34

dekt door op de betonnen stelplaat tijdelijk een (beton) plaat te plaatsen. afb. 44. Knevelinlaat. sleuf meteen na het leggen aan te vullen tot een hoogte boven de buis die overeenkomt met de gelegde buis diameter. Voor nog te maken aansluitingen kan de buis dan lokaal weer blootgegraven worden. In zeer extreme gevallen kan de buis meteen na het leggen met water gevuld worden. Wavin heeft hiervoor enkele methoden ontwikkeld. Na de aanleg kunnen soms plaatselijke verzakkingen of ongelijkmatige zettingen optreden. PVC buizen kunnen een axiale buiging doorstaan tot een straal van ca. 30 maal de buisdiameter De inspectieput (SP-put) Na het stellen moet de kunststof inspectieput, SP-put, rondom gelijkmatig aangevuld worden tot minimaal een buisdiameter boven de buis. Bij putten met vlakke bodem dient dit om de kans op opdrijven te verminderen en bij putten met stroom profiel en bolle bodem putten bovendien om de put stevig te fixeren in een verticale positie. Na aanvullen en verdichten van de grond tot de bovenkant van de put of het kegelstuk wordt de betonnen stelplaat geplaatst. Om beschadiging en verplaatsing van het gietijzeren bovenstuk tijdens de bouwfase te voorkomen wordt de put wel ondergronds afgeOm opdrijven te voorkomen is iedere kunststof inspectieput voorzien van een opdrijfrand. Mocht vooraf bekend zijn dat er problemen in verband met opdrijven kunnen optreden, dan kan de opdrijfrand aan de inspec tie put groter worden gekozen. Andere oplossingen zijn het tij delijk inwendig verzwaren van de put of het pas gelegde riool enige tijd vol te laten staan met water 5.7 Aansluitingen Huis- en kolkaansluitlei din gen kunnen op twee manie ren verbonden worden met het straatriool: Via de inspectieput. Op het straatriool zelf. Aansluiting op de inspectieput. Aansluitingen worden niet veel meer op de inspectieput aangesloten vanwege de sterk verbeterde inlaatconstructies op de straatrioolbuis. Daardoor en door het gebruik van hogedrukrei ni ging kunnen ook de putaf stan den groter worden. Soms worden in het begin van het stelsel enkele aansluitingen ingelaten in de inspec tieput, waardoor met minder dekking op het straatriool kan worden aangevangen. Aansluiting op de rioolbuis. Over het algemeen worden in Nederland de aansluitingen aan de bovenkant van het straatriool onder 90˚ aangesloten. Bij PVC straatriool gebeurt dit met de boveninlaat, de knevelinlaat (zie afbeelding 44). De voordelen van deze inlaat zijn: Ze kunnen op iedere wille keu rige plaats worden aangebracht met een minimale onderlinge afstand van 0,5 m; zogenaamde inlaatbuizen zijn dus niet nodig. Voor latere montage hoeft alleen de bovenkant van de PVC rioolbuis te worden vrijge maakt. De inlaten kun nen zon der probleem ook op vervorm de buis worden geplaatst. De inlaten zijn zodanig geconstrueerd dat zelfs bij grote scheefstand ten gevolge van uitvoerings– onnauwkeurighe den geen lekkage optreedt. Een buis met gemonteerde inlaat verzwakt de buis niet. Het geheel is zelfs iets stijver dan de oorspronkelijke buis. Bij het bouwrijp maken van het terrein zal de gewenste plaats van de aansluitingen op het riool veelal bekend zijn en de inlaten worden meteen bij de aanleg geplaatst. Is de dekking van het riool klein, dan wordt de inlaat gesloten door de combikap in de inlaat te plaatsen. Is de dekking groter, dan wordt ook de juiste lengte standpijp gemonteerd en wordt deze afgesloten door de combikap over de standpijp te plaatsen. In de bouwfase worden kolken en gebouwen met de standpijpen verbonden. Daar waar tijdens het bouwrijp maken (asfalt)wegen boven het riool en de standpijpen worden aangelegd, worden de aansluit lei dingen meteen gelegd tot buiten de verharding en daar afgesloten. Aansluitingen bij kleine en discontinue afvoeren Bij kleine vuilwaterstraatriolen van 200 of 160 mm, zoals op campings, hofjes enz., is het aan te bevelen een betere 34 Straatriolering Handboek Tel.: +31(0)523 28 81 65 E-mail: info@wavin.nl

35 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication