156

met structuren, bevoegdheden, voorwaarden, controle en zeggenschap. Bovendien ontbreekt het vaak aan een duidelijke inhoudelijke visie en concrete samenwerkingsdoelen. Daarnaast blijkt er sprake van weinig onderling vertrouwen en is er onvoldoende aandacht voor samenwerkingsvaardigheden. De gebrekkige totstandkoming en ineffectiviteit, die in deze publicaties worden genoemd, blijken echter niet kenmerkend te zijn voor de onderzochte integriteitsverbanden. De IVB’s worden juist positief gewaardeerd. Wellicht komt dat doordat de IVB’s niet gerelateerd zijn aan de huidige pogingen om te komen tot meer algemene intergemeentelijke, regionale of bestuurlijke samenwerkingsarrangementen. De IVB’s lijken los te staan van die trend en eerder voort te komen uit een diepere sense of urgency, die zich vertaalt in bereidwilligheid tot samenwerking op concrete doelstellingen. In de literatuur over integriteitsmanagement is al eerder op de mogelijke voordelen van interorganisatorische samenwerking gewezen, zoals de ontwikkeling van de integriteitsfunctie, kennisuitwisseling en externe steun. De respondenten herkennen deze voordelen en geven aan dat zij dankzij IVB’s hun werk beter kunnen doen. Het integriteitsbeleid, en daarmee de integriteit in de organisatie, profiteert ervan. Voorzichtigheid met deze positieve waardering van IVB’s is echter op zijn plaats. De respondenten hebben zelf geïnvesteerd in de samenwerking en zijn derhalve misschien terughoudend met kritiek. Durven zij het wel toe te geven als de resultaten tegenvallen en zijn zij niet bang dat zij hiermee hun partners afvallen? Vanwege de aan de respondenten toegezegde anonimiteit, en aangezien zij zich tijdens de interviews ook zeer vrij bleken te voelen om de nadelen en valkuilen van de samenwerking te benoemen, zijn wij echter van mening dat de positieve waardering een reëel beeld geeft. Het vergt vervolgonderzoek om kwalitatief en kwantitatief verder in te zoomen op dit beeld. Verder komt in onze studie duidelijk naar voren dat samenwerking ook leidt tot meer efficiency en kwaliteit. Deze voordelen passen in het huidige tijdsgewricht. Er zijn signalen dat de binnen de overheid ingezette bezuinigingen tot meer integriteitsrisico’s leiden, terwijl de tijd en aandacht voor integriteitszorg afneemt (Hoekstra 2016). De risico’s nemen toe, omdat bezuinigingen en reorganisaties bij de medewerkers aanleiding kunnen geven tot gevoelens van onrust, rancune, baanonzekerheid en wrok. Dit kan leiden tot niet-integer handelen tussen collega’s (pesten, discriminatie, intimidatie et cetera). Dit sluit aan bij een recente studie van De Graaf en Struwer (2014), waaruit blijkt dat dit type integriteitsschendingen het vaakst voorkomt. Daarnaast kunnen werknemers zich uit rancune tegen de werkgever keren door zich bijvoorbeeld te vergrijpen aan bedrijfsmiddelen. 154 INTEGRITEITSVERBANDEN

157 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication