19

III.8. LICHTEN VOOR Parkeerlichten Grootlicht / Dimlicht Indicator lichten Daglichten ZIJKANT Zijkant indicator ACHTER Remlicht Achteruitrijlicht Mistlicht Nummerplaatlicht BINNEN Plafondlamp OPGELET: Voor voertuigen voorzien van een laadklep kunnen de achterlichten niet gezien worden wanneer de laadklep naar beneden staat. De gebruiker moet daarom andere gebruikers waarschuwen voor de aanwezigheid van het voertuig met een waarschuwingsdriehoek of ander waarschuwingsbord ................................................................................. OPGELET: De laadklep heeft twee reflectoren. Controleer of ze schoon en in goede staat zijn. Vervang ze indien nodig. III.9. 12V ACCESSOIRES AANSLUITING De accessoire aansluiting bevindt zich onderin het dashboard. Het staat aan wanneer de ontsteking is ingeschakeld en is compatibel met de aansluiting van apparatuur die niet meer dan 100 watt bedraagt. OPMERKING: Beschadig de aansluiting niet door ongeschikte stekkers te gebruiken. Steek de stekker volledig in het stopcontact om oververhitting en schade aan de zekering te voorkomen. Sluit de cover van het stopcontact wanneer niet in gebruik. Sluit geen stroomvoorzienende accessoires aan. 19 W5W P21 P21W P21W W5W LED T4W 12V 4W H4 halogeen 60 / 55W PY21W Oranje lamp LED

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication