12

2. De basisgedachte van de belofte Genesis 15:5: “En Hij deed hem uitgaan” – God deed Abram uitgaan, naar buiten dus – “en zei: Zie toch op naar de hemel …”. Ik vind dat altijd een prachtige voorstelling, want dit is haast filmisch verteld, je kunt je dit helemaal voorstellen. Deze man woonde in Berseba, in de woestijn en kijk dan eens omhoog in de nachtelijke hemel. Dan zie je héél wat meer dan met al het kunstlicht dat we hier in Nederland hebben. Dan zie je, tegen de achtergrond van een pikdonkere hemel, echt een óvervloed van hemellichamen, van sterren. En dan staat er: “… en tel de sterren, als je ze kunt tellen.” Er is er Eén die ze wel kan tellen, want dat lees je in de Psalmen. Daar staat, bijna aan het einde van de vijf boeken, in Psalm 147:4: “Hij bepaalt het getal der sterren, Hij roept ze alle bij name.” De namen van de sterren hebben trouwens een betekenis. Dat geldt eveneens voor constellaties. Groepen van sterren, sterrenbeelden, ze hebben allemaal een geweldige betekenis in de Bijbel. Logisch, want God zelf is de Creator. Degene Die hier aan het woord is, is Degene Die het allemaal heeft voortgebracht. “De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk zijner handen; de dag doet sprake toestromen aan de dag, en de nacht predikt kennis aan de nacht. Het is geen sprake en het zijn geen woorden, hun stem wordt niet vernomen: toch gaat hun prediking uit over de ganse aarde en hun taal tot aan het einde der wereld.” Ps.19:2-5 [NBG51] 17

13 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication