25

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 ONDERZOEK25 ‘De gemeenteraad is geen bedrijf. Je hoeft geen verstand van spreadsheets te hebben.’ Verbale agressie van burgers is nauwelijks reden om het bijltje er tussentijds bij neer te gooien. Toch heeft een op de drie raadsleden het afgelopen jaar te maken gehad met verbale agressie; ze werden uitgescholden of kregen discriminerende opmerkingen over zich heen. Van hen is bijna een derde daarvan van slag geweest, de rest heeft het min of meer over zich heen laten komen. Ruim een op de tien raadsleden heeft ook te maken met bedreiging en intimidatie; dat heeft bij de helft van hen behoorlijke impact gehad. ‘Er is onder de ‘slachtoffers’ acceptatie − ‘het hoort erbij’ − want het wordt niet als ernstig gezien. Ik vind het verdrietig om te zien dat er zo’n berusting is, vooral bij verbale agressie. Als collectief moeten we dat niet accepteren en moeten we dat tegengaan. We moeten dit niet als normaal beschouwen’, vindt Van Zuydam. Daar sluiten Voermans en Belhaj zich volmondig bij aan. Voermans pleit voor een gemeentelijk meldpunt agressie, waar raadsleden laagdrempelig melding kunnen maken van agressie of intimidatie. Er is weliswaar een landelijk meldpunt, ‘maar met een lokaal meldpunt kun je er ook echt werk van maken en het raadslid laten zien dat de gemeente achter hem staat. Je voelt je dan als raadslid gesterkt’, aldus Voermans. ‘Raadsleden dienen bedreigingen en intimidatie nooit voor lief te nemen, daar hameren wij als vereniging vaak op’, aldus Belhaj. ‘Het ondermijnt het lokaal bestuur en het belet raadsleden om in vrijheid te spreken en politieke keuzes te maken. Daarom hebben wij zelf vertrouwenspersonen die raadsleden altijd kunnen bellen en werken we in het Netwerk Weerbaar Bestuur samen met burgemeester en wethouders om dit probleem aan te pakken. Elk incident is er een te veel en raadsleden moeten er altijd melding van maken.’ GEEN HOBBY Halverwege de rit is het ook goed om te kijken hoe het staat met de daden van het college. De colleges zijn ‘gematigd goed’ op weg met de realisatie van het collegeprogramma, vindt een meerderheid van de raadsleden. Raadsleden van oppositiepartijen zijn daar, niet verwonderlijk, kritischer over dan raadsleden van de coalitie. Vooral oppositieleden balen ervan dat het college onvoldoende openWat is volgens u de grootste inhoudelijke uitdaging in uw gemeente voor de komende twee jaar? N= 914 De tekorten in het sociaal domein Energietransitie Gemeentefinanciën sluitend krijgen Invoering van de Omgevingswet Mogelijk fusie met andere gemeenten 4% € € € staat voor de wensen en ideeën van de oppositie. ‘Het college lijkt in de beleving van raadsleden niet echt open te staan voor wensen en ideeën van de raad. Daar is nog een wereld te winnen’, stelt Van Zuydam. Bijna vier op de tien raadsleden vinden dat de samenwerking tussen raad en college sinds 2018 is verbeterd; een kwart vindt dat dat zij is verslechterd. Raadsleden van de oppositie zijn daarin kritischer dan leden van de coalitie. Een op de vijf raadsleden vindt de samenwerking tussen raadsleden onderling slecht tot zeer slecht. Een meerderheid is positief gestemd over de onderlinge samenwerking. Met alle mitsen en maren en kritische noten lijkt de aantrekkelijkheid van het ambt niet onder druk te staan, concludeert Van Zuydam, de resultaten van het onderzoek overziend. Ondanks de agressie, de forse tijdbesteding, de voorbereiding op het raadswerk die voor verbetering vatbaar is en de bij tijd en wijle verziekte politieke cultuur. ‘Meer dan de helft wil – waarschijnlijk – door. Raadsleden zijn trots op hun raadswerk en hebben echt het gevoel dat ze hun volksvertegenwoordigende rol goed kunnen uitvoeren. Ze zijn de raad in gegaan om een bijdrage te leveren aan de samenleving. Het raadswerk is duidelijk geen hobby, maar meer een roeping. Ik zie geen gedesillusioneerde raadsleden. Dat is mooi om te zien.’ 14% 26% 21% 16% WIE ZIJN DE RAADSLEDEN? Hoe trots raadsleden ook op hun werk zijn en menen hun volksvertegenwoordigende rol goed uit te oefenen: de volksvertegenwoordigers en hun werk zijn nauwelijks bekend bij inwoners. Dat blijkt uit onderzoek van Citisens (Necker van Naem) onder ruim 2.600 Nederlanders die in 2018 bij de gemeenteraadsverkiezingen hebben gestemd. Een meerderheid van hen kent niemand die in de raad zit. Een derde van de Nederlanders weet niet waar de raad zich mee bezighoudt, 51 procent ‘een beetje’. Mensen vinden het wel belangrijk om te weten met welke onderwerpen de raad zich bezighoudt. ‘In theorie zou de gemeenteraad de meest dichtbije overheid moeten zijn, gezien de onderzoeksresultaten blijkt er nog een behoorlijke afstand te bestaan’, stelt onderzoeker Sabine van Zuydam.

26 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication