39

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 ACHTERGROND 39 Wel verwacht ze dat het carven van bbl-plekken arbeidsintensief is. ‘Je moet goed snappen hoe functies zijn opgebouwd. Dat behoort niet tot het standaard takenpakket van een HRM’er.’ Dat beaamt Jeroen Maas: ‘Je moet gaan inventariseren hoeveel tijd iedereen aan welke taken besteedt. Daar heeft niet elke manager zin in.’ Toch lijkt het bij de GOA te werken. Maas schat dat 80 procent van de bblplekken er niet was geweest zonder de inzet van de GOA. BLIKSEMSE BOEL Als de GOA Publiek in het hoge noorden zo succesvol is, waarom is het recept dat nog niet overgenomen in de rest van het land? ‘Als je het hebt draaien, dan heb je wat staan. Maar voordat het zover is, moet je wel serieus investeren’, verklaart Jeroen Maas. ‘Je moet met z’n allen toch formeel een stichting opzetten. Dat betekent ook dat je een stichtingsbestuur moet hebben en oprichtingsstatuten en de hele bliksemse boel.’ Op dit moment draait de GOA Publiek overigens bijna zonder subsidies, op een bijdrage van de provincie Groningen na. Uiteindelijk ligt de kracht van de GOA in de warme relaties met de publieke werkgevers en onderwijsinstellingen die in de loop der jaren zijn opgebouwd, denkt Maas. Ook dat kost tijd en energie. Daarom wil hij vooral bij de regio NoordNederland blijven, ook als er in andere gebieden wellicht vraag is naar soortgelijke diensten. ‘Het netwerk en de persoonlijke aandacht is zo belangrijk, dat moeten we niet laten verwateren.’ Ook in de organisaties waarmee de GOA samenwerkt, moeten keuzes wortden gemaakt. Maas heeft bijvoorbeeld geprobeerd om ook bbl-plekken in de zorg te gaan regelen, maar die sector bleek te ver van de bestaande expertise af te liggen. Zoals gezegd verschoof de focus van de GOA de afgelopen negen jaar vanwege de aantrekkende arbeidsmarkt. Waar voorheen gemeenten en provincies overtuigd moesten worden om leerwerkplekken te creëren, moeten nu ook jongeren worden geënthousiasmeerd voor een baan in het openbaar bestuur. De veranderde arbeidsmarkt vormt voor gemeenten een uitdaging, weet Mireille Stuart van het A&O fonds: ‘Jongeren zijn best geïnteresseerd in een baan bij de gemeente. Maar gemeenten TIEN JAAR GOA PUBLIEK IN CIJFERS BEROEPSBEGELEIDENDE LEERWEG (BBL) 380 bbl’ers in dienst (gehad) Bij 55 organisaties geplaatst 79 procent haalt diploma 69 procent heeft binnen drie maanden betaalde baan, grotendeels bij de inleners 14 procent gestopt TRAINEES 130 trainees in dienst (gehad) Bij 15 organisaties geplaatst 96 procent heeft na afloop een baan, waarvan circa 70 procent bij de inlener ‘Gemeenten hebben moeite om potentiële nieuwe medewerkers te bereiken’ hebben wel moeite om die potentiële nieuwe medewerker te bereiken. Toen de arbeidsmarkt weer aantrok, zat er bij wijze van spreken een hele generatie HRM’ers die zich niet kon herinneren dat er ooit een krappe arbeidsmarkt was geweest. Die inhaalslag wordt nu heel snel gemaakt.’ Jongeren zijn vandaag de dag op zoek naar een baan met ontwikkelingsmogelijkheden, een goede werk-privébalans, mogelijkheden om flexibel te werken, en kansen om impact te hebben, blijkt uit het onderzoek Jong@Gemeenten van het A&O fonds. ‘Dat zijn dingen die het werk bij gemeenten allemaal te bieden heeft. It ticks all the boxes’, aldus Mireille Stuart. De uitdaging is meer: hoe houd je jonge ambtenaren vast? Want: ‘Ze willen door. Ze willen zich blijven ontwikkelen.’ Als ze die mogelijkheden niet zien, dan loopt de gemeente het risico ze te verliezen. Gebrek aan doorgroeikansen vormt, samen met de bureaucratie die het realiseren van impact in de weg zit, de belangrijkste reden voor jonge ambtenaren om een andere baan te zoeken. POSITIEVE KANTEN Gert-Jan Rodenboog, de jonge assistent-projectleider die aan de Groningse Grote Markt werkt, heeft die bureaucratie inmiddels ook leren kennen. ‘Werken binnen de overheid, daar moet je best even aan wennen.’ Toch benadrukt hij juist de positieve kanten van zijn baan. Het beeld van de gemeente als een saaie en stoffige organisatie klopt volgens hem niet. ‘Bij de gemeente Groningen krijg je de ruimte krijgt om mee te denken aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Ik leer hier het vak door samen te werken met zeer ervaren mensen.’ Via het traineeprogramma heeft Rodenboog ook contact met jonge collega’s bij andere afdelingen. Sterker nog: hij zit sinds kort in het bestuur van JANN, het netwerk voor Jonge Ambtenaren in Noord-Nederland. Zijn interesse daarvoor is bij de trainingen van de GOA gewekt, vertelt hij. Hoewel traineeprogramma’s bij gemeenten inmiddels niet uitzonderlijk meer zijn, heeft het GOA dus wel iets extra’s toegevoegd. Uit het Jong@Gemeenten-onderzoek blijkt dat informeel contact met leeftijdsgenoten een belangrijke blijffactor is voor jonge ambtenaren. Rodenboog lijkt zijn weg in de gemeentelijke bureaucratie te hebben gevonden. en is tevreden met zijn baan. Over een jaar of drie zal blijken of hij de positieve invloed die hij graag op zijn eigen stad wil hebben inderdaad heeft kunnen realiseren: dan wordt, als alles goed gaat, de nieuwe Grote Markt opgeleverd.

40 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication