14

2.1 Sleepspanningen en slijmhuid Om alle vuil af te voeren is een minimale sleepspanning nodig. Speciaal bij minimale afvoeren is deze sleepspanning van belang. De benodigde sleepspanningen in vuilwaterriolen van kunststof van het gescheiden stelsel varëren tussen 0,5 en 1,5 N/m2 . Voor andere materialen dan kunststof fen is dat 1 tot 3 N/ m2 . De relatie tussen benodigde sleepspanning en verhang bij een bepaalde vullingsgraad en diameter is weergegeven in afbeelding 10. Indien ook bij kleine afvoeren geen bezinking optreedt, kan gesproken worden van zelfreini gen de riolen. Voor zelfreinigende riolen is bij een minimale afvoer meer verhang nodig dan over het algemeen in de vlakke gebieden van Nederland wordt toegepast, veelal om economische redenen, (zie afbeelding 11). Daarom zal in veel Nederlandse rioolstelsels be zinking optreden. Om dit bezon ken materiaal weer in beweging te krijgen is meer energie nodig dan voor de benodigde sleepspan ning. Doordat in kunststof riolen geen hechting aan de wand op treedt komt het bezonken Ondanks de goede eigenschap pen van kunststof zal ook daar een slijmhuid op de buiswand kunnen ontstaan. Onderzoek door het British Hydraulic Research Station (BHRS) heeft uitgewezen dat de gemeten kb-waarde ten gevolge van het ontstaan van een volledige slijmhuid bij PVC de helft is van die bij grés; een derde ten opzichte van asbest cement en een kwart van de kb-waarde van beton, gemeten onder dezelf de condities. Met deze gegevens is in afbeelding 12 de relatie weer gegeven tussen de capaciteit en het verhang voor een buis van ø 200 mm. Dit gegeven onder streept de conclusies die kunnen worden getrokken naar aanleiding van afbeelding 10. mate riaal weer sneller in beweging dan bij riolen met een min of meer po reuze materiaalstructuur Hierdoor zullen kunststof riolen over het algemeen minder slib bevatten waardoor reinigen minder frequent hoeft plaats te vinden of sneller verloopt. Indien gewenst kan ook met minder verhang ontworpen worden (zie voorbeelden bij afbeelding 10). 2.2 Het gescheiden rioolstelsel Hierbij worden vuilwater en straat- en dakhemelwater kompleet ge scheiden afgevoerd. Alle vuilwater gaat naar de rwzi (rioolwaterzui ve ringsinrichting of installatie). Alle hemelwater gaat naar het opper vlaktewater en/of wordt geïnfiltreerd in de bodem. Een nadeel is dat er gerekend moet worden op een zeker percentage verkeerde aan sluitingen, waardoor het open baar water wordt belast. Ook af ge voerd straat vuil zal het open baar water belasten. Voordeel is dat de aanvoer naar de rwzi regel matig is en dat deze rioleringsbuis kleiner kan worden ontworpen. Het vuilwaterriool De globale afvoer van een gebied kan worden vastgesteld als be kend is: het aantal woningen per ha., de gemiddelde woningbezet ting, het gemiddeld waterverbruik en een schatting van het percen tage van het waterverbruik dat geloosd wordt (veelal 80 of 90%). Voor een nadere dimensionering wordt de gemiddelde vuilwater- af voer veelal vastgesteld op 10 à 13 l/h. inwoner. Er wordt gere kend met een vullingsgraad van 600%. De relatie tussen geheel en ge deeltelijk gevulde leidingen is weergegeven in afbeelding 13. Benodigde sleepspanning (N/m2) * Vuilwaterriool gescheiden stelsel ** Hemelwaterriool gescheiden stelsel *** Gemengde stelsels Voorbeeld A: bij ø300 mm en een vullings graad van 10% is voor PVC bij een benodigde sleepspanning van 1 N/m2 is dan een Kunststof 0,5 tot 1,5 1 tot 2 1, tot 3 Beton 1 tot 3 2 tot 4 3 tot 6 Voorbeeld B: als bij een benodigde sleepspanning van 2 N/m2 van een ander materiaal een verhang van 1:200 nodig (Al). Bij een nietkunststof materiaal met een benodigde sleep span ning van 2 N/m2 verhang van ca. 1:100 een vereiste (A2). dan kunst stof dezelfde ø 300 ook 1:200 gelegd wordt, dan is een vullings graad van 23% nodig om die beno digde sleep span ning te ver krijgen (B2). Bij kunststof is de be nodigde vullingsgraad dan 10% (Bi). Het vuilwaterriool van een ge schei den stelsel wordt dikwijls gedimensioneerd op een afvoer die gelijk is aan 1,5 maal de ge mid delde vuilwaterafvoer. Dit in verband met eventuele foutieve aansluitingen van regenwater, aansluitingen van drainage en het grondwater dat door voegen en andere verbindingen in het riool komt. Bij kunststof riolen hoeft met de laatste factor in geen geval te worden gerekend. 14 Straatriolering Handboek Tel.: +31(0)523 28 81 65 E-mail: info@wavin.nl

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication