DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO’S: SHUTTERSTOCK SOCIAAL SPECIAL 59 Gemeenten staan in de rij om hun sociaal domein te laten ‘doorlichten’. Bij tot nu toe vijftien gemeenten werd dat al gedaan. Wat blijkt: om meer grip te krijgen op de financiën moeten ze een flinke slag maken. Het mag allemaal een stuk zakelijker. VISITATIECOMMISSIE CONSTATEERT GEBREK AAN GRIP GEMEENTEN SOMS TE LIEF tijden gepubliceerd. De meest recente (derde) tussenrapportage dateert van oktober. Daarin worden nadrukkelijk ook enkele kritische noten gekraakt over het stelsel als geheel. HUISARTSEN Zo’n anderhalf jaar is de visitatiecommissie financiële beheersbaarheid sociaal domein bezig om gemeenten te helpen meer grip te krijgen op het sociaal domein. De visitatie is niet zozeer gericht op het terugdringen van tekorten, al kan een gebrek aan grip leiden tot rode cijfers. Het zijn intensieve trajecten met een vrij lange doorlooptijd, zegt commissievoorzitter Marjanne Sint. Tot nu toe zijn vijftien gemeenten – van groot tot klein, van stad tot plattelandsgemeente – door de commissie gevisiteerd. Zo’n honderd gemeenten hebben zich aangemeld. Het antwoord op de vraag wat dat zegt, is voor Sint klip en klaar. ‘Gemeenten worstelen echt met de vraag hoe ze grip kunnen krijgen en houden op de uitgaven in het sociaal domein en zoeken daarbij ook graag steun. Ze zijn daarbij bereid om zich te onderwerpen aan een kritische blik van betrokken buitenstaanders om in een situatie te komen waarin ze meer grip op de uitgaven hebben.’ Al die gemeenten komen niet aan bod. Daar is simpelweg de tijd niet voor. Eind volgend jaar houdt de commissie op met haar visitaties. Uiteindelijk zullen zo’n dertig gemeenten worden doorgelicht. ‘Ik denk dat we dan voldoende representatieve voorbeelden hebben verzameld om ook andere gemeenten die we niet bezoeken, toch te kunnen helpen.’ De rode lijnen in de bevindingen bij de gevisiteerde gemeenten worden wel op gezette Een van drie de (systeem)problemen die de visitatiecommissie signaleert is wat Sint de ‘driedubbele toegangspoort’ bij jeugd noemt. Er is de gemeentelijke toegang, de verwijsroute via de huisarts en die van de Gecertificeerde Instellingen (GI’s). Logisch, vindt Sint, ‘maar omdat de rekening landt bij de gemeente, is het ook voor gemeenten belangrijk zicht te hebben op die verwijsstro‘ Gemeenten zoeken onvoldoende de scherpte op’ men. En om te kijken of je daar op een of andere manier invloed op kunt uitoefenen.’ Veel gemeenten lossen dat op door praktijkondersteuners jeugd van huisartsen te betalen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020
60 Online Touch Home