23

DETAILS III.11. STOELEN STOELEN AANPASSEN : • Trek aan hendel A, • Zet de stoel in de gewenste positie, • Laat de knop los. LET OP Pas de stand van de stoel nooit aan tijdens het rijden. VEILIGHEID De bestuurdersstoel is uitgerust met een sensor die de motor uitschakelt wanneer de chauffeur niet in de stoel zit. Het voertuig is uitgerust met 3-punts veiligheidsgordels die gedragen moeten worden wanneer het voertuig in beweging is. Gebruikershandleiding G2 | 23

24 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication