11

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 Aantal cliënten (x1000) 2016 2017 2018 2019* 1053,5 1051,5 1106,2 1164,8 KORT 11 IN WMO-CLIËNTEN CIJFERS GEBRUIK MAATWERK JEUGDBELEID ARNHEM NIET EFFECTIEF ONDERZOEK EFFECTIVITEIT THUISWERK SOCIAAL AMBTENAAR EN CARRIÈRE (* voorlopig cijfer) In 2019 maakten ruim 1,1 miljoen mensen gebruik van een maatwerkvoorziening uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dit is 5 procent meer dan in 2018. Twee derde van deze Wmo-cliënten kreeg hulpmiddelen of diensten. Bron: CBS Het Arnhemse jeugdbeleid is niet effectief. Er is sprake van een ‘doelenjungle’ waardoor een goed functionerende jeugdbeleidscyclus niet mogelijk is. De ingrediënten voor effectief jeugdbeleid zijn wel aanwezig, maar onvoldoende samenhangend, te weinig concreet en te weinig sturend. Doelen zijn te fragmentarisch verspreid over documenten, begrotingen en programma's. Dat concludeert de Rekenkamer Arnhem in zijn onderzoek ‘It takes Arnhem to raise a child’. Doelen richten zich bovendien met name op de inrichting van het stelsel, maar niet op de maatschappelijke effecten die de gemeente wil bereiken. De effectiviteit kan daardoor niet worden gemeten, zodat er geen mogelijkheid is om (bij) te sturen. De inrichting en de uitvoering van het jeugdbeleid laat zich kenschetsen als een gemankeerde estafette, stelt de rekenkamer. ‘Een veelheid van partners probeert het stokje steeds over te dragen. Er is te weinig sturing op netwerkvorming.’ Ook de grote hoeveelheid aanbieders werkt niet mee om tot een goed functionerend jeugdstelsel te komen. Arnhem heeft nu ruim 400 aanbieders. Mogelijke oplossing: werken met een consortium van gecontracteerde aanbieders. ‘Hierdoor neemt het aantal aanbieders af, moeten de aanbieders de hulp in samenhang aanbieden en zijn prikkels tot preventie en afschaling van hulp ingebouwd.’ De rekenkamer adviseert het college de staat van de jeugd op wijkniveau in beeld te brengen. De raad moet concrete doelen stellen over opgroeien en opvoeden. Het college moet vervolgens zorgen voor een consistentie realisatie van die doelen. Het college herkent de gesignaleerde tekortkomingen. Naar aanleiding van de corona-crisis en de genomen overheidsmaatregelen, werken veel medewerkers vanuit huis. De Hogeschool van Amsterdam start daarom een onderzoek naar thuiswerken en teameffectiviteit. Er is er plaats voor acht gemeenten. Door het thuiswerken gaan veel dingen anders. Het contact met collega’s verloopt via email, appberichten, videoverbindingen en de telefoon. Dit is, in deze omvang, voor veel medewerkers (en leidinggevenden) wennen. De nieuwe werksituatie roept allerlei nieuwe vragen op, zoals: Hoe verrichten werknemers thuis hun werkzaamheden? Hoe geef ik leiding aan een team op afstand? Voldoet de thuiswerkplek wel aan de ergonomische normen? Hoe verloopt eigenlijk de virtuele samenwerking in teams, tussen teams en met externe stakeholders? De Hogeschool van Amsterdam heeft, ondersteund door A&O fonds Gemeenten, een quickscan ontwikkeld waarmee de ervaringen van medewerkers met thuiswerken worden gemeten. Ook maakt de quickscan inzichtelijk hoe het is gesteld met het welbevinden van medewerkers en teamleden.Gemeenten die benieuwd zijn naar de ervaringen van hun medewerkers met het thuiswerken en willen weten of de individuele en teamprestaties zijn toegenomen, kunnen gratis gebruik maken van de quickscan. Deze is vanaf juni 2020 beschikbaar. De uitkomsten ervan worden daarna gebruikt voor een intensief onderzoek van ongeveer een jaar naar de effecten van thuiswerken op teameffectiviteit en de wendbaarheid van teams binnen de gemeentelijke organisatie. Ook dit onderzoek wordt ondersteund door A&O fonds Gemeenten.

12 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication