42

ling. Aanvankelijk waren de meeste gemeenten georganiseerd volgens het zogenaamde secretariemodel. In dat model vindt een scheiding plaats tussen beleid en uitvoering en vormt de secretarie de schakel tussen de uitvoering en het bestuur. De bedrijfsvoering is centraal georganiseerd en de gemeentesecretaris is de hoogste ambtenaar. Daarop volgde een periode waarin de ordening plaatsvond in sectoren van aandacht, waarin beleid en uitvoering beide waren ondergebracht. De bedrijfsvoering werd decentraal geregeld en toevertrouwd aan de integrale managers van de verschillende sectoren. De gemeentesecretaris was in dit model niet langer de hoogste baas, maar eerste onder gelijken in een managementteam. Op deze periode volgde uiteindelijk bij de meeste gemeenten de invoering van een directiemodel. De gemeentesecretaris is hierin weer de hoogste baas en wordt soms ook aangeduid als algemeen directeur. Deze geeft leiding aan een groter aantal afdelingen. Dit directiemodel wordt soms gekanteld en dan wordt de organisatie afgestemd op het perspectief van de burger in zijn verschillende rollen: klant, wijkbewoner, belastingbetaler. Er ontstaat zo een nieuwe structuur met bijvoorbeeld een beleidsafdeling, een frontoffice, een backoffice en vaak ook gecentraliseerde afdelingen voor onderdelen van de bedrijfsvoering. Op dit moment blijken gemeenten zowel het directiemodel als – de grootste gemeenten – het sectorenmodel toe te passen. Veel gemeenten kennen daarbij een concernstaf, die de ambtelijke en politieke leiding ondersteunt en de hoofdlijnen van het beleid bewaakt. Deze rol was in het verleden toevertrouwd aan de secretarie. Vaak worden ook afzonderlijke onderdelen belast met het contact met doelgroepen als burgers of bedrijven. Dat element past bij het directiemodel met de burger als ordeningscriterium. Inhoudelijke samenhang wordt soms bereikt door de vorming van clusters of afzonderlijke programma’s. Deze manier van organiseren zagen we bij het sectorenmodel. Kenmerkend voor de gemeentelijke organisatie is het collegiale bestuur, waarbij de verantwoordelijkheid voor de verschillende beleidsterreinen, waaronder ook de organisatie en/of bedrijfsvoering, is toevertrouwd aan een van de bestuurders, die dan op dit terrein het beleid bepaalt. Verder is er een hoogste ambtenaar in de persoon van de gemeentesecretaris, die de schakel vormt tussen het bestuur en het ambtelijk apparaat. Nemen we de gemeente Amsterdam als voorbeeld. Amsterdam gaf de grootste reorganisatie in de geschiedenis van de stad vorm. In combinatie met drie decentralisaties (jeugdzorg, zorg en arbeidsparticipatie) vanuit de rijksoverheid lag er een enorme uitdaging. Met de reorganisatie wilde Amsterdam een robuuste én flexibele organisatie 40 STAAT VAN DE AMBTELIJKE DIENST 2015

43 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication