22

6. De periode van de belofte Er wordt tevens met een andere periode gerekend: 430 jaar. Dat is de periode van de belofte, want voordat Abram vader werd (voor de geboorte van Isaak) was Abram geroepen in Ur der Chaldeeën. God had hem eruit geroepen en had toen Zijn belofte gegeven, dat was 30 jaar eerder. Toen is Abram vervolgens nog naar Haran gegaan, en dan is het nog weer vijf jaar later, maar uiteindelijk is hij in het land gearriveerd en toen hij 100 was werd Isaak geboren. Die periode wordt genoemd in Galaten 3:17 – 430 jaar, vanaf dat God Abram riep. En vanaf de geboorte van Isaak krijg je een periode van 400 jaar. Dat zijn dus twee termijnen. Er staat in Exodus 12:41, dat het niet alleen op het jaar of op de maand, maar op de dag nauwkeurig 430 jaar was toen Israël uittrok uit Egypte. Dat was op de 15e van de eerste maand. Toen, op dat moment, was er een periode van 430 jaar beëindigd, staat erbij. Maar dan weten we nog iets: als dit moment, aan het einde van die 430 jaar, de 15e nisan4 was … – want we weten gewoon de datum (overigens de eerste dag dat de Heer Jezus in het graf lag was exact die datum) – … en als je dan 430 jaar terugrekend, naar het moment dat Abram geroepen werd in Ur der Chaldeeën … welke dag moet dat dan geweest zijn? De 15e nisan. Zo staat het er vermeld. Dus God had Zijn woord, niet alleen op de eeuw, niet alleen op het decennium, niet alleen op het jaar of de maand, maar op de dág nauwkeurig voorzegd. De dag voordat ze uittrokken uit Egypte hebben ze het Pascha gevierd en dat is de 14e nisan. 31

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication