43

SPECIAL 43 PAUL STRIJP IS ADVISEUR ‘DATA EN NIEUWE TECHNOLOGIE / ORGANISATIESTRATEGIE’ BIJ DE PROVINCIE NOORD-HOLLAND. HIJ SCHREEF DIT ESSAY OP PERSOONLIJKE TITEL. technologische gebruiksvriendelijkheid. Daarmee raken we een essentieel punt. Een punt waarvoor ook grote denkers als de Amerikaanse socioloog Sennett en de Wit-Russische internetcriticus Morozov aandacht vragen. Sennett pleit voor weerbarstigheid en dubbelzinnigheid in de stad. Weerbarstigheid staat voor het menselijk vermogen om met obstakels en weerstand om te gaan. Een stad moet volgens hem stimuleren tot nieuwsgierigheid, inwoners uitnodigen om mee te denken. Echter, de efficiëntie van technologie zorgt ervoor dat je dat juist niet meer hoeft te doen. Je denkvermogen vermindert, technologie kan verdoven. Morozov voegt daar een aantal noties aan toe. Zoals imperfectie, wanorde en het maken van fouten. Noties die essentieel zijn voor onze vrijheid. Inefficiëntie is voor hem een zegen. Die zorgt ervoor dat mensen blijven leren. Welk beeld laten onze slimme steden zien vanuit de bril van deze twee heren? Dat is toch redelijk mager. Leidende documenten zoals de NL Smart City Strategie, een recent handboek van de Future City Foundation, de website van Brainport Smart District en de talloze documenten en brochures van smart cities ogen op dit punt ééndimensionaal. De dominante principes zijn optimalisatie, slimheid, internationale concurrentie, flexibiliteit en doelmatigheid van processen. En burgers moeten vooral snelheid, gemak en comfort worden geboden. Dat is het wel zo’n beetje. SHARED SPACES Er is absoluut veel aandacht voor participatie. Maar participatie is nog niet hetzelfde als uitdagen, weerbarstigheid of andere contra-intuïtieve principes van Sennett en Morozov. Natuurlijk, we kennen onze shared spaces. Verkeersruimtes die zijn ingericht als verblijfsruimtes. Zonder slimme verkeerslichten. Onder het motto liever veiligheid met onzekerheid dan ongelukken met duidelijkheid. Maar deze ruimtes tref je niet in de genoemde documenten. Is er dan echt helemaal niets? Jawel. Op pagina 162 (!) van het handboek van de Future City Foundation mogen twee onderzoekers van de Universiteit Twente een pleidooi houden voor nieuwsgierigheid en verrassing. Maar of deze hun weg al gevonden hebben naar stedelijke toepassingen? Wat is het tweede punt voor de standaard van Verdaas? Volgens Max Welling, expert op het terrein van kunstmatige intelligentie, vormen smart cities een voedingsbodem voor een maatschappij zonder privacy. “Het is één minuut voor twaalf”, zo laat hij optekenen in een boekje over zijn vakgebied. Het zal duidelijk zijn: het tweede punt gaat over privacy en andere grondrechten. Hoe zit dat? Met de komst van de Algemene Verordening Gegevensbescherming zijn onze persoonsgegevens in veilige handen. Hoewel? Robbert Dijkgraaf, hoogleraar in Princeton, stelt dat het schenden van privacy het primaire businessmodel van tech-bedrijven is. Deze verkopen ongevraagd persoonlijke informatie op grote schaal door aan allerhande fondsen. Hij voorspelt dat de volgende crisis draait om datamisbruik. Is dit gegeven relevant voor slimme steden? Jazeker, en dan vooral met het oog op de ongemakkelijke slimme steden. Want laten we eerlijk zijn. Welke wethouder kan de verleiding weerstaan als Google zich ooit meldt met plannen voor een nieuwe woonwijk of zelfrijdende auto’s? Welke wethouder herinnert zich dan de woorden van Dijkgraaf? Voor de goede orde: Dijkgraaf en Welling zijn géén krullenjongens. Beiden gelden als internationale autoriteiten en zijn géén rabiate privacy-voorvechters. Het spook van Zuboff, de Amerikaanse auteur die schreef over het surveillance-kapitalisme, waart boven Nederland. WILDWEST Dan de niet-persoonsgebonden data. Big data over water-, vervoers-, energie- en materialenstromen in een wijk bijvoorbeeld. In de nabije toekomst wellicht aangevuld met data over corona-besmettingen. Wat blijkt? Volgens onderzoek van het WODC is het Nederlands recht nog niet ingericht om de verzameling, analyse en het gebruik van deze data te beschermen. Een decor voor wildwest taferelen dus. Hoewel inwoners deze data vaak genereren kan het bedrijfsleven er zo mee vandoor gaan. Aantrekkelijk, want die data vertegenwoordigt economische waarde. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de participanten van het project in Helmond zijn zich hier zéér van bewust. Zij kennen de burger het beschikkingsrecht over data toe. Dat geldt ook voor een handjevol gemeenten die met codes, datamanifesten en ethische commissies experimenteren. Maar het merendeel van de gemeenten vertoont weinig risicobewustzijn. Lees de talloze ‘ Merendeel van gemeenten vertoont weinig risicobewustzijn’ ronkende verhalen over smart cities. En zolang gemeenten onwetend zijn, blijven ook inwoners dom. Zij worden niet gestimuleerd om data verantwoord te delen of te verkopen. Zou het niet interessant zijn als gemeenten, burgers en bedrijven standaard een level playing field met elkaar creëren om over die data te onderhandelen? GRONDRECHTEN De corona-crisis was er plots. Als een sluipmoordenaar vanuit China. Deze heftigheid leidde onmiddellijk tot een democratisch patroon van acties en reacties op digitale toepassingen. Dat ontbreekt bij de ontwikkeling van smart cities. Deze verloopt geleidelijk en ongemerkt, zonder de noodzakelijke checks and balances. Niettemin is de impact van slimme steden op inwoners enorm. Kort en goed is de kernvraag wat steden gaan ondernemen om te voorkomen dat hun inwoners in slaap sussen en een beetje dommer worden. Dat moet ook de essentie zijn van de standaard van Verdaas. Het eerste punt van die standaard is een zoektocht. Naar de toepassing van contra-intuïtieve en tegendraadse principes in de digitale stedelijke werkelijkheid. Het tweede punt gaat over bewustwording van privacy en andere grondrechten. Standaarden hiervoor zijn reeds voorhanden. Met de principes van de VNG maar ook met bijvoorbeeld de handvatten van Anita Nijboer van bureau Kennedy Van der Laan. Zij toont gemeenten hoe zij plannen voor smart cities kunnen borgen in een verordening, omgevingsplan of overeenkomst. En deze zomer komt de Autoriteit Persoonsgegevens met een onderzoek naar de waarborg van privacy in smart cities. Schuilt de werkelijke opgave voor smart cities, óók bij de inrichting van de anderhalve -meter-samenleving, niet in het buiten de deur houden van de introverte mens van De Tocqueville en de spoken van Orwell en Zuboff? BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020

44 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication