267

Tegelijkertijd is de overheid op heel veel terreinen nog ‘gewoon’ wel de partij die zelf verantwoordelijk is en zelf voor de productie zorg draagt. In veel beleidsdomeinen gebeurt niets als de overheid niet de leiding neemt. Net zoals er domeinen zijn die door anderen verzorgd zouden kúnnen worden, maar waarvoor de overheid om politieke redenen zelf de verantwoordelijkheid in eigen hand wil houden. Rechtspraak is een voorbeeld daarvan, net als de handhaving van de openbare orde. De overheid handelt in onze tijd steeds meer tussen en te midden van anderen, maar dat betekent niet dat alles met of door anderen gebeurt. Soms is de overheid zelf aan zet, omdat niemand anders het doet, of omdat er een politieke keuze is om de taak dichtbij te houden. Opvallend is ook dat de vraagstukken waarmee de overheid wordt geconfronteerd complex zijn. En daarmee bedoelen we een specifieke vorm van complexiteit, niet ‘gewoon heel ingewikkeld’. Complexiteit is het verschijnsel dat gevolgen ontstaan in interacties tussen partijen, die geen voorspelbare uitkomst hebben. Daarmee zijn de problemen niet vooraf volledig kenbaar. Niet omdat we niet goed kijken of te weinig tijd nemen voor een gedegen analyse, maar simpelweg omdat de problemen beweeglijk, veranderlijk en daardoor intrinsiek onvoorspelbaar zijn. De gevolgen van interventies zijn dan pas zichtbaar nadat ze zijn genomen, we kunnen ze vooraf niet goed voorspellen. Kleine stappen, experimenten en incrementele strategie zijn dan nodig om al doende te ontdekken hoe het probleem in elkaar zit en wat blijkbaar in de praktijk werkende oplossingen zijn. Doelverplaatsing, incrementalisme en zoeken zijn dan de belangrijkste strategieën om tot oplossingen te komen. Het gaat niet alleen om het bij elkaar brengen van netwerken, maar ook om het zodanig te doen dat dit gaandeweg ontdekken van het doel en de aanpak mogelijk is. Deze combinatie van factoren maakt dat overheidssturing sterk in beweging is. Nieuwe werkvormen komen op, naast de bestaande werkwijzen. Samen zijn ze bepalend voor wat goed ambtelijk vakmanschap is. In deze bijdrage verkennen we eerst de vier perspectieven op overheidssturing die vanuit de literatuur en de praktijk af te leiden zijn. Daarna gaan we in op de onderlinge verhouding tussen die perspectieven. Ten slotte bespreken we de consequenties van de meervoudigheid van overheidssturing voor het ambtelijk vakmanschap. Of simpel gezegd: wat moeten ambtenaren kunnen om vanuit de toenemende variëteit en complexiteit in overheidssturing tot publieke waarde te komen? 2 VIER PERSPECTIEVEN OP OVERHEIDSSTURING Het denken over overheidssturing is in te delen in vier perspectieven (Van der Steen et al., 2015; DE GELAAGDE PRAKTIJK VAN AMBTELIJK VAKMANSCHAP 265

268 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication