60

De resultaten in tabel 2 laten zien dat de onafhankelijke variabelen 38,6 procent van de veranderbereidheid van rijksambtenaren verklaren. De verklaarde variantie voor gemeenten en provincie komt hier grofweg mee overeen. Binnen de waterschappen verklaart de analyse 29,7 procent van de veranderbereidheid. De persoonlijke kenmerken van rijksambtenaren verklaren slechts in beperkte mate hun veranderbereidheid. Er bestaat een klein effect van het aantal dienstjaren: medewerkers die langer in dienst zijn, zijn iets minder geneigd organisatieveranderingen te ondersteunen. Binnen de waterschappen en gemeenten hangen persoonlijke kenmerken sterker samen met veranderbereidheid. Gemeenteambtenaren zijn minder geneigd te veranderen naarmate zij ouder zijn. Verder laten de resultaten zien dat vrouwen binnen de sector gemeenten, maar met name binnen de waterschappen, meer veranderbereid zijn. Daarnaast zijn gemeenteambtenaren in grote gemeenten meer veranderbereid dan medewerkers in kleine gemeenten. Ook de veranderinhoud is van invloed op de veranderbereidheid. Rijksambtenaren zijn minder veranderbereid wanneer zij van mening zijn dat een organisatieverandering met name gericht is op bezuinigen. Dit verband is ook zichtbaar binnen gemeenten en, met mindere mate van statistische zekerheid, waterschappen. Opvallend is dat het tempo waarin organisatieveranderingen elkaar opvolgen in geen van de sectoren samenhangt met veranderbereidheid. ‘Verandermoeheid’ lijkt dus geen belangrijke rol te spelen binnen de veranderbereidheid van ambtenaren. De belangrijkste verklarende factoren voor veranderbereidheid worden, conform de literatuur over verandermanagement, gevonden in het veranderproces. Binnen het Rijk hangen participatie en individuele aandacht het sterkst samen met veranderbereidheid. Wanneer ambtenaren de mogelijkheid krijgen bij te dragen aan de verandering en er voldoende aandacht is voor hun persoonlijke zorgen, zijn zij dus meer bereid de verandering te ondersteunen. Ook managementsteun hangt positief samen met veranderbereidheid. Een opvallend resultaat is dat communicatie over organisatieverandering geen statistisch significant verband vertoont met veranderbereidheid. Ook in de andere sectoren biedt het veranderproces de belangrijkste verklaring voor veranderbereidheid. Binnen de gemeenten, provincies en waterschappen zijn participatie en individuele aandacht eveneens de belangrijkste verklaringen voor veranderbereidheid. Ten slotte is ook betrokkenheid bij de organisatie meegenomen in de analyse, om de rol van de ambtelijke loyaliteit te duiden. De resultaten laten zien dat rijksambtenaren die een sterke binding voelen 58 STAAT VAN DE AMBTELIJKE DIENST 2015

61 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication