6

Ik zit in een wandelwagen, dik ingepakt. De kou kan mij niet deren. Robuuste huizen waken over mij, houden mij nauwlettend in de gaten. Ze weten wat hier is gebeurd, kennen mijn ontstaan. Twee kinderen op wereldreis, spelend met hun grenzen. Verkennen stond centraal. Vastomlijnde patronen vervaagden, totdat het niet meer verder ging. In papa ontwaakte een troubadour. Hij trok alleen de wijde wereld in, met bloemen in zijn haar. Mama is op zoek naar het hier en nu, moet in haar eigen kracht gaan staan; een plaats zoeken voor de herinneringen. Mij maken was het hoogtepunt. Waarom ben ik dan een ongeluk? Ik zit in een wandelwagen, dik ingepakt. Ik moet nog heel veel leren.

7 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication