de ‘Hervormingsagenda Rijksdienst’ aan de Tweede Kamer aan. Bovenop de al eerder afgesproken besparingen bevat het regeerakkoord opnieuw een taakstelling van meer dan 1,1 miljard euro. Deze is verdeeld over de ministeries. De agenda zet daarbij een beweging voort die de afgelopen jaren in gang is gezet met het programma ‘Vernieuwing Rijksdienst’ (2006-2010) en het uitvoeringsprogramma ‘Compacte Rijksdienst’ (vanaf 2011). De ‘Hervormingsagenda’ zet verdere stappen op deze al ingeslagen weg. De projecten uit het programma ‘Compacte Rijksdienst’ worden afgerond. Zij worden waar mogelijk versneld uitgevoerd of geïntensiveerd. Toegevoegd zijn nieuwe initiatieven. Die bewegen zich nog meer dan voorheen op het terrein van de primaire processen van beleid, uitvoering en toezicht. Daarmee is de scope van het programma weer verbreed. De agenda bevat voorstellen op de volgende terreinen: de beleidskernen van de ministeries, het adviesstelsel, de bundeling van uitvoeringstaken op de terreinen incasso en subsidieverstrekking aan bedrijven en instellingen, inkomensondersteuning en de versnelde inzet van basisregistraties, vastgoed, digitalisering van de dienstverlening, de functionering en inrichting van inspecties en de verbetering van het fysiek toezicht op bedrijven. Verdere voorstellen betreffen de bedrijfsvoering, waaronder een vereenvoudiging van de structuur van aansturing, bekostiging en verantwoording. Ten slotte zullen de zelfstandige bestuursorganen meer met de bedrijfsvoering van het Rijk kunnen worden verbonden en wordt hun status onderzocht. De ‘Hervormingsagenda’ gaat ook uitgebreid in op de rijksdienst als (blijvend) aantrekkelijke werkgever. In dit kader krijgen de functies in de laagste loonschalen en arbeidsgehandicapten speciale aandacht. De ‘Hervormingsagenda’ is in uitvoering. Jaarlijks wordt in de ‘Jaarrapportage Bedrijfsvoering’ over de stand van zaken gerapporteerd. De minister voor de Rijksdienst beschikt ten behoeve van de uitvoering over aanvullende bevoegdheden ten aanzien van de apparaatskosten van de rijksdienst, die het hem mogelijk maken de ontwikkeling daarvan beter te sturen. 5 CONCLUSIE Uit dit korte overzicht blijkt dat alle bestuurslagen voortdurend bezig zijn de eigen organisatie aan te passen aan de eisen van de tijd. Het aantal gemeenten is in de loop der jaren fors afgenomen. Hun bestuurskracht is daarmee toegenomen. Dat is een ontwikkeling die het beter mogelijk maakt taken naar de gemeenten te decentraliseren. Dat streven staat sinds de Decentralisatienota van minister Van Thijn op de agenda en kreeg tijdens deze kabinetsperiode serieus vorm met een aantal grote decentralisaties, die overigens nieuwe eisen stellen aan de gemeentelijke organisatie. ORGANISEREN ALS PERMANENTE OPGAVE 45
48 Online Touch Home