27

l l l In de k I j ker  den dat zo’n grote groep zich door hun gangen beweegt, en het zagen er nu niet meteen professionele dansers uit… inclusief en integer De workshopsessies werden begeleid door Magdalena Ottl en Guy Van Aken, die het hele proces benaderden met een open en inclusieve blik. Niets moest, alles mocht. Elke oefening was een uitnodiging, geen verplichting. Vanaf het begin werd er ruimte gemaakt voor ieders grenzen, voorkeuren en mogelijkheden. Al snel werd duidelijk dat er onder de deelnemers onder meer twee slechtzienden, een hardhorige en iemand met beperkte mobiliteit waren. Iedereen kreeg de kans om aan te geven wat werkte, en wat niet. “Ik heb liever dat je mij eerst aanspreekt in plaats van mij zomaar bij de arm te nemen,” zei Eva, een slechtziende deelneemster. “Soms willen goedbedoelende mensen je helpen oversteken of in een bepaalde richting duwen, maar als je niet ziet wie het is, kan dat net beangstigend zijn.” Eva kende Ultima Vez nog niet, maar haar nieuwsgierigheid was meteen gewekt. Dansen in een donkere ruimte was spannend — haar zicht is beperkt tot enkele schaduwen — maar ze besloot het erop te wagen. “Ik was bang dat ik een last zou zijn, maar dacht: ik zie wel, en ik kan er altijd uitstappen.” Al snel voelde het vertrouwd aan. “Veel ervan herkende ik al bij mezelf. Wanneer ik me niet goed voel, draai ik thuis als een tol rond de tafel en dans ik alles eruit.” Genereus en intiem Ook deelnemer Marc vond de workshops waardevols: “Er was een fijne afwisseling tussen individuele bewegingsoefeningen en groepsinteracties. Dit bood de kans om ons eigen lichaam en de mogelijkheden ervan beter te leren kennen, inclusief de grenzen en het brede spectrum aan bewegingen – van grootschalige tot zeer subtiele bewegingen.” De groep was intergenerationeel, met uiteenlopende achtergronden, leeftijden en verhalen. Toch overheerste verbondenheid. “Wat me vooral opviel, was hoe intiem de ervaring was. Je stelt je bloot en komt dicht bij anderen, iets wat in andere omstandigheden misschien ongemakkelijk zou voelen, maar hier volledig natuurlijk was. Iedereen liet een stukje van zijn of haar persoonlijkheid en fysieke expressie zien.” De groep creëert Ook voor deelneemster Veerle noemt het een mooie ervaring. Ze vindt dat dit soort projecten ook een plaats zouden moeten krijgen binnen het aanbod van academies, specifiek gericht op ouderen. Ze zag het als een vorm van creatief bewegen die niet beperkt is tot klassieke dansvormen voor ouderen zoals line dance of biodanza. “De omkadering was uitstekend: met respect, integriteit en aandacht voor het geheel.” Volgens haar kunnen ook lesgevers en managers iets leren van deze aanpak: niet één iemand die beslist, maar een groep die samen creëert. Of Veerle vindt dat kunst bijdraagt aan welzijn? “Ja, maar vooral op het niveau van de samenleving.” Voor Veerle is cultuur essentieel om armoede te bestrijden. “De echte grote armoede is als men geen inspiratie meer kan opdoen, geen geld heeft voor cultuur.” Ze benadrukt dat kunst ook breder gezien mag worden. “Hoe je je kleedt, hoe je je huis inricht, of hoe je voor je omgeving zorgt: dat alles draagt bij tot welzijn. De jongeren die aan het skaten zijn op de pleinen doen ook aan een vorm van kunst. Kunst is niet gerelateerd tot alles wat we in een museum kunnen zien. Schrijven, zingen, iets een bepaalde uitstraling geven, ... Zelfs je haar doen of de straten in je wijk opfleuren.” Marc beaamt dat: “Kunst is moeilijk in een hokje te plaatsen, maar uiteindelijk draait het om de manier waarop je de wereld en het leven vormgeeft. Het kan gaan om iets kleins, zoals hoe je een tafel dekt of hoe je mensen ontvangt. Die artistieke dimensie zorgt voor een andere manier van samenzijn en beleven, en dat draagt bij aan mentaal welzijn.” Met dank aan het Fonds HouillogneHanne en de Koning Boudewijnstichting n tekst: Lise De meulemeester Foto’s: sofie De Backere Lees de uitgebreide interviews op www. bop.brussels l mEI - juNI 2025 BOp magazine l l 27

28 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication