12

Ja, nog een paar dagen en dan vier ik mijn verjaardag. Die verjaardag vieren jullie ook ieder jaar. De winkelstraten schitteren met de mooist denkbare verlichting en ook de etalages zijn uitbundig versierd. In de winkels en op de radio hoor je toepasselijke muziek. Het aanbod aan etenswaren en lekkernijen is overvloedig en uitstekend. Het is goed te weten dat er nog altijd mensen zijn die mijn verjaardag niet vergeten. Vroeger kon haast iedereen mij de reden van dit feest vertellen. De meeste mensen waren dankbaar voor hetgeen ik voor ze deed. Veel families en ook heel wat vrienden kwamen dan bij elkaar en hadden een goede en fijne tijd samen. Maar tegenwoordig is er bijna niemand meer die mijn verjaardag nog op die ouderwetse manier viert. De viering van vorig jaar kan ik mij nog heel goed herinneren.... Hoewel van verschillende families, vanwege de beperkende corona-maatregelen, meerdere dierbaren niet aanwezig konden zijn, werd het een mooi feest met een prachtig gedekte tafel vol heerlijke gerechten. Er was gebraden parelhoen met truffels en pekingeend met confit de canard. Er was een keur aan fruit, er was chocolademousse en meringuetaart en heel veel verschillende drankjes. De versiering maakte alles extra feestelijk, maar..... ik was niet uitgenodigd. Het was een feest voor mij, maar ik was er niet bij. En wat had ik er graag bij willen zijn! Om je de waarheid te vertellen: het verbaasde me helemaal niet, want ook in de voorafgaande jaren vond ik steeds vaker overal de deur gesloten. Hoewel ik dus niet was uitgenodigd, ben ik stiekem ergens naar binnen geslopen en heb vanuit een hoekje de feestelijkheden bekeken. Er werd volop genoten van het lekkere eten en drinken, men praatte en lachte, veel en vaak, vertelde elkaar moppen en had een heerlijke tijd. Tot mijn grote verbazing kwam er op een gegeven moment een figuur binnen die helemaal gekleed was in een rood pak, met op zijn hoofd een puntmuts met een kwast. Hij droeg een lange, witte baard en riep voortdurend: “Ho – ho – ho !”. Ik had de indruk dat hij lichtelijk aangeschoten was. Hij mocht in een mooi versierde leunstoel gaan ziten, waarna alle aanwezige kinderen op hem toe liepen, alsof hij de eregast van het feest was. De man begon aan iedereen cadeautjes te geven, die meteen ter plaatse uitgepakt mochten worden. De meeste kinderen kregen een Iphone of games voor op de computer. Voor de dames waren er parfums van Dior of Chanel No.5, terwijl de heren vooral bedacht werden met whiskey en cognac. Er was voor iedereen een pakje. Ik dacht dat er ook wel een voor mij bij zou zijn, maar nee hoor, ik kreeg niets. Hoe zou jij het vinden als iedereen een pakje kreeg en jij niet? Ik kreeg in de gaten dat ik niet echt welkom was en stilletjes sloop ik naar de deur en verliet het feest. Het laatste dat ik zag was dat iedereen elkaar omhelsde. Ook ik spreidde mijn armen nog uit, maar niemand zag me of dacht eraan mij te omhelzen..... Wat zou ik het fijn vinden als jij mij de komende kerst mee zou laten vieren. Dat we dan samen het feit gedenken dat ik tweeduizend jaar geleden geboren ben om enkele jaren later aan het kruis geslagen te worden en te sterven, zodat jij vrij en onbevangen kunt leven. Mijn enige wens is dat jij met heel je hart gelooft in een betere wereld, waarin mensen in vrede en veiligheid naast elkaar kunnen leven, wonen en werken. Zal ik je eens wat vertellen...... ik ben zelf een feest aan het voorbereiden. Een feest zoals niemand dat kan bedenken. Ik ben al bezig de uitnodigingen te schrijven en er is ook een uitnodiging voor jou bij! Ik ga je naam met gouden letters in een groot gastenboek schrijven. Alle mensen die in dat boek staan mogen binnenkomen en meefeesten. Degenen die mijn uitnodiging niet aannemen, moeten buiten blijven. Bereid je goed voor, want als alles klaar is, begint het feest. Ik houd van je! © Bert rodenBurg

13 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication