27

l l  met de zestienjarige Isabelle Al Dente. Ze reizen samen tot ze in het kraambed sterft. Ik lijk wel de Dag Allemaal, maar het is nog niet gedaan. Juanna, de dochter van een slager was zijn volgende grote vlam. Tegen haar vader zei hij: ‘Slager, ik kom uw schoonste vlees halen!’ Je kunt de Vega gerust naast een Cervantes zetten, want zijn stukken worden nog steeds gelezen.” Na het derde gedicht merkt iemand uit het publiek op dat het allemaal sonnetten zijn. “Ja, inderdaad”, bevestigt Ivo, zichtbaar blij met de interventie. Hij rondt lachend het deel over de Vega af: “Gelukkig werd hij nog net voor zijn dood tot priester gedoopt om al zijn zonden te vergeven.” Dankzij Ivo’s enthousiasme schuiven we naadloos door naar de 19de eeuw. “Eindelijk een vrouw, Rosalia de Castro! Lange tijd was poëzie schrijven een mannenaangelegenheid. Gelukkig is het evenwicht intussen hersteld en zijn er vandaag de dag veel vrouwen die heel goede poëzie schrijven.” Ivo leest een gedicht van de Castro voor en vult alweer aan met sappige weetjes. “Haar moeder was van adel, maar haar vader was priester, dus moest haar moeder met Rosalia op de loop. Al heel jong begon ze te schrijven. Ze kwam op haar pootjes terecht toen ze huwde met een man van wie ze heel veel vrijheid en steun kreeg, ook al hadden ze samen zeven kinderen. Best verrassend voor die tijd. Ze schreef eerst in het Galicisch, later in het Spaans en had een boon voor mensen in armoede.” Na het gedicht ‘Alleen’ merken meerdere mensen in het publiek op hoe eenvoudig mooi de dichteres zich uitdrukt. “Rosalia wordt vaak overgeslagen, maar volledig onterecht!” Dan is het tijd voor een pauze. “Ik doe dit al bijna twintig jaar”, lacht Ivo. “Ik maak eigenlijk voortdurend reizen in de poezie, met Rusland als specialiteit. Zo heb ik een reeks van twintig boeken uitgegeven bij Lannoo onder de titel ‘De mooiste van …’. Die hebben goed verkocht. Het project hier heb ik ooit zelf voorgesteld, het is gestart als een samenwerking tussen Muntpunt, De Markten en het BOp. Dat was wel spannend in het begin: bij de eerste voorstelling waren er zes mensen. Langzaam is dat beginnen groeien en nu heb ik doorgaans dertig tot veertig toehoorders. Er is een vaste kern, maar regelmatig zie ik ook nieuwe gezichten. Vaak zijn het oudere mensen die er soms meer van weten dan ikzelf. Nu hou ik het op een viertal voorstellingen per jaar, vroeger wel acht.” « Dichters verkopen niks, maar staat er ergens een dictator op, dan zijn ze wel de eersten die in de gevangenis belanden. » Na de pauze gaat Ivo verder met gedichten van Salinas, Machado en Ramon, én uiteraard weetjes over de betreffende schrijvers. Ik onthoud ook nog deze uitspraak: “Dichters verkopen niks, maar staat er ergens een dictator op, dan zijn ze wel de eersten die in de gevangenis belanden”. En dan slaat de klok al vier uur, het einde van de twee uur durende lezing. Een hartelijk applaus volgt. “Volgende keer vieren we mijn twintigjarige jubileum. Ik ga me eens goed uitleven. We maken er een poëtisch feest van!” Ik praat nog even na met Greta, mijn tafelgenoot na de pauze. Ze vertelt me dat het de eerste keer is dat ze komt: “Ik ben studente Spaans en lees ook erg graag. Ik was aangenaam verrast door het werk van Rosalia. Poëzie is niet iets waar ik snel naar grijp, maar ik ben verbaasd over de schoonheid die we vandaag troffen. Het was laagdrempelig gebracht, een leuke middag waar je toch wat informatie opdoet waar je je nadien verder in kunt verdiepen. Ik denk dat ik terugkom!” n tekst en foto’s: Bob van mol, literatuur Vlaanderen Volgende Poëziecafé met Ivo van Strijtem vindt plaats op woensdag 11 februari om 14 uur. Dit keer trekt de dichter niet op reis. Met Wie heeft er ooit het lied gehoord? Het lied van… brengt hij hoogtepunten uit de Nederlandstalige poëzie van vroeger en (bijna) nu. Met gedichten van Guido Gezelle, Paul van Ostaijen, Jan van Nijlen, Paul Snoek en vele anderen. Noteer alvast ook het poëziecafé ‘Alle vormen van vreugde’ van woensdag 29 april in je agenda. De wever Het leven staat nooit stil, Het vordert onafgebroken Als een tapijt op het weefgetouw, op het ritme Van handen en voeten Van de wever. Soms traag, soms snel, Met draden dik dan weer dun. Af en toe Rafelig en verward. Zacht en soms ruw. Sjablonen en kleuren wisselen Naargelang de ingeving van de wever. Soms wordt het sjabloon Niet voltooid. Handen en voeten van de wever Blijven stil. Het onafgewerkte tapijt, Wordt een deken van troost Voor wie hij liefhad. Tot andere handen en voeten Verder weven. Ze voegen nieuwe kleuren en figuren toe. Ronden hoeken af, Vullen leegten op. Het tapijt wordt een troostdeken, Waarin alle patronen, kleuren en motieven Versmelten. De taak van de wever is volbracht. Marie-Josee Van Nechel, BOp-schrijfatelier 2025 l jaNuarI - fEBruarI 2026 BOp magazine l l 27 l 20 jaar poëz I ecafé

28 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication