41

Breng aan het uiteinde van de nieuwe pijp een bolrooster aan. Monteer de ontluchtingsbuis ø 80 aan de muur. Breng in de bestaande regenpijp de bladvanger aan (alleen bij ondergrondse afvoer). Bij een bovengrondse afvoer via bijvoorbeeld een goot, breng een bochtstuk van 45� en uitstroomsteentje aan. Bij een ondergrondse afvoer sluit de regenpijp via een verloopmof aan op de infiltratievoorziening (bijv. wadi, infiltratiekratten, vijver). Verwijder het gestippelde deel van de riolering. Sluit het schrobputje aan op het Y-stuk. Breng een bocht van 90� en een verloopmof naar ø 80 mm aan. Bijlage I 41

42 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication