6

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 06 NIEUWS FINANCIËN DOOR: MARTIN HENDRIKSMA Raadsleden zijn sterk verdeeld over de invoeringsdatum van de Omgevingswet. Bijna de helft (45 procent) wil vasthouden aan 1 juli 2022. Ruim een derde deel (36 procent) is voor nieuw uitstel. De vrees voor chaos, komende zomer, leeft breed. ONDERZOEK BINNENLANDS BESTUUR EN RAADSLEDENVERENIGING OMGEVINGSWET TWISTPUNT BIJ RAADSLEDEN Dat blijkt uit een eind november uitgevoerd onderzoek van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden en Binnenlands Bestuur. In totaal vulden bijna driehonderd raadsleden de enquête in. De grootste twijfel of de geplande invoeringsdatum een haalbare kaart is, zit bij kleinere en middelgrote gemeenten (tussen de 20.000 en 100.000 inwoners). Daar houden voor- en tegenstemmers onder de raadsleden elkaar vrijwel in balans. Bij de kleinste gemeenten (tot 20.000 inwoners) winnen de voorstemmers overtuigend , maar loopt ook het percentage dat het nog niet weet op tot een kwart. De meeste steun voor invoering van de Omgevingswet per 1 juli 2022 is te vinden onder de 100.000+gemeenten: iets meer dan de helft (52 procent) van raads leden van deze gemeenten staat achter de nu geplande invoeringsdatum. Naast de grootte van hun gemeente weegt de politieke voorkeur van raadsleden sterk mee in hun oordeel. Supporters van snelle invoering zitten vooral onder raadsleden van D66, CDA en Christenunie: meer dan de helft van hen wil nu geen uitstel meer. PvdA-raadsleden hebben de meeste bezwaren tegen de huidige invoeringsdatum, op de voet gevolgd door die van GroenLinks. Raadsleden van lokale partijen en de VVD lopen op dit punt ruwweg in de pas met de gemiddelde uitkomsten van het onderzoek. De steun voor de Omgevingswet als zodanig is breder verankerd: 63 procent van ‘Moet je koste wat kost vasthouden aan 1 juli 2022?’ de raadsleden is voor; tegenover een kwart dat de wet, los van de invoeringsdatum, überhaupt niet meer ziet zitten. VERKIEZINGEN Het door de raadsleden veruit meest aangehaalde bezwaar tegen de huidige invoeringsdatum is dat die te dicht op de gemeenteraadsverkiezingen van komend voorjaar zit (66 procent). Een ander vaak aangehaald bezwaar is dat de raad de financiële consequenties van de Omgevingswet slecht kan overzien. Het gebrekkig fungerende digitale stelsel, door onder meer Kamerleden gezien als voornaamste obstakel van de wet, komt voor de raadsleden pas op de vijfde plaats qua bezwaren. Nog na de vertraging die de wet mogelijk voor de woningbouw gaat opleveren en de vereiste cultuuromslag die er binnen de gemeente voor is vereist. Bij diegenen die willen vasthouden aan de huidige invoeringsdatum springen er twee argumenten duidelijk uit. Nieuw uitstel, het zoveelste, zal de urgentie om in de gemeentehuizen aan de wet te blijven werken doen wegebben (62 procent). Verder zal de wet de relatie tussen de raad en de inwoners straks verder versterken. Hoe zal de invoering komende zomer in de praktijk verlopen? We vroegen de raadsleden op een aantal stellingen te reageren. Wordt het in eerste instantie chaos straks, na 1 juli? Ruim 40 procent is het daar grotendeels of helemaal mee eens. Een beduidend hoger percentage dan de 28 procent die denkt dat het allemaal zal loslopen. En kunnen de gemeenten de Omgevingswet er qua werk last nog wel bij hebben na de eerdere decentralisaties in het sociaal domein? 40 procent vindt van niet, tegenover 34 procent die denkt dat het moet kunnen. De grote verdeeldheid over de invoeringsdatum roept de vraag op of het niet verstandig is om invoering uit te stellen tot 1 januari 2023. ‘Wanneer bijna de helft van de raadsleden chaos vreest, is de vraag of het verstandig is om koste wat het kost vast te houden aan 1 juli’, zegt Bahreddine Belhaj, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden. ‘Wij denken dat niemand bij chaos is gebaat. Ook gezien de onduidelijkheid over de digitale processen en de kosten die er mee zijn gemoeid, lijkt ons uitstel verstandiger. Bovendien biedt dat de nieuwe gemeenteraden beter de kans om te ontdekken wat het effect van de Omgevingswet is op de relatie tussen raad en inwoners.’

7 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication