IX.3. CENTRALE VERGRENDELING IX.3.1. Knop in cabine GESLOTEN OPEN Sluit en opent de cabine* en de bestelwagen* IX.3.2. Afstandsbediening GESLOTEN OPEN Sluiten en opent de cabine* en de bestelwagen* van een afstand van 15 meter. De indicatorlampjes knipperen drie keer wanneer u sluit. De indicatorlampjes knipperen een keer wanneer u ontgrendelt. IX.3.3. Deuren sluiten De voertuigdeuren vergrendelen automatisch wanneer de snelheid 4 km/u bereikt. Door een deur van binnen te openen wordt de vergrendeling van alle deuren uitgeschakeld. Het vergrendelen zal niet werken, tenzij alle deuren stevig dicht zijn. IX.4. TILT OPTIE Zorg dat er niemand in de buurt van het voertuig zit voordat u heft (overspringen, platform enz.). Druk op de afstandsbedieningsknop van de cabine, laat los wanneer het platform of andere opties volledig verhoogd zijn om schade aan het microstation te voorkomen. In het algemeen, moet u altijd de krik gebruiken als de optie is verhoogd. OPMERKING: Rijd nooit met de laadklep open omdat dit de staartlichten en de nummerplaat verbergt. 56
57 Online Touch Home