op de boekenplank en he t cd-rek l l l De laatste ronde van Johan Verminnen ‘Ik blijf zingen tot morgenvroeg’ was de titel van het interview met Johan Verminnen dat BOp magazine in november 2021 publiceerde. Bijna vier jaar later heeft de zanger, die al enige tijd met gezondheidsproblemen kampt, laten weten dat morgenvroeg aangebroken is. Een zware operatie en een lange revalidatie verplichten hem ertoe zijn geplande afscheidstournee, waarvan de veertig optredens bijna allemaal uitverkocht waren, te annuleren. De laatste ronde Gelukkig is er nog de CD De laatste ronde, die de zanger begin september voorstelde in zijn geboortedorp Wemmel. De CD bevat dertien nummers die grotendeels in het teken van Verminnens afscheid staan. Het eerste nummer zet meteen de toon: ‘De laatste ronde, de laatste keer. Ik vind het zonde, maar kom niet weer. Dit is een afscheid, en geen tot ziens. Dit is voor altijd, en geen misschien.’ van swing tot musette Het stemtimbre van Verminnen (74) is op de CD nog steeds zeer herkenbaar. Traditiegetrouw haalt de zanger voor zijn teksten meermaals inspiratie uit zijn eigen leven. Zo verwijst Wit blad naar het writers’s block waar hij een tijdje mee heeft gekampt, en vermeldt hij in Oud nieuws zaken die hem in de media zijn opgevallen. Muzikaal tapt hij ook al even traditiegetrouw uit verschillende vaatjes: van swing in Kermis in de hel tot musette in Langs het kanaal. Enkele nummers worden begeleid door strijkers, prachtig gearrangeerd door componist Michel Bisceglia. een waardig slotakkoord Een aantal teksten zijn geschreven door producer en muzikant Wouter Berlaen, terwijl Verminnens oud-leerling aan de kleinkunstacademie in Antwerpen en goede vriend Stef Bos (die meezingt op Altijd alleen) zorgt voor tekst en muziek van het ontroerende In mijn leven, dat Verminnen grotendeels parlando brengt. Daarnaast heeft Lieven Tavernier (vooral bekend als tekstschrijver van De fanfare van honger en dorst en Eerste sneeuw, gezongen door Jan De Wilde) onder de titel De zanger en de microfoon een vertaling gemaakt van La voix du crooner van de Franse zanger Francis Cabrel, een van de vele hoogtepunten op deze CD. Deze laatste plaat van Johan Verminnen staat inderdaad vol met pareltjes en is een zeer waardig slotakkoord van zijn indrukwekkende carrière. Het BOp wenst de zanger daarbij nog een laatste bisnummer toe: een spoedig en volledig herstel! n luc De Munck De CD De laatste ronde kost 20 euro, is verkrijgbaar in iedere platenzaak en kan ook besteld worden via www.johanverminnen.be. 30 l l l BOp magazine NOvEmBEr - dEcEmBEr 2025 een uitgave van ePo, 80 blz., 15 euro. n Bart Braeckevelt v.l.n.r. Tom De Meijer (CNR Records), Wouter Berlaen (producer), Johan Verminnen en Jan Hautekiet. (tijdens de voorstelling van de CD op 5 september in De Zandloper in Wemmel) Met de duivel tegen armoede Werkvolk tussen Zenne en vaart van Lucas Cahterine Historicus van Vergeten Zaken, zo omschrijft Lucas Catherine zichzelf. Dergelijk vergeten verhaal, is dat van – de geschiedenis van – het proletariaat. In zijn nieuwste boek(je) beschrijft hij het lot van het werkvolk in een Brusselse wijk, tussen Zenne en Vaart. En dat aan de hand van een zo goed als vergeten volksfeest. op zoek naar de armste wijk van Brussel Er is één wijk in de oude benedenstad, met name de Duivelshoek, die zich nog vaag herinnert hoe ze jaarlijks de zogenaamde Duivelsfeesten organiseerden, tussen 1820 en 1939. Die wijk situeert zich grofweg tussen de Ninoofse en Vlaamse Poort, de Fabriekstraat, de Papenvest en de Vlaamsesteenweg. Nu verwijzen er nog stroatjes, gangen en impasses naar die tijd. Een ellendige tijd voor de arbeiders die er in erbarmelijke omstandigheden moesten leven. Maar – minstens – één week per jaar zetten ze hun zorgen opzij, tijdens die Duivelsfeesten. Het ging niet om een katholiek gebeuren, maar valt eerder te vergelijken met een carnavalsfeest, gepaard gaande met de nodige bras- en zuippartijen. Veel geschreven bronnen zijn er niet. ‘Wie schrijft er nu over het werkvolk?’ oppert de auteur. En daarom ging hij er naar op zoek in detectivestijl, zoals Van Zwam in de stripverhalen van Nero. Speels én onderzoekend. Een invalshoek is bv. de blik van kunstenaars op de wijk. Van de geïdealiseerde aquarellen van Carabain tot de werken van Craps en Naeyaert, die wel de rauwe werkelijkheid portretteerden. Doorheen dit hele verhaal krijgen we ook nog wetenswaardigheden mee over moules parquées, staminees, Brusselse bieren… Het is alsof we de auteur met zijn wandelstok tegenkomen op straat en luisteren naar zijn vertelsels. Dit is niet het eerste boek van Lucas Catherine over Brussel en hopelijk ook niet het laatste. Want hij leert ons het ‘echte’ Brussel kennen, wars van alle folklore.
31 Online Touch Home