INTERVIEW 17 besloten of activiteiten wel of niet worden toegestaan. Vooralsnog zal de voorzitter van de veiligheidsregio een vinger in de pap houden, maar ook hij zal niet alles van gemeente tot gemeente willen bepalen. Dat betekent dat gemeenten opeens weer aan zet zijn, en dús weer kritiek krijgen als iets niet lukt of als niet mag. Versoepeling kan leiden tot ontspanning, maar ook tot het opzoeken van de grenzen en tot onbegrip.’ Onbegrip bijvoorbeeld omdat de terrassen weer open mogen, maar dat ons favoriete terras met zijn eigen bier in de Keizerstraat dicht blijft. Dat bepaalt de minister niet, dat bepaalt Hubert Bruls niet, dat bepaalt de gemeente. Bestuurskundige Zannoni: ‘Lokaal wordt de optelsom van de versoepeling merkbaar. Waar zijn de hotspots? Als je in een straat een kapper en een fysiotherapeut hebt en een paar terrassen en een snackbar, hoe is de optelsom dan in de publieke ruimte? Toezicht en handhaving worden dan belangrijker. Bij hoeveel mensen is het te druk? Kan het terras dan wel open? Introduceer je eenrichtingsverkeer? Laat je dat over aan de ondernemersvereniging?’ Het is overzichtelijk als niets mag, maar met de heropening van Nederland wordt de puzzel complex, meent Zannoni. ‘Iedere versoepeling roept de vraag op: en ik dan? Het wordt steeds moeilijker om uit te leggen waarom het ene wel mag en het andere niet. Gemeenten krijgt het afnemende draagvlak voor de coronamaatregelen op hun bordje, maar dat is ook logisch als eerste overheid.’ DYNAMIEK De strategie voor de heropening van het land is bepaald, de keuzes worden nu lokaal gemaakt. ‘Gemeenteraden zullen ook hun rol terugwillen’, zegt Zannoni. ‘Waarom mag dít in het kader van de algemene uitgangspunten wel en dát niet, en welke eigen maatregelen neem je zelfstandig? Help je de culturele instelling die in nood is? Breid je subsidies uit of perk je ze in? Het brede effect van de coronamaatregelen en de noodzakelijke nazorg zijn bij uitstek onderwerpen voor gemeenteraden. De politieke dynamiek komt daarmee terug en er is ook wat te kiezen. En dan moet de gemeente zelf óók nog eens opstarten. Gemeenten willen natuurlijk graag hun deuren weer openzetten en mensen helpen. Wanneer en hoe kan dat veilig? Die combinatie maakt dat gemeenten uit de schaduw van premier Rutte en de Haagse persconferenties stappen en dat lokale bestuurders weer in de schijnwerpers komen te staan.’ Maar dat moeten ze niet op een eiland doen, waarschuwt COT-directeur Zannoni, want dan ontstaat een onoverzichtelijke ‘Lokaal wordt de optelsom van de versoepeling merkbaar’ lokale lappendeken. ‘De uitlegbaarheid van beslissingen wordt essentieel’, zegt Zannoni, ‘zeker als er onvermijdelijk lokale en regionale verschillen gaan ontstaan’. En reken erop dat er zonder glasheldere blauwdrukken en protocollen héél veel vragen komen en er héél veel ruimte voor toelichting is, denkt Zannoni. ‘Daarom vind ik dat lokale bestuurders er heel verstandig aan zouden doen als ze gingen samenwerken. Dat hoeft niet, maar het moet echt. De voorzitter van de veiligheidsregio zal namelijk met bestuurders de kaders willen afspreken en hen daarbinnen de ruimte willen geven. Wat doe je met die vrijheid en hoe ga je om met de hotspots?’ Het gevaar bestaat dat de vrijheid voor gemeenten om de versoepeling van de coronaregels zelf in te vullen, het ‘slachtoffer’ wordt van de oude tegenstelling en belangen. Delft met zijn historische binnenstad en overvloed aan horeca, heeft andere belangen dan de naburige slaapstad Rijswijk met zijn expats, die vooral kijkt naar Den Haag. Delft heeft misschien wel tientallen hotspots, terwijl Rijswijk er een of twee heeft. Zannoni: ‘De bevolkingsopbouw kan ook anders zijn. Als je activiteiten gaat differentiëren naar leeftijd, dan maakt het uit of je Delft of in Rijswijk woont. Dat zijn uitlegbare verschillen, die de premier niet gaat vertellen. Dat moet Rijswijk zelf doen. Die uitlegbaarheid wordt essentieel naarmate de saamhorigheid in Nederland afneemt.’ Niet alleen de saamhorigheid staat bij de heropening van Nederland trouwens onder druk, merkt hij. ‘Was er eerst vloeibare en praktische samenwerking, na de crisis krijg je bureaucratisering en regulering. Kon het eerst niet op, na de crisis moeten keuzes worden gemaakt en moet worden bezuinigd. Kregen de getroffenen alle aandacht, nu moeten ze concurreren met andere slachtoffers. Was er begrip voor maatregelen, nu wekken ze ergernis op. Vorige week haalde de NS twee treinen uit de dienstregeling omdat de reizigers niet voldoende afstand van elkaar konden houden en niemand wilde uitstappen om ruimte te maken. De politie moest er uiteindelijk aan te pas komen. Ik vrees dat we dergelijke taferelen meer gaan meemaken. Energie en adrenaline maken plaats voor vermoeidheid en irritatie en constructieve reflectie maakt plaats voor destructieve kritiek.’ CONCURRENTEN Om hierop voorbereid én ertegen gewapend te zijn, is het volgens de COTdirecteur van essentieel belang dat gemeenten goede afspraken maken over de verdeling van de vrijheid en ervoor zorgen dat er geen onverklaarbare en hevig betwistbare verschillen ontstaan. ‘Maar ik heb gemerkt dat bestuurlijke samenwerking in de volgende fase ingewikkeld is. Samenwerking moest tijdens de coronacrisis op gezag van de voorzitter van de veiligheidsregio. Alles moest wijken voor de bestrijding van het coronavirus. Nu zitten gemeenten weer aan de tafels waaraan ze daarvoor als concurrenten zaten, terwijl de verspreiding van het virus nog steeds moet worden bestreden en brede nazorg geboden moet worden. Die mix maakt een intelligentie start-up heel ingewikkeld.’ Heeft de coronacrisis dan louter voor kommer en kwel gezorgd? Het is schoner en stiller op straat, de politie jubelt over minder woninginbraken en rechtbankpresidenten zien dat de Rechtspraak van de weeromstuit razendsnel aan het digitaliseren is geslagen. Wat nooit kon, kan en moet nu. COT-directeur Zannoni: ‘Door deze pauzeknop zie je dat bestuurders zijn gaan nadenken over fundamentele veranderingen in de werkprocessen. Thuiswerken is er één van, op afstand werken sowieso. Naast de brede sociaaleconomische nazorg houd je de bestrijding van het coronavirus over en heb je de vraag wat we fundamenteel willen. Misschien wil je wel op een heel manier beleid maken. Of kijk je opnieuw naar alle grote plannen. Gaan we daarmee door? Is er een kans om iets nu wel te doen wat eerder niet lukte? Maar ook: willen we op de oude voet verder? Wat voor soort gemeente willen we eigenlijk zijn?’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020
18 Online Touch Home