dat er vier, vijf jaar geen nieuwe ambtenaren-cao is. Het is onderdeel van de overheidsideologie om te bezuinigen op het ambtelijk apparaat, zowel in aantallen als in loonhoogte. De nullijn is weliswaar afgelopen zomer losgelaten, maar het extra geld komt voornamelijk uit de pensioenpot. Er wordt vooral uitgesteld loon naar voren gehaald. ‘Tegelijk met die bezuinigingsdoelstelling zie je dat de overheid veel ambitie heeft op het gebied van wetgeving, handhaving en toezicht. En de overheid wil bijvoorbeeld koploper zijn op ICTgebied. Dan kun je je geen fouten permitteren, maar het moet wel met steeds minder mensen. Lange tijd is dat opgelost door externe mensen in te huren, maar dat ventiel is inmiddels gesloten. Ik zeg niet dat het fout gaat, maar er dreigt wel een onbalans tussen de ambities en de bewerktuiging. Als je wilt dat werknemers zich ontwikkelen en met plezier werken, moet je in hen investeren en ervoor zorgen dat ze het volhouden om langer door te werken. In plaats daarvan levert de overheid consequent maar weinig op het gebied van primaire en secundaire voorwaarden.’ Wordt de overheid daarmee een minder aantrekkelijke werkgever? ‘Dat valt mee, omdat er nog steeds belangrijke voordelen zijn ten opzichte van andere sectoren. Er is veel baanzekerheid, het werk is over het algemeen leuk en gevarieerd, met complexe afwegingsprocessen. En ondanks de focus op een terugtrekkende overheid zie je dat de overheid op sommige punten juist belangrijker wordt – bijvoorbeeld als het gaat om regelgeving voor de financiële sector. Voor zulk boeiend werk zijn mensen vaak best bereid een prijs te betalen. De nationale politie windt zich weliswaar op over een te lang durende reorganisatie en de trend dat agenten makkelijker voor de rechter worden gesleept, maar je hoort niemand zeggen: “Ik vind dat ik een waardeloze baan heb.” ‘Mensen die voor de overheid werken, vinden over het algemeen dat ze interessant en mooi werk hebben. Nadeel is wel dat er weinig modern leiderschap is. Werknemers willen ruimte en richting – een combinatie waarmee veel overheidsmanagers niet uit de voeten kunnen. Zij denken eerder verticaal.’ Hoe groot is de invloed van bewindspersonen op de benoeming van zulke managers? Met name in de topfuncties willen ministers en staatssecretarissen misschien liefst iemand van hun eigen kleur? ‘Een minister doet er natuurlijk verstandig aan de beste mensen te benoemen, ongeacht hun politieke kleur. Daarin zie je enorme verschillen tussen ministers. De een selecteert ook op kleur, de ander helemaal niet. Ook vindt de ene partij het belangrijker dan de andere. In de 4,5 jaar dat DE VERHOUDING TUSSEN OVERHEID EN AMBTELIJKE ORGANISATIE 287
290 Online Touch Home