34

OPLADEN EN ONDERHOUD VAN DE ACCU’S VI.2. DE LADER (Laadstatus:zie II.3.) De lader start automatisch op basis van een vooraf gedefinieerde cyclus, wanneer de lader op het stopcontact is aangesloten. De technologie van de lader optimaliseert het opladen van de verschillende accucellen met een geluidsbelasting wanneer het voertuig langdurig oplaadt. Het is daarom raadzaam om het voertuig langdurig (48 uur) een keer per maand te laden. Deze onderhoudslading verwijdert sulfaatkristallen en vergelijkt de 4 cellen van de accu. De laadcyclus wordt opgeslagen bij elke acculading. Dit stelt het onderhoudsteam in staat om eventuele ladingfouten op te nemen, problemen die zich hebben voorgedaan en de accu status. Om de acculading te behouden wanneer het voertuig langere tijd niet in gebruik is, houd de lader in het stopcontact. LET OP Het voertuig kan niet worden gebruikt als de stekker in het contact is aangesloten. VI.2.1. Procedure voor het opladen van de accu Voor u de accu gaat opladen: • Schakel het voertuig uit en haal de sleutel uit het contact. • Zet de noodschakelaar op ‘ON’ (zie pag. 15). De accu opladen : • Steek de stekker in het stopcontact (zie II.3). • Laad de accu volledig op (zie VI.4). • Koppel de laadstekker van het voertuig door deze een kwartslag te draaien. LET OP Een volledige lading duurt 8 tot 12 uur, afhankelijk van het type accu en ontlading. LET OP Het stoppen met laden voordat de automatische cyclus van de lading eindigt zal de capaciteit van de accu verminderen en veroorzaakt een storing in het geheugen van de lader. Korte herhaalde ladingen (snelle lading) kunnen de garantie ongeldig maken. 34 | G2 Gebruikershandleiding

35 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication