BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 10 KORT VAKGEBIEDEN DIGITAAL FINANCIËN RUIMTE EN MILIEU HOE (DATA)VOLWASSEN ZIJN GEMEENTEN? REVOLVERENDE FONDSEN NIET TRANSPARANT DUURZAAM BEGINT BIJ MEER COHESIE A&O fonds Gemeenten, VNG Realisatie en adviesbureau Berenschot hebben een model opgesteld waarmee gemeenten onder andere kunnen bepalen wat de publieke waarde is van datatoepassingen voor hun gemeente. Verder kunnen gemeenten inzien hoe ver hun kennis rijkt wat betreft de inhoudelijke kennis van data-analyse, hoe het gesteld is met de vaardigheden van de medewerkers en in hoeverre de gemeente structureel werkt aan leren en veranderen op datagebied. Het idee is dat door gebruik te maken van data gemeenten efficiënter hun doel kunnen bereiken. A&O fonds geeft hiervan in een downloadbare paper enkele voorbeelden: in het sociaal domein kan er dankzij het goede gebruik van informatie meer zicht komen op welke mensen een hulpvraag hebben, en in het fysieke domein kan men doelmatiger omgaan met bijvoorbeeld onderhoud, parkeren en het ophalen van afval. ‘Datagedreven werken vraagt nogal wat van gemeenten’, schrijft A&O fonds. Met het model en de bijbehorende scans kunnen gemeenten hun volwassenheid met betrekking tot data-analyse bepalen. ‘Om scherp en rationeel te bepalen waar je staat, waar je naartoe wilt, én wat daarvoor nodig is, is er het Ontwikkelmodel Datagedreven Gemeente.’ Voorbeelden van vraagstukken waar gemeenten mee aan de slag moeten, zijn: Leert en verandert de gemeente door experimenteren? Is er voor dit programma budget en tijd bij medewerkers beschikbaar? Hoe worden data-analytics toegepast binnen de verschillende domeinen? En welke risicobeperkende strategieën past de gemeente toe, conform privacy-by-design? Revolverende fondsen zijn weinig transparant. Slechts een handjevol fondsen hanteert een passende mate van openbaarheid waar het gaat om de beschikbaarheid van de gelden van het fonds, de verdelingsprocedure, het aanvraagtijdvak en de toe te passen criteria. Daardoor ontstaat een situatie waarbij publieke financiering aan eindbegunstigde wordt verstrekt, zonder dat het voor hen duidelijk is waar zij aan moeten voldoen om geld uit een revolverend fonds te ontvangen. De kans is daarmee niet uitgesloten dat eindbegunstigden geen gelijke kansen hebben om voor financiering in aanmerking te komen. Tot die conclusie komt Veerle van Waarde in haar boek Revolverdend financieren door overheidsinstanties (uitgeverij Celsus). Het lijkt er volgens haar op dat bij veel revolverende fondsen het beeld leeft dat zij bancaire financiering verstrekken. ‘Bij een bank worden de financieringsvoorwaarden ook niet klip-en-klaar op het internet gepubliceerd, dus waarom zouden revolverende fondsen dat wel moeten doen? Hierbij wordt een groot verschil uit het oog verloren. Revolverende fondsen zijn mijns inziens namelijk geen private banken. Het zijn fondsen die grotendeels publiek geld verstrekken; geld van de belastingbetaler dus.’ Het is volgens Van Baarle daarom wenselijk dat alle typen revolverdende fondsen zijn gebonden aan de transparantieverplichting. Uiteindelijk verstrekken zij immer allemaal publiek geld, in welke hoedanigheid zij ook opereren. Het zou in haar ogen mooi zijn wanneer voor dergelijke fondsen een wettelijk kader wordt gecreëerd. ‘Het blijft immers publiek geld dat door revolverende fondsen ronddraait.’ Het is een bekend probleem bij duurzame burgerinitiatieven in een wijk. Een paar enthousiastelingen trekken de kar, maar slagen er niet in om grotere groepen wijkbewoners bij hun plannen te betrekken. Dan loopt dat plan voor een gezamenlijke energie-aanpak van onderop al snel spaak. De pioniers trekken zich een illusie armer terug. Hoe krijg je dan wél meer animo voor lokale initiatieven? Als antwoord op die vraag komen Buurtkracht en TNO met het digitale werkboek Samen lokaal in beweging. Het is gebaseerd op de ervaringen van twee buurtprojecten in Friesland: in het dorp Nij Beets en de Leeuwarder wijk Zuiderburen. In Nij Beets kreeg een energieproject alsnog vleugels toen er een verbinding werd gemaakt met een jaarlijkse spelweek voor kinderen. In de duurdere nieuwbouwwijk Zuiderburen maakte de energietransitie pas een kans toen mogelijke besparingen op de woonlasten voor de bewoners inzichtelijk werden gemaakt. Ook ontstonden er kansen om het groen in de wijk te verbeteren. VERBINDEN Conclusie voor de onderzoekers is dat investeringen in de sociale cohesie aan een energieplan vooraf dienen te gaan. ‘De energietransitie heeft lang niet voor iedereen de hoogste prioriteit’, stellen Djoera Eerland van Buurkracht en Joke Kort van TNO. 'Door mensen te verbinden rond thema’s die ze bezighouden en waarmee ze actief zijn, verlaag je drempels en maak je kans op succes groter. Niet beginnen met de energietransitie; je moet het omdraaien.' Het werkboek is gratis te downloaden op de website www.buurkracht.nl.
11 Online Touch Home