281

Zoals ook Martijn van der Steen aangeeft in hoofdstuk 24 (De gelaagde praktijk van ambtelijk vakmanschap) betekent dit niet zozeer dat de oude rol van de overheid verdwijnt, maar dat nieuwe rollen worden toegevoegd. De rechtmatige en presterende overheid blijft bestaan, maar wordt aangevuld met een netwerkende en participerende rol. Deze omslag (noem het paradigmaverandering, transitie of kanteling) stelt nieuwe vragen aan organisaties, maar verandert ook de organisaties zelf. Om te kunnen functioneren als rechtmatige en presterende overheid, is gekozen voor een bureaucratisch organisatiemodel met hiërarchische sturing en verantwoording, protocollen en monitoringsystemen. Deze systemische wereld heeft als doel een gelegitimeerd en eenduidig resultaat en een onzekerheidsreductie voor politiek verantwoordelijken. Echter, een netwerkende en participerende overheid vraagt om een ander, horizontaler model, aangesloten op de samenleving. Cruciaal in dat organisatiemodel is de positie van medewerkers. De ambtenaren zijn in dit model niet meer de anonieme uitvoerders van opdrachten ‘van boven’, maar de verbindingspersonen tussen de verwachtingen vanuit de bestuurder en de organisatie enerzijds en die vanuit de samenleving anderzijds. Zij zijn het die namens de participerende en netwerkende overheid het contact met de samenleving invulling geven (lees ‘De boom en het rizoom’ en ‘Wij, de overheid’). De participatie- en de netwerksamenleving hebben zo tot gevolg dat ambtenaren vaker hun resultaten moeten behalen in samenwerking met (zowel overheids- als maatschappelijke) partners en in directer contact met de buitenwereld. Door deze en andere ontwikkelingen worden ambtenaren minder anoniem (met voor- en nadelen tot gevolg) en komt bij hen meer verantwoordelijkheid te liggen voor het succes (of het falen) van overheidshandelen. Om deze ontwikkeling kans van slagen te geven, moet aan de kant van overheidsorganisaties het nodige veranderen (en bij partners in de samenleving, maar dat terzijde). Hoe ga je ruimte en verantwoordelijkheid geven? Welke nieuwe sturings- en verantwoordingsafspraken moeten worden gemaakt? Hoe organiseer je de ondersteuning en bescherming van medewerkers? Echter, niet alleen organisaties moeten veranderen. Ook ambtenaren zelf moeten mee in deze transformatie. Zij moeten hun vakmanschap uitbreiden met de kennis en kunde die nodig zijn in een participerende en netwerkende overheid, maar tevens moeten zij zich bewust zijn van hun veranderende positie: hun nieuwe rol en groeiende verantwoordelijkheid bij het creëren van DE AMBTENAAR ALS PROFESSIONAL 279

282 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication