67

SPECIAL 67 len zijn. ‘Misschien zijn er wel slimmere signalen. Vanuit de wetenschap zijn we daarnaar nog op zoek. Het nadeel van een wet is dat het vaak zo in beton is gegoten. Als wij meer leren over vroegsignalering, dan is er weinig ruimte om de boel bij te stellen.’ Volgens Maria Buur is er wel degelijk ruimte om te experimenteren, op basis van het experimenteerartikel in de wet. ‘Deze wetswijziging is het begin van een langer traject. Je moet ergens beginnen.’ Maar Buur erkent wel dat er veel meer soorten signalen zijn die mogelijk nuttig zijn voor vroegsignalering. Zo is Buur al in gesprek met hypotheekverstrekkers over afspraken voor samenwerking. Ook zou ze graag betalingsachterstanden bij de gemeentebelastingen als signaal willen gebruiken. BEWUSTE KEUZE Wel heeft het rijk een bewuste keuze gemaakt voor de vaste lasten als signaal, legt Anja Tijdhof uit. ‘Bij vaste lasten is de impact als het mis gaat heel groot. Dan word je je huis uitgezet of wordt gas en licht afgesloten. Dat wil niet per se zeggen dat dit de beste signalen zijn, maar je begint daar waar de risico’s het grootst zijn.’ Er speelden ook andere overwegingen mee, licht beleidsmedewerker Pieter Roos van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid toe: ‘We willen met zo min mogelijk uitwisseling van persoonsgegevens zo veel mogelijk mensen vinden. En je kunt je afvragen, als je nieuwe signalen gaat toevoegen, of je daarmee ook echt nieuwe mensen vindt. Of dat je dan uitkomt bij hetzelfde huishouden dat al een huurachterstand had en de energierekening niet had betaald.’ Bovendien, zegt Roos, zou het voor gemeenten een nóg grotere opgave zijn om met nóg meer verschillende signalen te moeten werken. Want ook met de vier signalen van de vaste lasten-partners hebben gemeenten waarschijnlijk hun handen wel vol. Gemeenten zullen zelf Gemeenten moeten kiezen bij welke signalen ze actie ondernemen met mensen met kleine, beginnende schulden uitdagender waren dan die met mensen die al dieper in de problemen zaten. ‘Vooral die groep die nog niet heeft geaccepteerd dat het mis gaat lopen, terwijl je dat al wel aan ziet komen. Bijvoorbeeld mensen die net hun baan zijn verloren. Dat zijn lastige gesprekken.’ Jungmann: ‘Het is belangrijk om niet meteen een oplossing aan te bieden. Je kunt beter mensen laten nadenken over de vraag: waarom zou het voor mij belangrijk kunnen zijn om in te stappen op hulp?’ IMAGO moeten gaan kiezen bij welke signalen ze welke actie ondernemen: wie stuur je een brief, wie bel je op en bij wie ga je op huisbezoek? Je kunt ervoor kiezen om bij een combinatie van signalen persoonlijk contact te leggen, stelt Jungmann voor. Maar dan loop je kans om thuiswonende jongeren te missen, voegt adviseur Marion Bijveld toe, omdat die vaak alleen de zorg premie hoeven te betalen. Het is een delicaat proces. Uiteindelijk ligt de zwaarste taak voor de schuldhulpverleners in het meest menselijke aspect van hun werk: het overtuigen van iemand met nog maar een kleine schuld van het nut van schuldhulpverlening. ‘Het lastigste van dit werk’, vertelt Jungmann, ‘is dat niet iedereen, door de dynamiek van geldstress, eraan toe is om alle concessies te doen die nodig zijn om de problemen op te lossen. Stress maakt dat je niet meer op die manier logisch nadenkt.’ Bijveld heeft er ook ervaring mee. Als schuldhulpverlener merkte ze dat adviesgesprekken ADVERTENTIE Dat het lastige gesprekken zijn, heeft volgens Jungmann en Bijveld ook te maken met het imago van de schuldhulpverlening: mensen denken vaak dat ze er minstens drie jaar aan vastzitten en meteen hun auto weg moeten doen. ‘Het zou goed zijn als mensen weten dat je bij de schuldhulpverlening ook terecht kan voor bijvoorbeeld hulp bij een betalingsregeling of herfinanciering van schulden’, vindt Bijveld. Ook het negatieve imago van mensen met schulden zit in de weg, voegt Tijdhof toe. Het woord ‘wanbetaler’ wordt bijvoorbeeld nogal eens gebruikt. ‘Maar we hebben het over een hele grote groep Nederlanders die hard werken om de vaste lasten en de boodschappen te betalen. Als we die al snel als wanbetaler aanmerken, dan ontstaat schaamte. Die beeldvorming doet iets met mensen die al met hun rug tegen de muur staan. En daardoor zijn ze minder geneigd om op een hulpaanbod in te gaan.’ Of de nieuwe wet bijdraagt aan het afvlakken van de curve van de aankomende schuldengolf, hangt dus helemaal af van hoe gemeenten er invulling aan geven. Jungmann: ‘Wil je mensen écht in een vroeg stadium helpen, dan ga het je niet redden met een brief. Dan is een dialoog heel belangrijk. En dan is de vraag: hebben we daar in coronatijd de middelen voor?’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

68 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication