P. van der Meulen en drs. A.W. de Korte 1 INLEIDING 2014 en de eerste helft van 2015 was een lastige periode voor het afsluiten van cao’s. Nog niet de helft van het aantal cao’s dat moest worden vernieuwd, is tijdig rondgekomen (zie het plaatje aan het eind van de tekst). In de tweede helft van het jaar is er sprake van een inhaalslag en is de eerdere achterstand in afgesloten cao’s grotendeels ingelopen, vooral omdat veel lang openstaande cao’s (contracten waarvan de einddatum was verstreken) werden vernieuwd. Maar het blijft een moeizame exercitie om tot cao-afspraken te komen. Een fenomeen dat al langere tijd zowel in de marktsector speelt als in het publieke domein. Voor de Tweede Kamer was dit zelfs aanleiding om in juni 2015 een hoorzitting te organiseren: ‘Hoe komt het toch dat sociale partners er niet in slagen cao’s af te sluiten? Loopt het systeem van regulatie via cao’s op zijn eind?’ Zijn cao’s niet hard aan vernieuwing toe? Het in de zomer gesloten loonakkoord met drie vakcentrales en kabinet leek op een doorbraak in de zeven grote overheids-cao’s. Maar de praktijk is weerbarstiger en het aantal vernieuwende cao-afspraken blijft achter. In dit artikel geven we een aantal suggesties om zowel de inhoud van de cao’s als de wijze waarop ze tot stand komen op een moderne leest te schoeien. Tevens bieden we u een inkijkje in een aantal meer structurele vernieuwingen die wellicht een oplossing kunnen bieden voor de 202 STAAT VAN DE AMBTELIJKE DIENST 2015
205 Online Touch Home