22

22 ONDERZOEK BESTUUR DOOR: YOLANDA DE KOSTER Krap een op de drie raadsleden wil na 2022 zeker door. De rest dubt nog of houdt het dan voor gezien. Hoewel een derde van de raadsleden te maken heeft met agressie van burgers, lijkt dat niet de hoofdreden om te stoppen. Het meest wordt geklaagd over de hoeveelheid tijd die het raadswerk kost. ONDERZOEK HALVERWEGE COLLEGEPERIODE ANIMO RAADSLEDEN VOOR NIEUWE TERMIJN DAALT De raadsperiode is halverwege; tijd om de ‘thermometer’ in gemeenteraadsland te stoppen. Dat hebben Binnenlands Bestuur en Necker van Naem via een enquête onder raadsleden gedaan. Aan hen is onder meer gevraagd of ze goed waren voorbereid op het werk als raadslid, of ze een volgende periode ambieren, hoe de onderlinge verhoudingen zijn en of de uitvoering van het collegeakkoord op dreef is. Lang niet alle raadsleden voelden zich na de verkiezingen van maart 2018 goed voorbereid op het raadswerk; zelfs minder dan bij de start van de periode 2014-2018. Vooral raadsleden van lokale partijen zeggen onvoldoende beslagen ten ijs de lokale politieke arena te hebben betreden. ‘Lokale afdelingen van landelijke partijen hebben vaker interne mogelijkheden voor scholing. Lokale partijen zijn minder aangesloten op een infrastructuur van opleidingen en trainingen’, verklaart Sabine van Zuydam, bestuurskundige aan de Universiteit Tilburg en onderzoeker bij Necker van Naem. Op dit punt is er ‘werk aan de winkel’, vindt ze. AFHAKERS Er is sinds februari vorig jaar een Kennispunt Lokale Politieke Partijen dat ondersteuning biedt aan lokale partijen; zowel aan raadsleden als bestuursleden en vrijwilligers van lokale partijen. Het gaat om praktische informatie over het werven van raadsleden en de wijze waarop raadsleden op het raadswerk kunnen worden voorbereid, maar ook om inhoudelijke kennisdeling over bijvoorbeeld jeugdhulp en de Omgevingswet. De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden bood daarnaast twee jaar geleden verdiepende bijeenkomsten aan voor ‘nieuwelingen’. ‘Het is goed als mensen weten waar ze aan beginnen. Dat maakt het aantal potentiële afhakers kleiner’, meent Van Zuydam. ‘Kandidaat-raadsleden moeten zich altijd zo goed kunnen voorbereiden als zij zelf willen. Daarvoor mogen zij niet afhankelijk zijn van het wel of niet hebben van een landelijk partijnetwerk’, vindt Bahreddine Belhaj, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden. ‘Het mag niet zo zijn dat sommigen al bij de installatie op achterstand staan, al behoeft de raad als lekenbestuur natuurlijk geen professionele startkwalificatie.’ Wim Voermans, hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden, kan er zich behoorlijk kwaad om maken. ‘Je moet nieuwelingen, juist ook van niet-gevestigde partijen, de kans geven hun taak als volksvertegenwoordiger goed te kunnen uitoefenen. Colleges van burgemeester en wethouders en raadsleden van gevestigde politieke partijen geven nieuwelingen die kans vaak niet. De gemeenteraad is geen bedrijf, je hoeft niet hoogopgeleid te zijn en verstand van spreadsheets te hebben; je vertegenwoordigt burgers’, benadrukt Voermans. In zijn boek Gemeenten in de genen (2018) spreekt hij over een ‘steeds groter wordend gat tussen deskundige, hoogopgeleide bestuurders’ (…) en ‘de werkelijke volksvertegenwoordigers die zo goed en kwaad als het gaat de belangen en gevoelens van hun kiezers proberen te vertegenwoordigen.’ GEKKIES Nieuwkomers moeten bij de hand worden genomen, vindt de hoogleraar. ‘Net zoals wethouders van hun ambtenaren op een A-viertje kort en bondig de crux van een voorstel willen hebben, moeten colleges hun voorstellen ook op zo’n manier aan raadsleden presenteren. Als je stukken aanreikt, moet je raadsleden duidelijke informatie geven en je als college openstellen als er vragen zijn. Het is een groot cadeau dat nieuwe raadsleden willen meedenken, dat moet je koesteren zodat ze zich niet als gekkies of als ‘lokalo’s’ weggezet voelen’, benadrukt Voermans. Hij wijst erop dat lokale partijen inmiddels goed zijn voor een derde van het aantal gemeenteraadszetels. ‘Het wordt allemaal veel te technisch gemaakt. Het gaat hier om lekenbestuur en dat moeten we koesteren. Nu worden raadsleden ingesneeuwd met vaak technische informatie en dat is een oneerlijke strategie.’ Vrouwen voelden zich als raadslid minder goed voorbereid dan mannen. Een kwart van de vrouwen en 35 procent van de mannen zegt zich destijds goed voorbereid te voelen. Voermans, grappend: ‘Mannen denken al snel dat ze ergens verstand van hebben.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication