meester die uit angst voor represailles voor zijn gezin anoniem wil blijven, vertelt bijvoorbeeld over ondermijners die via een lokale fractie starten als ondersteuner, vervolgens actiever worden en dan zelf raadslid worden, en zo langzamerhand steeds meer politieke steun en macht verwerven. Uiteindelijk hebben zij zo veel steun opgebouwd dat onroerendgoedprojecten waarin ze grote belangen hebben, erdoor gedrukt kunnen worden. Dat gaat zonder agressie, maar de dreiging is niettemin aanwezig. Agressie en geweld zitten dan ook dicht tegen integriteit aan. Bestuurders voelen zich vaak machteloos in dergelijke situaties en hebben het gevoel dit probleem niet goed te kunnen delen. Ook niet met hun ambtelijke ondersteuning, omdat ze nooit zeker weten welke relaties hun eigen ambtenaren kunnen hebben met de ondermijnende criminaliteit. Pieter Tops spreekt in dit geval van ‘institutionele eenzaamheid’.52 Tops adviseert burgemeesters collectieve normen te stellen. Maar in de visie van het expertisecentrum zouden die normen niet alleen door burgemeesters gedeeld moeten worden, maar door alle organisaties die te maken kunnen krijgen met ondermijning, zoals gemeente, politie, Belastingdienst, UWV enzovoort. Daarover zou veel meer onderlinge discussie en uitwisseling van informatie moeten plaatsvinden. Dus niet alleen samenwerking in de aanpak, maar ook in het onderkennen van (de mogelijke dreiging van) intimidatie en agressie. Een georganiseerde overheid tegenover georganiseerde criminaliteit. 4 FRUSTRATIEAGRESSIE EN -GEWELD Ook de frustratieagressie tegen politieke ambtsdragers was dit jaar veel in het nieuws door de komst van pedoseksuelen in de wijk en de komst van asielzoekerscentra. Deze vorm van agressie hangt samen met wat we ook wel het NIMBY-principe (not in my backyard) noemen: we vinden dat asielzoekers een goede plek moeten krijgen en dat ook pedoseksuelen ergens moeten kunnen wonen, zolang het maar niet in onze buurt of stad is. Frustratieagressie heeft verschillende oorzaken. Allereerst de individualisering, ook wel de ‘dikkeik-mentaliteit’ genoemd. In deze tijd staat voor veel mensen het eigen individu voorop en gaat het individueel belang boven het belang van de gemeenschap. Het respect voor autoriteit en gezag is afgenomen. Deze mentaliteit wordt ondersteund door de toenemende tendens bij publieke organisaties om de burger als een klant te zien, en de klant is nu eenmaal koning. Burgers verwachten van publieke organisaties hetzelfde als van de winkel waar ze hun elektronica kopen: 24 uursservice en een ‘niet goed geld terug’- garantie. Er ontstaan verwachtingen waaraan de overheid – als vertegenwoordiger van het algemeen belang – niet kan voldoen. Dit leidt bij sommige burgers tot frustraties, die zij 52. De Prijs van Agressie en Geweld. Interview met Pieter Tops: ‘Institutionele eenzaamheid nog te weinig in beeld’, pp 20-22. Expertisecentrum Veilige Publieke Taak (juli 2014). 162 AGRESSIE EN GEWELD TEGEN HET OPENBAAR BESTUUR
165 Online Touch Home