39

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 ACHTERGROND 39 ‘Schuldbemiddeling is een heleboel werk om een klein beetje geld uit te persen’ ten nu niet of nauwelijks gebruikt van het saneringskrediet, stelde de NVVK in een petitie voor de oprichting van het garantiefonds. Welke gemeenten dat zijn, is de NVVK nog aan het onderzoeken. Hans van der Meulen is ruim een jaar algemeen directeur van de Kredietbank Nederland. De bank verstrekt sociale kredieten voor meer dan honderdtwintig gemeenten door heel Nederland (‘van Achtkarspelen tot Zaanstad’). Van der Meulen ziet in zijn werk parallellen met de zorgwereld, waar hij tot voor kort werkzaam was: ‘De rode draad is kwetsbare mensen. Je helpt mensen die in de penarie zitten.’ Zijn belangrijkste les van het afgelopen jaar: schulden kunnen iedereen overkomen. Net als een ziekte. ‘Eerlijk is eerlijk, het had mij ook kunnen gebeuren.’ Net als de branchevereniging voor schuldhulpverleners NVVK is Van der Meulen voorstander van een Landelijk Garantiefonds Saneringskrediet. Dit fonds moet de inzet van het saneringskrediet in de gemeentelijke schuldhulpverlening stimuleren. Op dit moment wordt de schuldbemiddeling, een andere vorm van schuldhulp, nog vaker gebruikt (zie kader). Een groot voordeel van een saneringskrediet ten opzichte van schuldbemiddeling, vindt Van der Meulen, is dat de schuldeisers direct hun geld krijgen (van de kredietbank). De schuldenaar heeft nog maar één schuldeiser over (de kredietbank) in plaats van de gemiddeld veertien verschillende schuldeisers. Toch werd vorig jaar, volgens NVVK­cijfers, schuldbemiddeling ruim 50 procent vaker ingezet dan saneringskrediet. Ondanks dat er een landelijk dekkend netwerk van kredietbanken bestaat, maakt driekwart van de gemeenONBEKENDHEID Eén van de redenen is onbekendheid met het instrument, aldus Van der Meulen. Een andere reden is dat gemeenten het saneringskrediet te risicovol vinden. Als de schuldenaar het krediet onverhoopt niet terug kan betalen, is de gemeente het geld kwijt. Van der Meulen weet dat het saneringskrediet bij de Kredietbank Nederland in 97 procent van de gevallen wordt terugbetaald. Daarmee is het risico vrij klein. Een landelijk fonds om het resterende risico toch af te dekken, hoeft dus niet enorm groot te zijn. De NVVK berekende dat een fonds ter waarde van 1 procent van de totale schuldenlast nodig is om saneringskredieten volledig risicoloos te maken. Dat komt neer op een bedrag van zo’n 30 miljoen euro. De NVVK stelt voor om publieke en private financiers aan te trekken om dit op te starten, maar wil naar een revolverend fonds toewerken, waarin voor elk saneringskrediet een bepaald bedrag wordt teruggestort. De Kredietbank Nederland verleende in 2018 ruim achthonderd saneringskredieten aan mensen met problematische schulden: dik een tiende van de 7.700 kredieten die in dat jaar landelijk werden verleend. Schuldenaren worden doorgaans door de gemeente naar hen doorverwezen. Een medewerker van de Kredietbank Nederland legt uit dat de keuze tussen schuldbemiddeling en een saneringskrediet vooral afhangt van het verwachte inkomen van de schuldenaar. ‘Als je verwacht dat het inkomen gedurende het traject gaat stijgen, dan doe je de schuldeisers tekort met een krediet.’ Want in het geval van schuldbemiddeling gaat al het inkomen bovenop het zogenaamde vrij te laten bedrag naar de schuldeisers. Als het inkomen stijgt, wordt er dus meer afgelost. Vandaar dat schuldeisers bij jongeren, die bijna klaar zijn met studeren bijvoorbeeld, nog wel eens schuldbemiddeling afdwingen. En als het inkomen naar verwachting gaat dalen, dan is een saneringskrediet voor de kredietbank weer te risicovol. Bij een stabiel inkomen, ten slotte, heeft het saneringskrediet de voorkeur: het verlaagt de stress bij de schuldenaar, de schuldeisers krijgen meteen hun geld en de administratieve kosten zijn lager. Sterker nog, de feitelijke inkomensstijging weegt volgens onderzoekdoor adviseur Martijn Schut ‘vrijwel nooit’ op tegen de kosten van schuldbemiddeling. Of, zoals een andere medewerker van Kredietbank Nederland het verwoordt: ‘Schuldbemiddeling is eigenlijk een heleboel werk om een klein beetje geld uit te persen.’ PRIKKEL Schuldeisers zien dan ook steeds vaker het nut van een saneringskrediet in. Grote schuldeisers als energieleverancier Vattenfall en zorgverzekeraar Menzis hebben de NVVK­petitie al getekend. Ook de Nederlandse Vereniging van gecertificeerde Incasso­ondernemingen (NVI), de Koninklijke Bond voor Gerechtsdeurwaarders (KBvG) en Intrum, het grootste incassobedrijf ter wereld, zetten hun handtekening. Directeur Hans van der Meulen ziet nog een voordeel: het saneringskrediet geeft mensen meer prikkels om hun leven op te pakken: ‘Als die schuldeisers drie jaar lang SANERINGSKREDIET VERSUS SCHULDBEMIDDELING Bij schuldbemiddeling spaart de schuldenaar drie jaar lang bij de kredietbank een bedrag bij elkaar dat aan het einde van elk jaar wordt verdeeld over de schuldeisers. Elk jaar wordt opnieuw berekend hoeveel de schuldenaar kan missen. Bij een saneringskrediet koopt de kredietbank de schulden in één keer af door middel van een lening die de schuldenaar, weer in drie jaar, aan de kredietbank terug moet betalen. Als de schuldeisers met geen van beide regelingen akkoord gaan, is een dwangakkoord via de rechtbank een mogelijkheid om alsnog een minnelijke regeling af te dwingen. Als ook dat niet lukt, is de Wsnp (Wet schuldsanering natuurlijke personen) het laatste redmiddel. Als de rechter hier toestemming voor geeft, krijgt de schuldenaar een bewindvoerder toegewezen die erop toeziet dat gedurende drie jaar zo veel mogelijk schulden worden afbetaald. Na drie jaar worden alle schulden wettelijk kwijtgescholden.

40 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication