor vervoerders aantrekkelijker te maken. Zelfs als de lockdown en coronamaatregelen worden versoepeld of niet langer nodig zijn, kan het nog lang duren voordat de vervoerscijfers weer op het oude niveau zijn. Als er geen zicht op rendement is, wordt het voor vervoerders steeds moeilijker, ziet beleidscoördinator Marten Westeneng van DOVA. ‘Dan vallen ze om. Dat zou funest zijn voor ons openbaar vervoer.’ De overheden springen nu al flink bij om verloren inkomsten van de vervoerders te compenseren, zegt Westeneng. ‘In 2020 is dat zo’n 1,5 miljard directe steun voor alle concessies. Voor de eerste helft van 2021 is al 740 miljoen vrijgemaakt. Daar komt nog eens bij dat provincies niet korten op de exploitatiebijdragen, terwijl ze dat wel mogen doen als het aantal dienstregelingsuren niet wordt gehaald.’ Toch is de pijn voor de vervoerders daarmee niet weg. ‘De vervoersbedrijven hebben in het afgelopen half jaar tientallen miljoenen verlies geleden.’ Door het uitstellen van OV-concessies komen ook de milieu- en energiebesparingsafspraken in gevaar. In veel nieuwe concessies worden afspraken gemaakt over de energiezuinigheid van bussen en elektrisch rijden. Maar veel overbruggingsconcessies zullen worden afgesloten met de bestaande vervoerder, die waarschijnlijk met de huidige bussen op het traject zal blijven rijden. Rijk en provincies werken nu aan een diepteplan, waarin wordt onderzocht hoe het OV er in de toekomst uit kan zien en op welke manier oude bussen toch sneller kunnen worden uitgefaseerd.
7 Online Touch Home