28

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 ROB ENGELAAR / ANP-HH 28 ACHTERGROND RUIMTE ‘Allemaal hectares dak oppervlak waar nog geen zonnecel op ligt’ industrieterrein staan te trappelen om hun daken met zonnepanelen te bedekken. ‘Er is afgelopen jaren voor pak ‘m beet honderd megawatt SDE-subsidies zon op dak afgegeven’, aldus Eland. ‘Die subsidies verdampen, want er is geen aansluitcapaciteit om die daken aan te sluiten.’ Het stroomnet is namelijk vol. Hoewel de gemeente geen bemoeienis heeft met zon op dak, rekent Moerdijk er wel op. ‘Die honderd megawatt is onderdeel van onze regionale energiestrategie.’ ROOD Hoe weinig plek er op het stroomnet is voor nieuwe duurzame initiatieven blijkt uit een kaart op de website van netbeheerder Enexis die de transportschaarste op het net aangeeft. Op die kaart is Noord-Brabant in een jaar tijd van geruststellend wit (= transportcapaciteit beschikbaar) en geel (= transportcapaciteit beperkt beschikbaar) verkleurd naar overwegend oranje (= congestieonderzoek) en rood (= geen transportcapaciteit beschikbaar). Uit congestieonderzoek kan óf blijken dat initiatieven voor zon of wind met kunst- en vliegwerk toch kunnen doorgaan óf dat er toch geen aansluitruimte meer is, waarna het betreffende district alsnog verschiet naar rood. De rij initiatiefnemers die geen grootzakelijke aansluiting kan krijgen om duurzame stroom aan het net te leveren groeit. In Brabant omvat die inmiddels ‘ruim 500 initiatieven’ voor meer dan duizend megawatt, laat de Enexis-woordvoerder weten. Ondanks de oranjerode transportschaarste kaart is Sander Eland optimistisch. Enexis heeft beloofd, zo zegt hij, dat er voor 2030 voldoende capaciteit is om de RES-doelen waar te maken. ‘Maar de vraag is of dat voldoende is voor de autonome groei? De productievermogens van zonnepanelen gaan steeds harder omhoog. Over vijf jaar kan het voor de daken zomaar het dubbele zijn wat aangesloten zou kunnen worden.’ De energietransitie is een roerige tijd, bedoelt hij maar te zeggen, waarin balletjes nu eenmaal heel anders rollen dan je van tevoren had bedacht. Voor gemeenten is het lastig om in de turbulentie van de energietransitie initiatieven voor duurzame energie te sturen in de richting die de gemeente wenst, zegt Eland. Dat komt omdat ze geen inzicht hebben in aansluitingen en belasting van het stroomnet. Stel, zo begint de adviseur leefomgeving uit te leggen, er zijn partijen die zon op dak willen realiseren en partijen die zon op land willen realiseren. Als hij zou weten dat er in een gebied beperkte transportcapaciteit is, dan zou de gemeente beleid kunnen maken dat zon op dak voorrang geeft, om zo het buitengebied te sparen. ‘Dat is onze beperkte sturingskracht. Maar wij zijn in deze regio overvallen door de transportschaarste. We wisten onvoldoende hoe de situatie bij Enexis en TenneT was. Dan kun je daar ook niet op sturen’, legt hij uit. IN DE WACHT Buurgemeente Steenbergen heeft het zekere voor het onzekere genomen. De gemeente had voor 93 hectare zon op land beleid gemaakt, waarvan al 60 hectare is vergund. Er is nog geen zonnepaneel geplaatst, vertelt duurzaamheidsadviseur Yvonne de Rooij. Een project van 35 hectare is opgeschort door de initiatiefnemer omdat materialen nu erg duur blijken te zijn. ‘Wij vinden de vertraging niet erg, want het dichtstbijzijnde hoogspanningsstation is in Bergen op Zoom. Enexis doet daar nu congestie-onderzoek, maar wij verwachten dat dat station vol zit’, vertelt ze. In afwachting van de uitkomst van het onderzoek heeft het gemeentebestuur alle zon op land in de wacht gezet, in elk geval tot eind dit jaar. ‘Alle ruimte die er nog is’, verduidelijkt De Rooij, ‘willen we graag reserveren voor zon op dak.’ De vloek van de transportschaarste, waar Eland in zijn notitie op duidt, is inmiddels belicht. Hoe zit het met de zegen van transportschaarste? ‘Het huidige systeem heeft de eigen grenzen bereikt’, schrijft Eland daarover. ‘Het kantelpunt is hier en nu. Dat zie ik als een zegen van transportschaarste.’ Daarvoor is wel, verduidelijkt hij in een overlegkamertje in het stadhuis, aanpassing van de wet nodig. ‘Je hebt radicale transparantie nodig. Ik vergelijk het met verkeersmodellen uit de mobiliteit. Als je in de stad een kruispunt afsluit, kun je met zo’n verkeersmodel simuleren wat er op de snelweg vier kilometer verderop gaat gebeuren’, illustreert hij. ‘Zoiets hebben we ook nodig voor het elektriciteitsnet. Als ik hier een zonnepark van 20 megawatt inplug, wat heeft dat voor een effect elders op het transportnet?’ Hoewel de transportschaarstekaart van Enexis op steeds meer plekken rood kleurt, is er nog volop ruimte op het stroomnet. Dat klinkt vreemd en behoeft uitleg. Veel duurzame initiatieven zijn in het verleden aangesloten op piekvermogen. Voor zonnepanelen zijn dat die paar dagen in het jaar dat de zon op zijn felst schijnt en er ook nog eens geen wolken zijn, voor windturbines is dat die ene ideale winddag. Daarop is hun reservering van het stroomnet gebaseerd. Het is alsof je een stuk weg continu afsluit voor de vrachtwagens van een transportbedrijf, ook al zijn er dagen waarop het transportbedrijf niks transporteert. ‘Een aantal jaar geleden was het vrij gebruikelijk dat nieuwe zonneparken op het volledige vermogen werden aangesloten’, laat de Enexis-woordvoerder weten. ‘Inmiddels zien we daar een duidelijke kentering.’ Hij wijst op een convenant tussen de netbeheerders en de zonne-energiesector om zonnepanelen aan te sluiten op 70 procent van het piekvermogen. Dat volstaat grofweg om 354 dagen per jaar alle geproduceerde stroom af te voeren. Op elf dagen piekt de productie hoger en kan een deel van de

29 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication