6.4 Verbindingen in PE Lassen PE laat zich goed lassen. PE kan niet gelijmd worden. Werkinstructie 1. Klem de buizen in en schaaf ze. Schakel de schaafmotor pas uit als beide buizen de schaaf niet meer raken; dit om hakken te voorkomen. Omdat PE zacht is, is de kans op beschadiging (krassen) en ovaal worden van de buis groot. Daarom zijn steekverbindingen bij PE niet zeer geschikt. Ze worden alleen bij uitzondering gebruikt (bijvoorbeeld bij expansiestukken). De lasverbindingen bij PE kunnen stuiklassen (ook: stomplassen of spiegellassen) en elektromoflassen zijn. Bij het stuiklassen ontstaan aan de buiten- en aan de binnenzijde van de leiding lasrillen. De binnenste lasrillen kunnen een goede afstroming van vuil verhinderen. Een ervaren lasser kan met een minimale lasril een goede lasverbinding maken. In kritische situaties kunnen elektrolasmoffen toegepast worden. Stuiklassen Wavin PE-buizen en -hulpstukken kunnen goed aan elkaar gestuiklast worden. Bij stuiklassen ontstaat aan binnen- en buitenzijde een kleine lasril. Voor het maken van stuiklassen wordt aanbevolen een cursus te volgen. Voorbereiding De lasspiegeltemperatuur moet 210 °C zijn. De lasspiegel moet schoon en vetvrij zijn; maak hem zo nodig schoon met een schone doek met alcohol. De twee buisklemmen en de twee buissteunen moeten goed zijn uitgelijnd. Daarvoor klemt u één stuk buis in de buisklemmen en de buissteunen. Stel zo nodig de buissteunen bij tot ze goed tegen de buis aanliggen. De buisklemmen moeten zo ingesteld zijn dat ze de buis voldoende vasthouden voor het aanbrengen van de laskracht. De buisklemmen kunnen een ovale buis rond drukken (maar ook andersom). Daarom moet de spankracht niet te laag of te hoog zijn. Ingespannen buizen moeten soepel heen en weer kunnen bewegen (lage sleepkracht). Daarom moeten lange buisstukken op één of meerdere blokken met rollen rusten. De lasmachine moet afgeschermd zijn tegen regen en wind. 2. Controleer of beide buiseinden precies op elkaar passen. Klem ze zo nodig opnieuw in en schaaf ze opnieuw. 3. Duw de buiseinden tegen de lasspiegel door kort een hoge aandrukkracht aan te leggen. 4. Warm met zeer lage aandrukkracht door totdat een ril van 1 mm is gevormd (30 tot 60 seconden). 5. Neem de lasspiegel snel uit en voer de laskracht langzaam op (zie voor de laskracht de tabel op de machine). 6. Zet vast op laskracht (binnen 5 seconden) en laat de las afkoelen (6 tot 10 minuten). 7. Neem de verbinding uit het apparaat controleer de lasril. Een onregelmatige lasril is afkeur. Elektromoflassen De PE-hulpstukken zijn voorzien van spie-einden, waardoor deze gestuiklast en gemoflast kunnen worden. De spie-einden zijn voorzien van lage oneffenheden (ribbels) en de lasmoffen van nokjes om de exacte stand ten opzichte van elkaar te kunnen bepalen (graadaanduiding). Vooral bij prefabricage is dit van belang. Het lasproces gebeurt bij een spanning van 230 V. Er kan een scheidingstransformator aangesloten worden als dit om veiligheidsredenen vereist is. Voorbereiding Controleer of de lasmachine in goede staat verkeert. Controleer de passing tussen mof-en spie-eind. Is een PE-buisuiteinde zo ovaal dat dit niet zonder geweld in een mofeind past, snij het er dan af. Een buiseind dat rammelt in de electrolasmof moet ook verwijderd worden. Tijdens het lassen en afkoelen mogen buis en fitting niet bewegen. Fixeer ze eventueel met klemmen. Als de buis of het hulpstuk terugzakt of -kruipt, kunnen de lasdraden in de mof naar binnen zakken. Daardoor kan brand ontstaan. Bij grote installaties kan de leiding aan de binnenzijde sterk afkoelen door luchtstroming. Sluit daarom de leiding af met een speciekap of beschermkap. Pas na het lasproces begint de lasmof aan de buitenzijde warm te worden. Buis- en mofeinden moeten droog zijn. Verwarm ze zo nodig voor om condensvorming tegen te gaan. www.wavin.nl Regenwaterafvoer Handboek 25
26 Online Touch Home