18

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 18 ACHTERGROND RUIMTE adviesbureau Tauw, die waterschappen regelmatig adviseert over het verwaarden van slibstromen, ziet een interview met Binnenlands Bestuur niet zitten. ‘Het is een heel lastig onderwerp; ik ben voorzichtig met wat ik zeg’, ontglipt hem nog wel. Hij verwijst door naar Jan Peter Speelman, afdelingshoofd afvalwaterketen bij Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en in de Regiegroep Slibeindverwerking namens alle waterschappen bezig met het tekort aan slibverwerking. Hij verwijst op zijn beurt door naar beleidsmedewerker innovatie Ruud van Esch van de Unie van Waterschappen. Ook Ellen van Voorthuizen, auteur van Inventarisatie slibeindverwerking, verwijst naar Van Esch en mailt op voorhand dat ze niks heeft toe te voegen aan diens woorden. Van Esch laat weten dat het binnen de UVW regel is dat contacten met de media via de afdeling communicatie gaan. In oktober 2019 zijn Voorthuizen, Reitsma en Van Esch overigens in het tijdschrift H2O (‘Tot over de oren in de slibcrisis’) aan het woord geweest. Maar het was ‘lastig om dat op te schrijven’, aldus Reitsma. UITDAGEND Sander Mager, bestuurslid van Waterschap Amstel Gooi en Vecht (AGV) en voorzitter van de Commissie Waterketens en Emissies van de Unie van Waterschappen wil wel vragen beantwoorden. Mager heeft zowel bij AGV als bij de unie het slibdossier, dat hij ‘uitdagend’ noemt, op zijn bordje liggen. De unie meende rond 2012 juist dat er overcapaciteit slibverwerking zou ontstaan, schetst hij. Met ‘energiefabrieken’ zouden waterschappen energie uithet slib halen en het slibvolume fors terugdringen. ‘Dus er is juist gestuurd om overcapaciteit te voorkomen. Er is gezegd: laten we geen capaciteit bijbouwen.’ Maar de energiefabrieken kwamen langzamer van de grond dan verwacht, de reductie van slibvolume viel tegen en vervolgens viel de Duitslandroute weg. ‘Eind 2018 is geconstateerd: we moeten scherp aan de wind zeilen. In plaats van overcapaciteit lijkt er ondercapaciteit. We hebben gezamenlijk geconstateerd: als we elkaar helpen, dan redden we dat.’ Uiteindelijk zouden de energiefabrieken het slibvolume verkleinen. ‘Toen ontstond de crisis bij het AEB en was meteen duidelijk: als je zo scherp aan de wind zeilt kun je zo’n crisis niet hebben.’ In maart van dit jaar hebben de waterschappen besloten dat er een ‘robuust plan’ moet komen, om dit soort crisissituaties te voorkomen. Daarvoor doet de unie nu onderzoek. Vervolgens zal het uniebestuur een plan maken waarover de ‘Als je scherp aan de wind zeilt kun je zo’n crisis niet hebben’ ledenvergadering uiterlijk december dit jaar zullen gaan stemmen. De uitvoering van dat plan valt logischerwijs in 2021. Is dat niet wat laat, vier jaar na het waarschuwingssignaal van de SNB-directeur? ‘Dat is een beetje een rare karikatuur’, reageert Mager. ‘Er is in de tussentijd veel gebeurd.’ Hij verwijst naar het rapport van RHDHV, dat ook gaat over het wegvallen van de Duitse markt. ‘Eind 2018 was het signaal: ja, dit redden we nog, mits we dit goed afstemmen en met de kennis van nu zeg ik: mits er geen crisis overheen komt.’ STROPERIG Het verwijt dat de besluitvorming bij waterschappen stroperig is, zoals een aanbieder van een nieuwe slibverwerkingstechniek suggereert, doet Mager lachen. ‘De een noemt het stroperig. De ander zorgvuldig’, zegt hij. ‘Uiteindelijk werken we met publiek geld en je wil niet dat je voor een incidenteel probleem een investering doet die na twee jaar niet meer nodig is.’ Maar staat daar niet tegenover dat het ad hoc wegwerken van slibpieken miljoenen euro’s extra kost? ‘Mee eens. Dat is precies de reden waarom we met elkaar dit traject doen en in mijn beleving doen we dat voortvarend.’ In de tussentijd hebben de waterschappen vorig jaar wel nog bij het ministerie van I&W gepolst of ze geen slib in rijksdepots kwijt konden. Het ministerie hield de boot af en zei dat het tijd was dat de waterschappen een ‘ robuust plan’ maken. Dat plan zal volgens Mager drieledig zijn: op de korte termijn gaan de waterschappen op zoek naar nieuwe afzetroutes (zoals België), nieuwe technieken en het beter inzetten van de verwerkingscapaciteit. ‘Als we beter van elkaar weten hoeveel

19 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication