3 Toelichting op de minimale eisen spindel omhoog en omlaag beweegt. Een reguliere lift is voor alle situaties de beste oplossing en wordt door het bouwbesluit voor een aantal gebouwen en omstandigheden verplicht gesteld. In situaties waarin een lift niet verplicht hoeft te worden toegepast kan worden volstaan met een platformlift. Daarbij is de beleving relevant, de capaciteit én de bediening. Platformliften worden vooral toegepast in situaties waar geen ruimte is om een liftput (een ruimte onder de laagste vloer van ca. 1,4m diep) te maken. In nieuwbouwsituaties bestaat de mogelijkheid om meteen een liftput te bouwen zodat daarvoor geen beperking in keuze bestaat. In principe bestaan platformliften uit en bewegend platform in de schacht. Om letsel te voorkomen moet een gebruiker van het platform steeds een knop ingedrukt houden gedurende de tijd dat het platform onderweg is. Dat kan een redelijke tijd zijn. Niet elke patiënt, bijvoorbeeld een patiënt met lagere spierspanning of een arm in de mitella, kan dit. Ook mensen met claustrofobie of psychische klachten vinden een dergelijke lift onprettig omdat het een weinig voorkomend lifttype betreft waarbij de wanden in de beleving van de gebruiker ‘bewegen’. Om die redenen vinden wij een platformlift met liftcabine een minimale vereiste. Op die manier wordt het onderscheid ten opzichte van een ‘lift’ voor de patiënt weggenomen aangezien de lift dezelfde verschijningsvorm heeft. Om de liftcabine van de platformlift te kunnen betreden zijn elektrisch te openen deuren nodig aangezien niet alle T 1 Inleiding T 2 Minimale eisen T 2.1 De omgeving van de praktijk T 2.2 Bouwkundige eisen T 2.3 Eisen aan werktuigbouwkundige installaties T 2.4 Eisen aan elektrotechnische installaties T 2.5 Eisen aan geluidsisolatie patiënten over de kracht beschikken dat zelf te doen. Een platformlift mag maximaal 0,2 m/s afleggen en is daarmee veel trager dan een reguliere lift die snelheden kent vanaf 1,0 m/s. Dat betekent dat er per beweging minder patiënten vervoerd kunnen worden en de capaciteit veel lager is dan die van een reguliere lift. Zondermeer kan gesteld worden dat een platformlift alleen toegepast moet worden in situaties waarbij één bouwlaag wordt overbrugd. Als het te overbruggen hoogteverschil groter is neemt de capaciteit zodanig af dat een dergelijke situatie om een reguliere lift vraagt. Voor zowel een lift als platformlift vindt de LHV dat die de afmetingen moeten hebben voor brancardliften. Dat maakt mogelijk dat brancards met de lift kunnen worden vervoerd maar vergroot ook de capaciteit van een platformlift zodanig dat voorkomen wordt dat mensen te lang moeten wachten tot ze aan de beurt zijn. T 2.4 Eisen aan elektrotechnische installaties T 2.4.1 Gebouwvoedingen & nutsaansluitingen > terug Hoewel het bouwbesluit eisen stelt aan gebouwen is het wellicht overbodig te vermelden dat de praktijk moet zijn voorzien van allerlei nuts- en overige aansluitingen. Aangezien dit niet klip-en-klaar in het bouw besluit gesteld is en bovendien geen eisen zijn gesteld aan bijvoorbeeld telefoon- en data-aansluitingen leek het ons goed die als eis te vermelden. Temeer omdat ook draadloze oplossingen steeds meer in zwang raken die voor betrouwbare informatie-uitwisseling voor praktijken ongeschikt zijn. T 2.4.2 Schakelmateriaal en kanalisatie > terug Het bouwbesluit stelt middels de NEN 1010 eisen aan hoe elektrotechnische installaties moeten worden aan gelegd. Maar niet aan wát er moet worden aangelegd. Voor de aanleg van elektrotechniek vinden wij dat een aantal extra eisen moet worden gesteld die, op zichzelf, voor de hand liggen. Zo vinden wij dat bereikbare stopcontacten geïntegreerd kindveilig moeten zijn zodat kinderen geen voorwerpen in het stopcontact kunnen steken. Verder moet een meterkast niet in publieke ruimten zijn gesitueerd. Maar minstens zo belangrijk is dat niet iedereen daar zomaar bij kan. Ingeval onderhoud nodig is, is prettig te weten dat bijvoorbeeld een assistente weet dat er iemand bij de meterkast wil en wat die daar gaat uitvoeren. Dat is noodzakelijk om te voorkomen dat de stroom uitvalt tijdens een behandeling. Bijvoorbeeld als een monteur zelfstandig de meter kast kan bereiken, openen en voor zijn werkzaam heden ‘even de stroom afschakelt‘. Hoewel het de verantwoordelijkheid is van de uitvoerende partijen verdient het aandacht dat apparaten met een groot vermogen elk in een afzonderlijke groep (zekering in de meterkast) zijn ondergebracht. Gangbare apparaten met een groot vermogen, zoals vaatwassers en magnetrons, worden waarschijnlijk niet vergeten. Maar denk ook aan de autoclaaf! 29
175 Online Touch Home