32

valt dat eind negentiende en begin twintigste eeuw voor wat betreft de uitvoering van taken contracting out ook sterk aanwezig was. Een verfijning van bovenstaand beeld kunnen we aanbrengen door te kijken naar de ontwikkelingen binnen de verschillende sectoren, zie tabel 2 hieronder. De jaren 1996 en 1983 (het begin van het reductiebeleid onder het kabinet-Lubbers I) zijn toegevoegd.6 De belangrijkste conclusie uit tabel 2 moet zijn dat er voor de periode 2003-2014 inderdaad sprake is van een terugtredend openbaar bestuur, wanneer we kijken naar de ontwikkeling van het personeelsbestand van de drie bestuurslagen en de waterschappen. Vrijwel over de gehele linie constateren we deze daling, met uitzondering van de politie, waar tot aan 2014 een forse stijging van het personeelsbestand te zien is. Het jaar 2014 is voor wat betreft de politie een keerpunt. Ook de rechterlijke macht en de waterschappen zijn in het verleden gestegen, maar laten van 2013 naar 2014 een lichte daling te zien. Het personeel werkzaam bij gemeenschappelijke regelingen blijft fors doorgroeien. Dit moet in verband worden gezien met Tabel 2: Ontwikkeling personeelsbestand Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten (aantallen werkzame personen) Sector Rijk Gemeenten Provincies Rechterlijke macht Waterschappen Gemeenschappelijke regelingen Openbaar bestuur totaal Defensie Politie Openbaar bestuur totaal (incl. sector veiligheid) 1986 18.511 1.383 7.327 21.848 85.581 30.8506 1996 130.039 106.066 216.222 173.305 12.203 2.151 8.748 21.992 75.450 45.594 2003 125.393 197.523 13.645 3.059 10.490 19719 72.793 57.903 2008 123.335 171.189 13.003 3.594 9.675 24.705 395.330 324.465 369.829 345.453 67.527 62.246 2013 116.413 155.140 11.494 3.537 10.091 33.548 330.223 60.185 65.089 2014 116.865 147.827 10.868 3.482 9.986 36.519 325.547 59.123 64.030 511.761 445.509 500.525 474.226 455.497 448.700 Bron: Kerngegevens bezoldiging overheidspersoneel 1986, 1996, 2003, defensiebegrotingen, Kerngegevens Personeel Overheid en Onderwijs 2008 en Kennisbank Openbaar Bestuur 6. Voor wat betreft dit jaar zijn de cijfers enigszins onvergelijkbaar, omdat in deze periode nog een onderscheid bestond tussen rijks- en gemeentepolitie. In de statistieken is het niet-executief personeel gerekend tot respectievelijk Rijk en gemeenten. 30 IS ER NU WEL OF GEEN SPRAKE VAN EEN TERUGTREDEND OPENBAAR BESTUUR?

33 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication